Theun de Vries kan zonder overdrijven als de belangrijkste vertegenwoordiger van de Nederlandstalige literatuur in de DDR worden beschouwd. Als communist en verzetsstrijder genoot hij er veel aanzien. Zo vermeldt Neues Deutschland (ND), het orgaan van de Oost-Duitse communistische partij SED, hem tussen 1949 en 1967 meer dan veertig keer en drukt de krant onder andere een voorpublicatie af van zijn vertaalde trilogie 1848 (ND 14.03.1953: 4). Hij werd dan ook veelvuldig vertaald (Eickmans 2019: 58).
In de fondslijsten van de DDR-uitgeverijen Verlag der Nation1 en Volk und Welt2 is te zien dat de vertalingen van zijn oorlogsromans Doodskoppen en kaalkoppen (met als Duitse titel Dolle Dinsdag. 5 Erzählungen) en Het wolfsgetij of een leven van liefde (Wolfszeit) respectievelijk in 1967 en 1983 op de markt werden gebracht (Z.n. 1985: 148; Tschörtner 1987: 240). Achter beide publicatiejaren gaat een vertaal- en censuurgeschiedenis schuil die tot op heden onderbelicht bleef en die een beter zicht biedt op de DDR-censuurgeschiedenis. Dolle Dinsdag, waarvan als publicatiejaar 1967 staat vermeld, verscheen namelijk pas in 1980 op de DDR-markt en het in 1983 verschenen Wolfszeit werd al in 1967 aan de DDR-censuurdienst Hauptverwaltung Verlage und Buchhandel (HV) ter goedkeuring aangeboden. Om deze geschiedenis op te helderen wordt hier, door middel van een comparatief onderzoek naar het vertaal- en productieproces van de beide romans, de ambivalente rol van uitgeverijen binnen het censuursysteem van de DDRonderzocht. Het onderzoek is gebaseerd op ongepubliceerd bronnenmateriaal en een literatuuronderzoek.