Leven is lezen: de poëtica van Erín Moure    51-52

Katelijne De Vuyst

‘To exist is reading’ schrijft de Canadese auteur Erín Moure (1955) in Pillage Laud, een dichtbundel waarin ze blijkens de verantwoording ‘computer-gegenereerde zinnen gebruikte om lesbische gedichten over seks te produceren’ (5). Verderop in de bundel omschrijft de dichteres zichzelf aldus: ‘“Erín Moure” is een biologisch product in de gebruikelijke toestand van flux, dat organische en anorganische elementen bevat die zich voor- en achterwaarts in de tijd verspreiden, maar zoals elk organisme streeft naar homeostase, ondanks entropische krachten. Erín Moure is een indicator van een sociale structuur die op dit organisme wordt geprojecteerd’ (108).

Vuyst

Moure was in juni 2011 te gast op Poetry International. Ze had het er over haar dichtkunst, haar recentste bundel O Resplandor, haar leven in de meertalige stad Montréal. Moure is niet alleen dichter, ze vertaalt ook poëzie uit het Galicisch, Spaans, Frans en Portugees. In Rotterdam vertelde ze hoe de talen waaruit ze vertaalt haar eigen taal beïnvloeden. Niet alleen denkt en droomt ze in die talen, maar omdat hun structuren onderling vaak wezenlijk verschillen, denkt ze in elk van die talen op een andere manier. Ze beschouwt elke lezing van een tekst als een daad van vertaling: hij wordt immers opgenomen door een individueel lichaam – een lichaam dat uniek is in termen van cellen, ervaringen en de manieren waarop de neuronen, hun verbindingen en mogelijkheden door de ervaringen worden beïnvloed. Op homeopathische wijze dringen deze zuiver persoonlijke elementen binnen in de vertaling.

‘To exist is reading’ schrijft de Canadese auteur Erín Moure (1955) in Pillage Laud, een dichtbundel waarin ze blijkens de verantwoording ‘computer-gegenereerde zinnen gebruikte om lesbische gedichten over seks te produceren’ (5). Verderop in de bundel omschrijft de dichteres zichzelf aldus: ‘“Erín Moure” is een biologisch product in de gebruikelijke toestand van flux, dat organische en anorganische elementen bevat die zich voor- en achterwaarts in de tijd verspreiden, maar zoals elk organisme streeft naar homeostase, ondanks entropische krachten. Erín Moure is een indicator van een sociale structuur die op dit organisme wordt geprojecteerd’ (108).

Moure was in juni 2011 te gast op Poetry International. Ze had het er over haar dichtkunst, haar recentste bundel O Resplandor, haar leven in de meertalige stad Montréal. Moure is niet alleen dichter, ze vertaalt ook poëzie uit het Galicisch, Spaans, Frans en Portugees. In Rotterdam vertelde ze hoe de talen waaruit ze vertaalt haar eigen taal beïnvloeden. Niet alleen denkt en droomt ze in die talen, maar omdat hun structuren onderling vaak wezenlijk verschillen, denkt ze in elk van die talen op een andere manier. Ze beschouwt elke lezing van een tekst als een daad van vertaling: hij wordt immers opgenomen door een individueel lichaam – een lichaam dat uniek is in termen van cellen, ervaringen en de manieren waarop de neuronen, hun verbindingen en mogelijkheden door de ervaringen worden beïnvloed. Op homeopathische wijze dringen deze zuiver persoonlijke elementen binnen in de vertaling.

Vuyst

In het voorwoord van My beloved Wager1, eenessaybundel over haar werk als dichter en vertaler, schrijft ze dat haar poëzie niet alleen beïnvloed is door haar feministische overtuigingen, maar ook door haar astma en allergie, haar seksualiteit – door het lichamelijke dus. Ook wat ze leest speelt een belangrijke rol in haar poëzie. Door te lezen worden haar eigen gedachten geconfronteerd met nieuwe ideeën, die tot dat ogenblik in haar hoofd nog niet bestonden. Ze dwingen haar tot introspectie en dagen haar voortdurend uit om de status quo te doorbreken en niet zelfgenoegzaam bij de pakken neer te blijven zitten. Zo dwingt het lezen haar om in haar eigen poëzie voortdurend nieuwe paden te betreden.2

In ‘The Exhorbitant Body: Translation as Performance’3 werkt Moure haar theorie over lezen en vertaling verder uit. Om te lezen heb je een lichaam nodig, dat op taal reageert. Een vertaling is altijd een lezing van een tekst. Aangezien de praktijk van het lezen door bepaalde codes, historische en culturele factoren, genderkwesties, sociale context… wordt bepaald, schrijft deze lichamelijke verankering van de lezer/vertaler zich in de vertaalde tekst in – of hij dat nu wil of niet. Moure zet zich af tegen de in het Engelse taalgebied overheersende vertaalopvatting dat het oorspronkelijke werk zich ‘comfortabel in de nieuwe taal moet nestelen’ en dat de ruwe kantjes maar beter weggeschaafd kunnen worden. Zelf wil ze integendeel het hoekige, vreemde element uit de oorspronkelijke taal ontsluieren, want juist daarin ligt voor haar de schoonheid van het vertalen. Om poëzie te vertalen die gebruikmaakt van buitenissige effecten is een aangepaste strategie nodig. In haar vertaling Sheep’s Vigil van Pessoa/Caeiro’s O Guardador de Rebanhos4 heeft ze een dergelijke bijzondere strategie toegepast. Pessoa benadrukte met zijn heteroniemen de meervoudigheid van het zelf, dat hij beschouwde als een spiegel of uiting van de meervoudige werkelijkheid: ‘Sê plural, como o universo!’ (Aforismos 15). In haar vertaling van de bundel gebruikte Moure de naam Eirín Mouri, alsof ze zelf een persona was die Pessoa van zich had afgesplitst, maar die hoe dan ook door hem – in dit geval door Caeiro – werd veroorzaakt. Caeiro’s taal wordt gekenmerkt door een directe, zintuiglijke beleving van de natuur. Zijn verzen zorgden ervoor dat Moure haar eigen omgeving in Toronto op een andere manier ging ervaren: ze kreeg aandacht voor de kreken, bomen, de lucht, klanken en bewegingen in haar streek, zodat in haar vertaling uiteindelijk het landelijke Toronto de plaats innam van het landelijke Portugal, en zijzelf zich opvoerde als een soort tweedegeneratieheteroniem van Pessoa/Caeiro. Als gevolg daarvan veroordeelden sommigen haar werk als een slechte vertaling, een vervalsing zelfs. Moure is het daar niet mee eens en beschouwt haar tekst hoe dan ook als een vertaling – misschien wel de beste waartoe ze in staat was – waarbij de ruimte, het origineel, maar ook haar eigen stem en talent in het Engels een gedaanteverandering ondergingen. Bovendien hebben haar verzen dezelfde structuur als Caeiro’s gedicht, en hadden ze zonder het origineel nooit kunnen bestaan. De originele tekst vormde nooit een obstakel, hij heeft haar integendeel aangemoedigd, ervoor gezorgd dat haar vertaling levendiger werd en beter ging lopen. Hij heeft haar als vertaler veranderd, gelukkig gemaakt. Daarom bestempelt ze haar Caeirovertaling als een transelation – de overdracht van een gevoel van vreugde (elation)5.

Mogelijk lag Moures alias uit de Caeirovertaling aan de basis van Elisa Sampedrín, haar Galicische heteroniem dat niet alleen in O Resplandor opduikt, maar ook al aanwezig was in Expeditions of a Chimaera en Little Theatres, en als klankbord fungeert voor Moures teksten en bespiegelingen. Zoals de fictieve Sampedrín (die in heel wat recensies voor een bestaande dichteres wordt aangezien) uit het Roemeens vertaalt omdat ze de gedichten van Nichita Stănescu wil lezen, studeerde Moure Galicisch omdat ze Chus Patos poëzie wilde vertalen.6

Gedichten schrijven of gedichten vertalen zijn dus in se hetzelfde voor Erín Moure: ze reageert op taal met al haar cellen. Ze probeert te luisteren naar datgene wat de taal en het gedicht haar vragen te doen, in en door de teksten die in haar opkwamen of haar pad kruisten. Schrijven is haar respons op de taal, geen act opgevoerd door iemand die daar los van zou staan. De wereld zit boordevol klank. Klanken en woorden trekken elkaar aan, ze trekken ideeën aan, zorgen en dromen. Poëzie is een grenzeloos genre, dat alleen botst op de grenzen die men zichzelf oplegt, maar wie durft, kan deze grenzen verleggen.7

 

Noten
1 My Beloved Wager. Essays from a Writing Practice. Edmonton: NeWest Press, 2009, p. 11.
2 Ibidem, ‘Reading never ceases to amaze me’, p. 13–14.
3 Ibidem, p. 173–178.
4 Sheep’s Vigil by a Fervent Person: A Transelation of Fernando Pessoa’s ‘O Guardador de Rebanhos’. Toronto: Anansi, 2001.
5 My Beloved Wager. ‘Fidelity Was Never My Aim (But Felicity)’, p. 190–193.
6 Ibidem, ‘Crossing Borders with a Galician Book of Poetry’, p. 250.
7 Ibidem, ‘And Poetry’, p. 17–18.