‘Il faut d’abord bien savoir le latin. Ensuite il faut l’oublier.’
We moeten eerst goed Latijn leren. En het daarna vergeten.
Montesquieu, Lettres persanes
In de les Latijn heb ik leren vertalen. Ik ben mijn docenten dankbaar voor hun doorgedreven training in nauwkeurig lezen. Minder enthousiast ben ik over hun raad om zo veel mogelijk van het Latijn te laten doorschemeren in het Nederlands. In de episode ‘Oxen of the Sun’ uit zijn roman Ulysses parodieert James Joyce die letterlijke wijze van vertalen:
Universally that person’s acumen is esteemed very little perceptive concerning whatsoever matters are being held as most profitably by mortals with sapience endowed to be studied who is ignorant of that which the most in doctrine erudite and certainly by reason of that in them high mind’s ornament deserving of veneration constantly maintain when by general consent they affirm that other circumstances being equal by no exterior splendour is the prosperity of a nation more efficaciously asserted than by the measure of how far forward may have progressed the tribute of its solicitude for that proliferent continuance which of evils the original if it be absent when fortunately present constitutes the certain sign of omnipollent nature’s incorrupted benefaction.
Deze briljante pastiche weerspiegelt de dagelijkse praktijk van veel classici. Ze kopiëren angstvallig de Latijnse formulering in de ijdele hoop trouw te zijn aan het origineel. Zelfs gedrukte versies zijn vaak gesteld in een vertaals dat men nog het best ‘Nederlatijns’ kan noemen. Een voorbeeld is deze zin uit een vertaling van J.B.W. Polak, gepubliceerd in 1963 en ongewijzigd heruitgegeven in 1993: ‘Integendeel, al overwegend toch kan men ontdekken dat geen ander ding zo belangrijk en voortreffelijk is, ja dat veeleer ijver dan kracht of gelegenheid aan de menselijke natuur ontbreken’ (Gaius Sallustius Crispus, De oorlog met Jugurtha, Amsterdam: Meulenhoff). De vertaler doet geen enkele poging om vocabulaire, constructie en stijl om te denken in het eigen idioom. De zin is alleen begrijpelijk voor wie er het Latijn in leest: ‘Nam (toch) contra (integendeel) reputando (al overwegend) neque maius aliud (geen ander ding zo belangrijk) neque praestabilius (en voortreffelijk) invenias (kun je ontdekken) magisque (ja dat veeleer) naturae hominum (aan de menselijke natuur) industriam quam vim aut tempus (ijver dan kracht of gelegenheid) deesse (ontbreken).