Liedjes vertalen is een schone zaak
En schenkt het mensdom veel vermaak
Eraan zit echter menig oog en haak
Wat wij merkten toen we in de aanloop naar de jaarlijkse Top 2000 Aller Tijden tien liedjes hadden vertaald. Luisteraars van het programma Het Theater van het Sentiment mochten zelf ook aan de slag. Aan het eind van het programma, zo tegen elven, als de nachtegalen op stok gaan, werd dan onze vertaling gedraaid, uitgevoerd door de Top 2000 band. De programmamakers zaten ervan te kijken hoe groot de respons was. Ze hadden gedacht dat er misschien een of twee inzendingen binnen zouden druppelen, maar het werd een ware zondvloed. Ze kwamen binnen uit heel het land en in alle mogelijke genres, huisvlijt, meligheid, serieuze pogingen, klankvertalingen, bewerkingen, computergestuurde, tekstgetrouwe, muziekgetrouwe. Het was een Milanees scala aan stijlen en variaties. In de eerste uitzending, voordat de prijsvraag losbarstte, waren wij verdwaalde studiogast en werd ons gevraagd (zonder dat we daarop voorbereid waren) of wij wat tips hadden, gouden tips voor aanstaande aspirant liedjesvertalers in spe. Drie tips moesten het er zijn, niet meer, want dat konden de luisteraars niet bevatten, aldus de charmante presentator. Uit de losse pols schudden wij de volgende drie geheimtips uit de mouw uit de gaarkeuken. Op drie (‘drie-drie-drie’) hadden we: Zing altijd mee met wat je doet. Alleen dan merk je of het past. Want vergeet nooit: je vertaalt een liedje, dat gezongen wordt op een melodie die al bestaat, en dat je dus moet kunnen meezingen. Je mag natuurlijk wel eens smokkelen, afhankelijk van het lied en/of de artiest, maar het mooiste is als het precies meeloopt met het origineel. Dat geeft niet alleen jezelf een kick maar ook een Nederlands dat in enen heel zingbaar blijkt te zijn. Op twee (‘twee-twee-twee’) stond, met stip: Ga op zoek naar het haakje. Want waar moet je beginnen met vertalen? Je moet wachten op de geniale ingeving, maar je moet jezelf er wel voor openstellen. Vaak bedenk je plotseling de vertaling voor een regel of de titel zolang je die maar lang genoeg in je hoofd hebt laten rondgaan. En als je die ingang eenmaal hebt, als je die deur hebt ontdekt, kun je de rest van het gebouw eromheen optrekken. Gewoon op niks af beginnen is veel moeilijker, of je moet het willen houden bij een mondegreen-achtige klankvertaling, want dat is een poëtisch procedé dat je op elk moment uit het rek kan trekken, en tot mooie resultaten kan leiden. Toen moesten we de belangrijkste tip nog verzinnen, en dat werd (‘de gouden glans van radio straalt af van deze polderpopperiaanse supertip!’): Wees niet bang. Je moet natuurlijk nooit bang zijn, maar het gaat erom dat je niet al te voorzichtig moet zijn. Vergeet niet dat je altijd de muziek hebt die het gevoel van de woorden steunt. Soms is een liedtekst nu eenmaal banaler en normaler dan je altijd dacht toen je hem in de oorspronkelijke taal hoorde. Of juist abnormaler. Liedjes hebben ook vaak vreemde rare dingen die niet kloppen, en waarvan je dus niet moet schrikken. En als je vertaalt, kun je je best vreemde dingen permitteren. Paul McCartney zong ‘Hey Jude’ voor aan John Lennon en verontschuldigde zich voor de zin: ‘The movement you need is on your shoulder.’ Dat was een werktekst, die zou hij nog wel veranderen. ‘Niet doen!’ zei Lennon. ‘It’s great!’ (Of in Pauls woorden: ‘It’s good. I like it.’) Aan de andere kant luidde de eerste versie van ‘I Saw Her Standing There’: ‘She was just seventeen, She’d never been a beauty queen.’ Dat werd meteen veranderd in ‘You know what I mean’ - wat eruit ziet als een stoplap, maar in het liedje werkt het als een heuse adrenalineboost. Je hoeft niks meer uit te leggen. Je hoeft al helemaal niet met schoonheidskoninginnen te komen aanzetten, want dat zegt de muziek dus al voor je.
Alleen van die laatste tip hadden we wel een beetje spijt, want de meeste inzenders hadden wel íetsje banger mogen zijn, achteraf gezien. Het was natuurlijk ook een moeilijke opgave, om in een uur of wat een zingbare vertaling te fabrieken, maar de vertalingen die we te zien kregen sprongen meestal met zevenmijlslaarzen over de heikele punten heen. Er zaten grappige vertalingen tussen, en soms goeie vondsten, maar wat ons opviel is dat ze veronachtzaamden wat dat speciale liedje nou zo speciaal maakte. Elk liedje heeft wel een regel die eruit springt, een regel die extra bijzonder is. Die regel moet je vinden en die moet je goed willen overbrengen. Dat is de oorspronkelijke haak van het liedje zelf. Soms is het een bijzonder rijm, verraderlijk simpel, zoals in ‘God Only Knows’ van de Beach Boys:
The world could show nothing to me
So what good would living do me
Dat moet dan ook verraderlijk simpel overgezet worden. Een inzender kwam met ‘Zou het leven niet stilvallen / Het bestaan zou niet meer bevallen.’ Een ander met: ‘De klok zal niet achteruitgaan / Dus waar kan ik dan nog heengaan.’ Een derde: ‘Dan valt mijn toekomst in stukken / En zie ik mijn leven mislukken.’
Vertalingen met aan waaghalzerij grenzende durf, dat wel. Maar zoals Nietzsche zei: Ezels hebben geen hoogtevrees. Vooral aan het werk van anderen zien we dat het toch moeilijker is dan het lijkt. Maar dat is iets wat vertalers wel vaker meemaken, dat andere taalgebruikers denken en zeggen: O, dat kan ik ook. Er kwamen niet alleen reacties binnen van mensen die het leuk vonden om het ook eens een keer te proberen, in de hoop de felbegeerde Radio-2 speelgoed-Vespa te winnen, maar er waren er ook die het niet bang zijn tot in het absurde doordreven en er heilig van overtuigd waren dat zij het beter konden.
Daar schrik je dan altijd wel van, maar bij nadere inspectie bleek dan toch telkens weer dat die overtuiging gebaseerd was op hun gebrek aan kritisch vermogen. Ze zagen niet eens waar de moeilijkheden lagen, daarom konden ze er ook zo makkelijk overheen springen. Clichés, sentimentaliteit, stoplappen werden ingezet en daar waren ze heel snel tevreden mee. Daarin lijken ze trouwens als twee druppels suikerwater op de meeste Nederlandse songtekstschrijvers, die ook allang blij zijn als het gepassioneerd en diepgevoeld lijkt.
Inmiddels is liedjes vertalen in Nederland een soort mode geworden, met dank aan onszelf. We vragen ons wel eens af: Wat hebben we losgemaakt? Wat hebben we aangericht? Waar hebben wij, waar hebben die liedjes het aan verdiend? Paul de Leeuw organiseert een vertaalwedstrijd voor een nummer van Dylan dat door Adèle de hitparade is ingezongen, ‘Make You Feel My Love’. Zelf deed hij ook een gooi naar de onsterfelijkheid met zijn werkelijk tenen- en overzeese geslachtsdelen krommende variant ‘Zo puur kan liefde zijn’. En laatst liepen we in de Jordaan en daar schalden van de daken de bekende klanken van ‘I Want To Hold Your Hand’, maar dan gezongen in een Nederlandse vertaling, die niet van ons was. Hij heette hier ‘Geef mij je hand en snel’. En dan rijmde dat weer met ‘Dat weet je zelf ook wel’ en ‘Wij zijn een heel goed stel’.
Toch best verdienstelijk, dachten we op het eerste oor. Waarom zijn wij daar niet opgekomen? We hebben de Engelse tekst er toen toch even op nageslagen, en die is veel gehaaider en dubbelzinniger dan deze getoonzette stoplap doet vermoeden. Het is bij de Beatles een doorlopende redenering, de ik-figuur wil iets vertellen, en terwijl hij dat zal vertellen (en zij weet best wel wat dat is, zegt hij), wil hij haar hand vasthouden:
Oh yeah, I’ll tell you something (I think you’ll understand), When I’ll say that something, I wanna hold your hand, I wanna hold your hand...
Het leuke is dat er niet wordt bij verteld wát hij dan wel wil zeggen, alleen dat hij haar hand wil vasthouden áls hij het gaat zeggen. En in deze nieuwe vertaling is het zo dat de ik-figuur tegen zijn liefje brult: Geef mij je hand en snel. Wat eigenlijk alleen maar als een Jiskefet-achtige parodie begrepen kan worden. Leuk, maar niet leuk.
De meeste vertalingen houden het op het eerste oor, want ze zijn maar met één oor gemaakt. En op dat ene oor slapen ze en ze laten de muziek ál het werk doen. En dat is nou ook weer niet de bedoeling.
We hadden dus eigenlijk een vierde geheime gouden tip moeten geven. Vergeet niet wat het liedje bijzonder maakt. Zoek de reden waarom het geschreven is zoals het geschreven is. De kern, het krokodillenei waaruit de woorden zijn gekropen. En in dit opzicht lijken liedjes dan weer wel heel erg op gedichten, als je ze vertaalt. Ook een gedicht heeft z’n regels die koste wat het kost behouden moeten blijven in al hun kracht en uniciteit. Het kunnen sonore klanken zijn, of een geslaagde alliteratie, of een rijm, of een wending, een bijzonder woord, een vreemde metafoor, maar er is altijd iets dat eruit springt en waaromheen je de vertaling bouwt. Er is in het gedicht ook altijd een kern geweest waaruit het is gegroeid. Een vertaling heeft net zo goed een kern als een origineel. Helaas zijn vertalers van poëzie vaak al blij als ze hetzelfde rijm- en ritmeschema kunnen aanhouden. Wat ze winnen aan knapheid en virtuositeit verliezen ze aan bijzonderheid en poëzie. Het lijkt alsof de gedichten de vertaler helemaal niets doen, alsof het alleen maar om vingeroefeningen gaat. Dat is het echte verraad in Vertalië, le trahison des traducteurs. Niet de klungels en de sukkels en de aspiranten die hun best doen tegen hun eigen klippen op, maar de virtuozen die de poëzie de nek omdraaien met lief- en bloedeloosheid en ‘adequate vertalingen’. Dat hadden we voor de radio ook nog moeten zeggen (‘vier-vier-vier’): zoek niet alleen het haakje, maar óók het oogje.