Jiddisje roman    53-54

Hilde Pach

Abstract: Over De heenreis van Jacob Glatstein, vertaald door de Vlaamse vertaler Herman Note en verschenen in de Jiddische Bibliotheek van uitgeverij Vassallucci. Ongewild geeft Pach wellicht aanzet tot een discussie die de komende jaren gevoerd zou kunnen worden: ‘Het is merkbaar dat de vertaling door een Vlaming is gemaakt. Op een enkele dubieuze vertaalkeus na (mag je een plat Jiddisj pratend meisje plat Antwerps laten spreken?) is daar echter niets mis mee.’

 

Hoe kom je erachter wat de meest opvallende vertaling van het jaar 2001 is? Simpel, door alle vertalingen te lezen die er verschenen zijn. Ik weet niet hoeveel dat er zijn, maar zeker meer dan ik heb kunnen lezen. Laat ik mij dan beperken tot mijn specialiteit: Hebreeuwse en Jiddisje literatuur. Daarvan vallen de boeken af die ik zelf heb vertaald. Dan blijft er nog een aantal interessante boeken over, zoals Pizzeria Kamikaze van Etgar Keret (Podium), een lichtelijk absurdistische verhalenbundel die zich onder meer afspeelt in de hel voor zelfmoordenaars, die verrassend veel op het aardse leven lijkt, met het verschil dat niets er meer toe doet, omdat iedereen toch al dood is. Zo gaat een Israëlische jongere die zich om onduidelijke redenen van kant heeft gemaakt, gerust een pilsje drinken bij de Palestijnse dader van een zelfmoordaanslag. Soms is de hel zo gek nog niet. Mooi en vindingrijk vertaald uit het Hebreeuws door Ruben Verhasselt.

Shulamith Bamberger vertaalde de roman Voor al uw liefdesverdriet van Yehoshua Kenaz (Arena). Alleen de titel is al een voorbeeld van een mooi opgelost vertaalprobleem. In het Hebreeuws luidt hij Machzir ahavot kodmot, ‘Brengt vroegere liefdes terug’. Dat staat op een bordje aan de deur van een man die hulp biedt aan mensen die door hun geliefde in de steek zijn gelaten. In Nederland zou hij waarschijnlijk inderdaad ‘Voor al uw liefdesverdriet’ aan de deur hebben gespijkerd.

Van Shifra Horn, die eerder het magisch-realistische familie-epos Vier moeders schreef, verscheen een nieuwe roman in dezelfde sfeer, Vier liefdes (Archipel). Deze titel is nu niet direct een wonder van inventiviteit. De oorspronkelijke titel is Hajafa banasjiem, ‘De schoonste onder de vrouwen’. Wat is er mis met dit citaat uit het Hooglied? Maar dat zullen we vertaalster Tinke Davids niet aanrekenen. Ernstiger is dat het boek niet uit het oorspronkelijke Hebreeuws, maar uit het Engels is vertaald. En hoewel dit evenmin de vertaalster kwalijk valt te nemen, is het daardoor wat mij betreft toch buiten mededinging.

In de nadagen van 2001 is Onze bruiloften van Dorit Rabinyan (Vassallucci) verschenen, wel direct uit het Hebreeuws vertaald, alweer door Ruben Verhasselt. Helaas, ik heb nog geen gelegenheid gehad dit boek te lezen.

Het boek waarop mijn keuze uiteindelijk is gevallen, is De heenreis van Jacob Glatstein. Vertaald uit het Jiddisj door de Belgische vertaler Herman Note. Er zijn verschillende redenen waarom dit boek er uitspringt. Ten eerste het feit dát het vertaald is. Uitgeverij Vassallucci begon enkele jaren gelden met de Jiddische Bibliotheek, een prijzenswaardig initiatief. Voor die tijd had de Nederlandse lezer dankzij Anatevka misschien van Sjolom Alejchem gehoord, en van Nobelprijswinnaar Isaac Bashevis Singer, maar verder strekte de kennis doorgaans niet. De Jiddische Bibliotheek heeft daar verandering in gebracht. Behalve de klassieken uit de negentiende eeuw kwamen er ook in Nederland vrijwel onbekende auteurs aan bod als de surrealistische Avraham Sutzkever en Esther Kreitman, zuster van de gebroeders Singer. En nu is er dan Jacob Glatstein (1896-1971), geboren in het Poolse Lublin, op zijn achttiende naar New York verhuisd, en daar gebleven tot zijn dood.

Glatstein is vooral bekend als dichter van modernistische Jiddisje poëzie. Hij behoorde tot de inzichisten, genoemd naar het Amerikaans-Jiddisje tijdschrift In Zich (‘In zichzelf’), opgericht door dichters die aan introspectie deden, en de wereld alleen zagen voor zover die zich in henzelf weerspiegelde. Ze wilden daarom alleen in hun eigen taal schrijven, en dat was het Jiddisj. Naast poëzie en artikelen over literatuur schreef Glatstein twee autobiografische romans, Wen Jasj iz geforn (‘Toen Jasj op reis ging’, New York 1938), nu vertaald als De heenreis, en Wen Jasj iz gekoemen (‘Toen Jasj aankwam’, New York 1940). Het eerste boek beschrijft Glatsteins reis van New York naar Lublin, om zijn stervende moeder een laatste bezoek te brengen, het tweede gaat over zijn verblijf in een verarmd en bedreigd Polen.

Een tweede reden om De heenreis te nominerenis de inhoud van het boek. Op de boot en in de trein ontmoet de hoofdpersoon een bont internationaal gezelschap. Hij schetst een tijdsbeeld en levert commentaar op de eigenaardigheden van verschillende nationaliteiten. Hij komt bijvoorbeeld een Nederlandse jood tegen die zich ver verheven voelt boven Poolse joden en niets van het zionisme moet hebben omdat het hem in Nederland aan niets ontbreekt. Ook ontmoet hij Russen die op staatskosten in Amerika hebben gestudeerd of rondgekeken. Dat kon toen nog. Het is 1934 en de dreiging van het nationaal-socialisme wordt voelbaar. Vooral als Glatstein met de trein door Duitsland rijdt en begroet wordt door leden van de Hitlerjugend. Als hij aan een Duitse reisgenoot verklapt dat hij joods is, zegt deze verontschuldigend dat het vast goed komt.

Anders dan Glatsteins mooie, maar soms moeilijk te doorgronden poëzie is De heenreis heel helder en toegankelijk geschreven. Het is bepaald niet vanzelfsprekend dat dat in vertaling zo blijft. Zeker niet als de vertaler een debutant is. Datdit boek uitstekend leesbaar en adequaat vertaald is, is de derde en belangrijkste reden om het voor te dragen. Herman Note hoorde al Jiddisj om zich heen tijdens zijn jeugd in Antwerpen. Maar pas enkele jaren geleden leerde hij het werk van Glatstein kennen en ging hij Jiddisj studeren, onder meer om hem te kunnen vertalen. Dat is hem uitstekend gelukt. Het is merkbaar dat de vertaling door een Vlaming is gemaakt. Op een enkele dubieuze vertaalkeus na (mag je een plat Jiddisj pratend meisje plat Antwerps laten spreken?) is daar echter niets mis mee.

Jacob Glatstein, De heenreis. Roman. Vertaald uit het Jiddisj door Herman Note. Jiddische Bibliotheek 8. Vassallucci, 2001.