Abstract: De auteur laat zien dat het sommige uitgevers volkomen onverschillig laat dat een vertaling alleen uit woorden bestaat. Welke navrante fouten er ook staan, ‘als de kassa maar rinkelt. En die rinkelt langduriger en luider als er weinig geld besteed wordt aan een vertaler.’ Gedetailleerd bespreekt hij een aantal hilarische fouten uit Een perfecte glimlach, een vertaling uit het Engels waaraan door drie vertalers gewerkt werd met een wel erg bedroevend resultaat.
Hoe kan men goede vertalers beschermen tegen dilettanten? Het blijkt steeds weer nodig dat die vraag gesteld wordt. Men zou menen dat kwaliteit het op den duur altijd wint van broddelwerk. Maar bij het uitgeven van in het Nederlands vertaalde werken blijkt keer op keer dat het zo niet werkt. Sommige uitgevers lijken volmaakt tevreden als de vertaling bestaat uit Nederlandse woorden. Of die woorden steeds een zinvolle mededeling bevatten en ook nog weergeven wat de schrijver bedoeld heeft, ligt blijkbaar buiten hun belangstellingsfeer. Als de kassa maar rinkelt. En die rinkelt langduriger en luider als er weinig geld besteed wordt aan een vertaler.
Ik roep een voorbeeld uit het nabije verleden terug in de herinnering van de lezers van Filter. Niet zo lang geleden namelijk heb ik al een keer de vinger op deze wonde gelegd. Dat was, toen een bekende uitgever de roman East of the mountains vanDavid Gutersonin Nederlandse vertaling liet verschijnen. Ik stuurde aan deze uitgever honderden suggesties voor correctie van de meest onnozele blunders ooit vertoond, wel te verstaan voor zover die voorkwamen in de eerste helft van de roman. Daarvoor bestond bij de uitgeverij geen belangstelling. Toen er echter een paar maanden later een goedkopere herdruk verscheen, bleken mijn suggesties zonder woord of wijs overgenomen te zijn, terwijl de tweede helft van het boek nog steeds dezelfde onzinnigheden bevatte.
Er is, meen ik, geen beter middel om uitgevers ertoe te bewegen goede vertalers te engageren dan publiciteit. Daarom laat ik hier enige opmerkingen volgen over de vertaling van Bluethroat Morning van Jacqui Lofthouse, verschenen bij Cargo, een imprint vanDe Bezige Bij. Ik kreeg dit boek bij toeval te lezen en besefte tijdens de lectuur ervan dat hier een poging gedaan werd om de vertaler van Gutersons roman naar de kroon te steken.
In de in het Nederlands onder de titel Een perfecte glimlach verschenen roman doet zich het merkwaardige verschijnsel voor, dat het eerste deel van het boek (een goede 300 bladzijden) slechts aanleiding geeft tot relatief weinig kritische opmerkingen. Natuurlijk kan formal dress bezwaarlijk vertaald worden met 'vrijetijdskleding' (35), maar deze onbegrijpelijke vergissing is hier niet symptomatisch. De kritiek beperkt zich tot oninteressante missers op idiomatisch en grammaticaal gebied.
Dat dat na een paar honderd bladzijden drastisch verandert, vindt waarschijnlijk zijn oorzaak in het feit dat er drie vertalers aan het boek gewerkt hebben: een nieuwe vertaler toont zijn kunnen. Nu blijkt zowel de kennis van het Nederlands als die van het Engels schromelijk tekort te schieten. Van consciëntieus vertalen is nauwelijks sprake en de lezer wordt op vrijwel iedere bladzijde op het verkeerde been gezet.
Het Nederlands rammelt. Men schrijft ‘klinkte’ in plaats van ‘klonk’ (431), ‘een aardse geur’ (417) in plaats van ‘een grondlucht’, ‘schiep’ in plaats van ‘schepte’ (40). De vertaler verwart ‘golfbrekers’ met ‘branding’ (446), noemt een ‘telefooncel’ een ‘kiosk’ (477), meldt dat ieder mens ‘gemissen’ heeft (384) en denkt dat een ‘model’ (een mannequin dus) ‘modelleert’ (445).
Och, denkt de lezer, natuurlijk, het is allemaal niet correct, maar ik begrijp in ieder geval de bedoeling. Maar helaas, dat blijft niet zo. Een paar vertaalvoorbeelden:
‘Is dit de revolutie waarop ik heb gewacht?’ Er staat revelation (451).
‘Ik heb mijn hele leven om de dood gerouwd, terwijl ik me had moeten concentreren op het leven’ (450). Maar er staat: mourning the dead … concentrated on the living.
‘vijf dagen lang geen communicatie’ (453). (no communication for a fortnight)
‘We moeten hier weg’ (393). (We've got to get over there)
‘Ik pakte haar hand en trok haar naar achteren’ (398). (I took her hand but she pulled back)
‘Hij zat in een rechte stoel’ (399). (He sat straight in his chair)
Iemand wordt door de politie verhoord, op the police-station. After that she picked him up from the station. Dat wordt in het Nederlands: ‘Ze haalde hem op van het station’ (422).
Er wordt een drankje aangeboden. Als een Nederlander dan ‘dank je’ zegt, wil hij het níet, maar een Engelsman juist wel. Dat weet de vertaler niet (105).
‘Judith belde me rond een uur of zeven’ (444). (Judith called for me)
‘Hij had het geweer nooit uit de sneeuw moeten halen’ (382). (He should never have taken the gun out in the snow)
‘hoe zijn gezicht eruit zag: geel, maskerachtig, de visschubben op zijn wang’ (474). Visschubben? Ja, die stammen van het woord scab, een bloedkorst dus.
‘Ik kwam op adem’ (411). (I caught my breath)
‘Vannacht las ik over Camus’ zelfmoord’ (435). Dat is dus tot nu toe onbekende informatie over Camus. Maar er staat: I was reading Camus on suicide.
‘die lange jonge geesten’ (471). (those lazy young minds)
‘Het greep me aan’ (461). (I was unaffected)
De logica is vaak ver te zoeken. Een voorbeeld: iemand rijdt in zijn auto, kijkt achterom naar het huis dat hij zojuist passeerde, en hoopt dan een gordijn in dat huis te zien ‘ritselen’(334).
Een van de belangrijkste personen in de roman is een wildfowler. Dat wordt (aanvankelijk) vertaald met ‘vogelschutter’, een niet zo gangbaar woord, maar goed, men begrijpt de bedoeling. Als er een aantal bladzijden later opnieuw aan deze persoon gerefereerd wordt, is hij plotseling ‘gevogelte’ geworden (358), en nog later is hij (de vertaler denkt blijkbaar aan flower in plaats van fowler) een ‘wilde bloem’ (425). En die maar schieten!
Een personage wordt belaagd door verslaggevers en fotografen. Aanvankelijk houden die laatsten zich afzijdig (they hung back). Ziehier het Nederlands: ‘De fotografen hingen er loom bij’ (394).
It was a bone of contention between our families. Men gelooft zijn ogen niet, want de vertaling luidt: ‘Het was een been dat onze families verbindt’ (464).
En hoe loopt het af met de hoofdpersoon? De vertaling zegt, zonder enige verklaring: ‘Een mep’ (470). Men vraagt zich af, wat een dergelijke cryptische mededeling wel mag betekenen. Wel, de Engelse tekst meldt dat ze eindigt on a slab – in het lijkenhuisje! Maar de vertaler dacht waarschijnlijk aan een slap, en wist daar uiteraard geen weg mee.
Hoewel men hier en daar geamuseerd kan grinniken om zoveel onkunde en slordigheid (en er zou nog veel meer gemeld kunnen worden), blijft toch het besef, dat een uitgever en een vertaler die ons op een dergelijk wanproduct trakteren, blijk geven van een beledigende minachting van hun publiek, om maar niet te spreken van de buitenlandse auteur die waarschijnlijk nooit zal weten hoe zijn pennenvrucht hier gemaltraiteerd wordt. Het wordt tijd dat er meer aandacht komt voor de kwaliteit van een vertaling en dat de honorering van vertalers niet als sluitstuk op de begroting van de uitgeverij komt.
Iedereen kan vertalen? Bekijk ’t!
Jacqui Lofthouse, Een perfecte glimlach. Vertaling Dirk-Jan Arensman, Corrie van den Berg en Pim Lukkenaer. Cargo/De Bezige Bij, 2001.