Abstract: Het dankwoord bij de Martinus Nijhoff Prijs 2000 van de prijswinnaar Bertie van der Meij, de vertaalster van de Zweedse auteurs Göran Tunström, Torgny Lindgren en Reidar Jönsson.
De achttiende-eeuwse Zweedse schrijver Kellgren, die ook veel vertaalde, had een liberale kijk op het werk van vertalers. Volgens hem mogen vertalers zich behoorlijk wat vrijheden veroorloven. Ze mogen bijvoorbeeld best meer woorden gebruiken dan het origineel ‒ hijzelf schrok er niet voor terug om een dichtwerk van 54 Latijnse verzen om te zetten in 225 Zweedse verzen ‒ als de gedachten die in het werk worden uitgedrukt maar dezelfde zijn en als de vertaling maar evenveel kracht heeft als het origineel, of ‒ liever nog ‒ méér kracht. Een bekwaam vertaler mag, aldus Kellgren, bloemen geven in plaats van zaad, goud in plaats van erts. Als het begrip van de tekst dat vereist mag je in een vertaling gerust iets toevoegen, en wat tegen de goede smaak of het fatsoen indruist kun je veranderen of gewoon weglaten. Al te gedurfde metaforen dienen te worden afgezwakt, clichéuitdrukkingen moeten worden opgefrist. Het moet zijn alsof de schrijver in dezelfde tijd leeft en dezelfde taal schrijft als de vertaler, vindt Kellgren, en pas als dat gelukt is, heeft de vertaler een klein takje verdiend van de lauwerkrans die de hoofden van de schrijvers siert.1
Deze principes van Kellgren spelen vaak door mijn hoofd als ik aan een vertaling begin, want eigenlijk staan ze me wel aan. Maar als ik een goed boek onder handen heb, dan begint er algauw nóg een stem in mijn hoofd te spreken: de stem van de schrijver. Die zegt dat ik de speciale toon, het eigen karakter van die schrijver moet proberen te vertolken. Niks vrijheden! zegt die stem. Tussen Kellgren en ‘mijn’ schrijver vallen in mijn hoofd soms heel wat woorden en het is dan aan mij om compromissen te vinden waar ze allebei mee kunnen leven.
Ik vind het een geweldige eer dat de jury van de Martinus Nijhoff Prijs oog heeft gehad voor de resultaten van dat innerlijke geharrewar en dat het bestuur van het Prins Bernhard Cultuurfonds ze met zo’n indrukwekkende lauwertak heeft willen bekronen. Ik ben u daarvoor zeer dankbaar.
De Martinus Nijhoff Prijs 2000 werd op 31 oktober 2000 aan Bertie van der Meij uitgereikt in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Bij die gelegenheid werd een verkort juryrapport uitgesproken en gepubliceerd. Filter publiceert de integrale versie van het rapport.
Noot
1 Johan Henrik Kellgren (1751–1795). Ontleend aan het voorwoord bij zijn vertalingen in het Zweeds van de Romeinse dichters Horatius en Propertius, 1784.