In Sigmunds stijl    2-9

Saskia Wieberdink

Abstract: Een overzicht in vogelvlucht van de problemen bij het vertalen van Freuds werk, en van de oplossingen waarvoor gekozen is in enkele bekende vertalingen van Freuds Gesammelte Werke. Ook Freuds eigen opvattingen over de vertaling van zijn werk komen aan bod.

 

‘Ich fordere Sie auf, auf das Wohl unseres Chefs aufzustofsen’. Deze jammerlijk mislukte toast is een bekend voorbeeld van een Fehlleistung uit een van de bekendste werken van Sigmund Freud (1856-1939) ‒ de voor een lekenpubliek bestemde Vorlesungen zur Einführung in die Psychoanalyse (1916/17: 26). Zo gemakkelijk als dergelijke versprekingen tot stand komen, zo moeilijk kan het zijn ze te vertalen. Het is buitengewoon lastig, en soms waarschijnlijk onmogelijk, om een vertaling te vinden met dezelfde semantische inhoud en een vergelijkbaar komisch effect.

In de oudste Nederlandse vertaling van bovengenoemd werk ‒ die van A.W. van Renterghem, uit 1917 ‒ werd, naar ik aanneem om deze reden, de Duitse tekst gehandhaafd zonder nadere uitleg (Freud 1917: 26). In de recente Nederlandse Freud-editie koos Wilfred Oranje voor een mengeling van Duits en Nederlands: ‘Ik nodig u uit [auf] auf de gezondheid van onze chef aufzustossen [“op te rispen” i.p.v. anzustossen (te klinken)]’ (Freud 1989: 43). James Strachey ‒ verantwoordelijk voor de gezaghebbende Engelstalige Standard Edition handhaafde de Duitse tekst, maar voegde een korte Engelse uitleg in: ‘Ich fordere Sie auf, auf das Wohl unseres Chefs aufzustossen (instead of: anzustossen)’. In een noot volgt dan nog de vertaling: (‘I call on you to hiccough to (instead of: “drink to”) the health of our Chief’] (Freud 1974: 58).

Behalve de verspreking zelf vormt ook de naam van de algemene categorie waaronder deze valt ‒ de door Freud verzonnen term Fehlleistung ‒ een probleem voor vertalers. Strachey gebruikte hier een zelf bedacht woord met Griekse wortels: parapraxis, De in Nederland gangbaar geraakte term Freudiaanse verspreking is in deze context uiteraard niet bruikbaar. Van Renterghem koos voor de te algemene term vergissing, Oranje voor lapsus. Behalve bij Van Renterghem is in deze vertalingen de directe inzichtelijkheid van de oorspronkelijke Duitse term verdwenen, ook is de oxymoron ‒ de tegenstelling tussen het negatieve Fehl- en positieve -leistung ‒ overal verdwenen.

Bovenstaand voorbeeld valt aan te vullen met vele andere. Het geeft aan, dat vertalers van het werk van de grondlegger der psychoanalyse nu en dan geconfronteerd worden met de grenzen van de vertaalbaarheid ervan ‒ zowel bij de vertaling van termen als van concrete voorbeelden. Dit artikel vormt een overzicht in vogelvlucht van de problemen bij het vertalen van Freuds werk, en van de oplossingen waarvoor is gekozen in enkele bekende vertalingen van Freuds Gesammelte Werke. Ook Freuds eigen opvattingen over de vertaling van zijn werk zullen kort aan bod komen.1

Enkele vertalingen van de Gesammelte Werke van Freud
De meest invloedrijke vertaling is die in het Engels: de hierboven reeds genoemde Standard Edition van James Strachey, verschenen tussen 1953 en 1974. Waarschijnlijk is Freud in deze uitgave heel wat meer gelezen dan in het Duitse origineel. Voor zowel veel Engels- als anderstaligen vormde en vormt de Standard Edition de inwijding in Freuds gedachtengoed. De Freud-citaten in de Engelstalige psychoanalytische literatuur komen over het algemeen uit Strachey. Latere vertalers, zoals die van de Nederlandse Freud-editie, hebben Strachey regelmatig geconsulteerd. Van diens Editorial Apparatus ‒ veel beter dan dat van de Gesammelte Werke is hierbij vaak dankbaar gebruik gemaakt.2 Strachey’s vertaling wordt over het algemeen als een monument beschouwd ‒ ook door degenen die kritiek op hem hebben.

In Frankrijk, waar de Freud-receptie betrekkelijk laat op gang is gekomen, bestond tot voor kort geen uitgave van diens verzamelde werken. De Fransen moesten het doen met vertalingen van losse werken van Freud, van de hand van onder anderen Anne Berman en Marie Bonaparte. Het gaat hier om vertalingen in de ‒ reeds door Goethe gesignaleerde ‒ sterk naturaliserende Franse vertaaltraditie. In 1988 werd in Frankrijk eindelijk een begin gemaakt met de uitgave van de Oeuvres complètes. Tot nu toe is een aantal delen verschenen, onder redactie van Jean Laplanche, Pierre Cotet en André Bourguignon. Het project verdient afzonderlijk aandacht vanwege de originele, exotiserende, dus on-Franse, uitgangspunten: het team wil de tekst van Freud zo getrouw mogelijk weergeven, ook al leidt dit soms tot ongebruikelijke Franse constructies.

In Nederland bestonden, evenals in Frankrijk, tot voor kort slechts vertalingen van losse werken van Freud. In de jaren zeventig veranderde dit: tussen 1979 en 1993 verscheen Sigmund Freud ‒ de Nederlandse editie. De uitgave beslaat dertig delen, ongeveer negentig procent van het werk van Freud ‒ geen enkele van bovengenoemde edities, de Gesammelte Werke incluis, omvat het gehele werk van Freud.

De aanzet tot een complete Nederlandse Freud-vertaling werd pas in 1971 gegeven, door De Bezige Bij. Het project kent een roerige geschiedenis (zie ook Schreuder 1993). Nadat het na een aantal jaar was overgenomen door uitgeverij Boom, beproefden diverse Nederlandse vertalers hun krachten op het vertalen van Freud. Adriaan Morriën en Henk Mulder vertaalden de eerste drie delen en leverden volgens velen uitstekend werk, zij werkten echter zo langzaam dat het project bij gelijkblijvend tempo pas halverwege de volgende eeuw zou zijn afgerond. Om die reden werden door de uitgever andere vertalers en redacteuren aangezocht. Het leeuwendeel van de vertalingen is van de hand van ‒ beurtelings ‒ de in 1992 overleden dichter Thomas Graftdijk en de slavist Wilfred Oranje, die ook afwisselend de redactie op zich namen. Incidentele vertalers waren Hans Bakx, Dick Bergsma, Henk Bournan, Lucas Gabel, Gerda Mathot, Robert Starke en Eva Wolff.

Problemen bij het vertalen van Freud
Termen. Zoals bekend heeft Freud een omvangrijk begrippenkader geschapen. De bijbehorende termen waren soms neologismen, zoals Ödipuskomplex, Über-Ich, Fehlleistung en Libido. De meeste werden echter gevormd met bestaande woorden, ontleend aan de omgangstaal: de nieuwvorming Über-Ich is het complement van alledaagse woorden als Es en Ich, andere voorbeelden zijn Übertragung en Besetzung. Concrete woorden uit de Duitse omgangstaal hadden Freuds voorkeur, naar hij zelf heeft opgemerkt vanwege de grotere rijkdom aan associaties waarover zij beschikken (zie Mahony 1992: 27). Freud gebruikte vaak verschillende woorden om één begrip aan te duiden, en omgekeerd één woord (bijvoorbeeld Übertragung) in verschillende betekenissen.

Dit flexibele ‒ volgens critici inconsistente ‒ woordgebruik van Freud was onder meer gemotiveerd door zijn opvatting van wetenschappelijke definities, en meer algemeen, door zijn wetenschapsopvatting: ‘Namen brauchen nicht passend zu sein, u. uns bleibt im Fortschritt der Wissenschaft nichts übrig, als den neuen Wein in die alten Schläuche einzufüllen’.3 De woorden van de Duitse taal ‒ de ‘oude zakken’ ‒ boden Freud de mogelijkheid tot een uitgebreid spelen met de Duitse taal; behalve dat ze hem behulpzaam waren bij het exploreren van een begrip, gaven ze ook aanleiding tot vele klankeffecten, waarop ik later terugkom. Freud benutte trouwens veelvuldig een specifieke eigenschap van de Duitse taal, namelijk het feit dat deze zeer soepel nieuwe zelfstandige naamwoorden produceert vanuit bestaande woorden. De vorming van samenstellingen bijvoorbeeld was een door Freud zeer geliefd procédé, wat soms leidde tot bouwsels als Schmerzunlust, Sehnsuchtsangst en Vorwurfshandlung.

Freuds concrete, flexibele en creatieve woordgebruik geeft zijn vertalers de nodige problemen ‒ al zijn de moeilijkheden voor de ene taal minder groot dan voor de andere. De term Besetzung bijvoorbeeld ‒ die aanduidt dat psychische energie gebonden is aan een bepaald object ‒ schijnt in het Spaans goed te kunnen worden weergegeven door de term investidura4; deze mist de economische connotatie die het Engelse investment minder bruikbaar maakt. De twee vertalers in het Nederlands kozen voor de term bezetting, die eveneens, sinds de Tweede Wereldoorlog, een wat minder gelukkige bijbetekenis heeft.

Strachey loste deze ‒ en andere ‒ problemen op door een neutrale terminologie te scheppen, door middel van medisch getinte woorden met Griekse en/ of Latijnse wortels.5 Voor Besetzung bedacht hij bijvoorbeeld caihexis,voor Fehlleistung het reeds genoemde parapraxis. Andere voorbeelden van dit procédé zijn de termen id, ego en superego, voor Es, Ich en Über-Ich. Afgezien van parapraxis, zijn deze ‒ en andere ‘internationale’ ‒ termen zo ingeburgerd geraakt, dat de gemiddelde Freud-lezer vaak niet weet ‒ of zich niet realiseert ‒ dat ze niet afkomstig zijn van Freud zelf. Behalve dat deze termen een oplossing vormden voor het probleem van de vertaling van Freuds concrete Duitse terminologie, droegen ze ook bij aan een uniformering en internationalisering van de psychoanalytische terminologie.6 In recentere vertalingen is sprake van een minder internationaliserende aanpak. In de Nederlandse Freud-editie is bijvoorbeeld gekozen voor Es, Ik en Boven-Ik (in de eerste vertalingen, van Morriën en Mulder, Opper-Ik geheten). Deze termen lijken in Nederland geen ingang te hebben gevonden, over het algemeen wordt óf het Duitse óf het Latijnse trio gehanteerd.

Freud heeft veel gebruik gemaakt van woorden met het voorvoegsel Ver-,een woordsoort met een hoge frequentie in het Duits, waarmee wordt aangeduid dat een handeling niet leidt tot het bedoelde effect: Versprechen, Verlesen, Verhören, Vergessen, Verlegen en Ver lieren (p. 18-19). Ook het Nederlands kent een dergelijke woordvorming met ver-. Beide Nederlandse vertalers leverde de reeks termen dan ook weinig problemen op. Anders is het voor het Engels. Strachey kon helaas slechts enkele malen gebruik maken van het voorvoegsel mis-, hij vertaalde de serie meta slip of the tongue, a misreading, a mishearing, forgetting, mislaying, losing. Een aantal van deze substantieven heeft een statisch karakter ‒ waardoor het procesmatige van het Duitse verbale substantief met Ver- verloren gaat.

Syntaxis. Bij Freud zijn veel passages aan te treffen met een zinsbouw die kenmerkend is voor het Duits. Hij maakte dankbaar gebruik van de door deze taal geboden mogelijkheid tot een vrije volgorde van zinsdelen, passieve constructies komen bij hem veelvuldig voor. De meningen verschillen omtrent de vraag in hoeverre Freuds zinsconstructies ‘gewoon Duits’ zijn en in hoeverre ze kenmerkend zijn voor Freuds persoonlijke stijl (zie Sixel 1994). Hoe dit ook zij, het vertalen van fragmenten met deze zinsbouw kan problemen opleveren, met name in talen met andere constructies voor de lijdende vorm of met een relatief vaste woordvolgorde, zoals het Frans.

Een voorbeeld waaruit blijkt op welke verschillende wijzen men deze vertaalproblemen te lijf kan gaan wordt gevormd door een titel van een werk van Freud uit 1919: Ein Kind wird geschlagen (door Strachey vertaald met A child is being beaten).In de vertaling Un enfant est battu krijgt battu de waarde van een adjectief, en verdwijnt het dynamische aspect (dat in de verhandeling essentieel blijkt te zijn). De grammaticaal correcte vertaling On bat un enfant (van vroegere vertalers ‒ H. Hoesli en D. Guérineau) slaat de plank echter helemaal mis: het lijkt nu te gaan om sadisme in plaats van masochisme. De eerste oplossing had daarom, ondanks haar bezwaren, toch de voorkeur van Laplanche c.s. Dit was mogelijk ook het geval omdat de Duitse woordvolgorde gehandhaafd bleef ‒ iets wat het Franse team zoveel mogelijk nastreeft, al leidt dit soms tot een syntactisch gezien wat ongebruikelijk Frans (zie Laplanche: 164, 166).

Klank en ritme. Freud hield klaarblijkelijk van het gebruik van klankeffecten. Dit blijkt al uit veel van zijn titels, met alliteratie (Totem und Tabu) en assonantie (Das Unbehagen in der Kultur). In vele woordspelingen jongleert Freud met de klank van woorden (bijvoorbeeld rond steil- en deck, Ornston 1992: 15). Versprekingen uiten zich in eerste instantie op het niveau van de klank ‒ zie het voorbeeld aan het begin van dit artikel. Welke vertaalproblemen dit zoal kan opleveren, is al aangegeven met het voorbeeld van de reeks Fehlleistungen beginnend met Ver-. Het ritme in Freuds proza is veelvuldig geprezen, een fenomeen dat behalve in de net genoemde titels ook waarneembaar is in: Jenseits des Lusiprinzips en Trauer und Melancholie. Alleen de vertalingen van de laatste titel leveren ritmisch gezien een bevredigend resultaat op: Mourning en melancholia (Strachey), Rouw en melancholie (Oranje), Deuil et mélancholie. De vertalingen van de andere titel zijn in dit opzicht minder geslaagd: respectievelijk Beyond the pleasure principle, Aan gene zijde van het lustprincipe, Au-delà du principe de plaisir.

Stijl. Freuds stijl is door zeer velen geroemd ‒ onder wie Thomas Mann, Alfred Döblin, Herman Hesse en Stefan Zweig. In 1930 ontving Freud de Goethe-prijs, onder andere voor zijn verdiensten als schrijver. De stijl wordt kameleontisch genoemd: Freud past zich aan zijn publiek aan, is bijvoorbeeld didactisch in een theoretische tekst als de Metapsychologische Ergänzung der Traumlehre, polemisch in Zur Geschichte der psychoanalytischen Bewegung, en onderhoudend in de Vorlesungen.

Het is vaak onmogelijk in een vertaling van Freud zowel recht te doen aan alle betekenisnuances als aan de stijl. Strachey signaleerde dit al in zijn voorwoord bij de Standard Edition, waarin hij zegt de voorrang te geven aan de betekenis: ‘wherever Freud becomes difficult or obscure it is necessary to move closer toa literal translation at the cost of any stylistic elegance’ (geciteerd in Hold er: 89). Laplanche c.s. zijn ambitieuzer: zij menen in staat te zijn zowel betekenis als stijl weer te geven.

Volgens hen is Freuds stijl altijd een reflectie van zijn denken, door bij de vertaling zijn denken zo nauwgezet mogelijk te volgen, zou je tegelijkertijd zijn stijl weergeven (Laplanche: 160). Ik vraag me af of deze eenheid van denken en stijl ‒ in de brontaal onmiskenbaar aanwezig ‒ in een andere taal te handhaven valt. De volgende vertaling van het team van Laplanche is die van de eerste zin van Freuds essay Das Unheimliche (1919), zij volgt het origineel tamelijk getrouw, maar klinkt in het Frans een stuk zwaarder en minder direct dan het origineel:

Le psychanalyste n’éprouve que rarement l’impulsion à mener des investigations esthétiques, et ce, même lorsqu ‘on ne réduit pas l’esthétique à la doctrine du beau, mais qu’on la décrit comme la doctrine traitant des qualités de notre façon de sentir.
(‘L’inquiétant’. In: Oeuvres complètes,volume XV: 151) 

Der Psychoanalytiker verspürt nur selten den Antrieb zu ästhetischen Untersuchungen, auch dann nicht, wenn man die Asthetik nicht auf die Lehre vom Schönen einengt, sondern sie als Lehre von den Qualitäten unseres Fühlens beschreibt.
(Freud: Das Unheimliche (1919))

Freuds eigen vertaalopvattingen
Over het geheel genomen valt in de meer recent uitgekomen Freud-vertalingen de tendens waar te nemen tot een zo groot mogelijke trouw aan de letter van de brontekst. Vroegere vertalers veroorloofden zich in dit opzicht veel meer vrijheden. Dit laatste geschiedde vaak met goedkeuring van Freud zelf. Deze was bijvoorbeeld zeer te spreken over de ‒ zeer leesbare en vaak zeer vrije ‒ Spaanse vertaling van zijn werk door Luis López-Ballesteros.7

Freud kende zijn talen, had uitgesproken ideeën over vertalen ‒ misschien ook omdat hij in het verleden zelf vertalingen had gemaakt uit het Engels en het Frans ‒, en bemoeide zich herhaaldelijk met de vertalingen van zijn werk. Helaas is Freuds briefwisseling met zijn vertalers nog niet volledig gepubliceerd, het is dus niet mogelijk een definitieve uitspraak te doen over zijn ideeën. Een aantal uitlatingen wijst er echter op, dat hij even veel belang hechtte aan de leesbaarheid van zijn vertalingen als van zijn eigen geschriften. Zo meende hij dat concrete voorbeelden, zoals bijvoorbeeld van dromen en van Fehlleistungen, vaak onvertaalbaar waren, en raadde hij zijn vertalers aan deze te vervangen door andere voorbeelden uit de doeltaal (zie Ornston: 215) ‒ een raad die, zoals wij zagen, door geen van de vertalers van de anekdote aan het begin van dit artikel is opgevolgd, wellicht uit eerbied voor ‘de meester’.

Misschien is om de laatste reden in sommige vertalingen gekozen voor een enigszins verouderd aandoende stijl. Strachey koos voor een stijl die ‘just a bit out of date’8 was, waardoor de lezer de indruk kan krijgen dat hij een klassieke, respectabele meester bestudeert. Zo zijn ook de beide Spaanse vertalingen, die van Luis López Ballesteros (1948) en van José Etcheverry (1978-1981), in een min of meer klassiek Spaans gesteld (Villareal, 1992: 117-118, 128). Het taalgebruik in de Nederlandse vertalingen maakt op mij, voor zover ik deze ken, eveneens een wat ouderwetse indruk ‒ getuige bijvoorbeeld de frequentie van woorden als ‘doch’ en ‘evenwel’. 

Besluit
Mensen die zich grondig in Freuds werk willen verdiepen en willen weten ‘wat Freud precies heeft gezegd’ hebben zeker behoefte aan een vertaling van diens oeuvre die de inhoud zo getrouw mogelijk weergeeft. Deze wens bestaat zowel bij Freud-adepten als bij diegenen ‒ zoals ik ‒ die geen aanhangers zijn van Freuds gedachtengoed, maar die hem als een belangrijk en invloedrijk denker beschouwen.

Voor de meer ‘populaire’ werken daarentegen zou mijns inziens meer rekening moeten worden gehouden met Freuds eigen opvatting: minder aandacht voor ‘de letter’ en meer voor de leesbaarheid van de vertaling. Het gevaar dreigt anders dat het grote publiek zijn toevlucht neemt tot toegankelijke werkjes over Freud en niet meer Freud zelf leest ‒ wat jammer zou zijn en in strijd met wat de stichter der psychoanalyse bij zijn meer toegankelijke werken kennelijk voor ogen stond.

 

Noten
1 Voor een grondige analyse verwijs ik naar Translating Freud, onder redactie van Darius Gray Ornston (1992). Van een aantal artikelen uit dit boek heb ik bij het schrijven van dit artikel dankbaar gebruik gemaakt.
2 Op de Gesammelte Werke is overigens heel wat aan te merken (zie bijvoorbeeld Holder 1992). Mede daardoor is geen van de bestaande Freud-edities, in welke taal ook, volledig en geheel betrouwbaar.
3 Freud aan een van zijn Engelse vertalers, de Amerikaan James Jackson Pui nam; geciteerd in Ornston 1992: 6.
4 Afkomstig van de vertaler José Etcheverry: zie Villareal 1992: 124-125.
5 Volgens sommige critici ‒ bijvoorbeeld Bruno Bette/heim, in zijn felle kritiek op Stracheu’s vertaling: Freud and Mans Soul (1982)- dreigt Freud hierdoor veel te veel in de medische hoek terecht te komen.
6 Bepaalde volgelingen, zoals Ernest Jones, hadden bij Freud al herhaaldelijk aangedrongen op een meer consistent gebruik van termen ‒ pogingen waarvan Freud niets moest hebben. Jones heeft aantoonbaar invloed gehad op de vertaling van termen in de ‒ na Freuds dood uitgekomen ‒ Standard Edition (Mahony 1992: 29). De uniformering der terminologie leverde zeker een belangrijke bijdrage aan de institutionalisering van de psychoanalyse ‒ wat ook precies Jones’ bedoeling was.
7 Freud heeft in zijn jeugd door zelfstudie Spaans geleerd om Don Quichot te kunnen lezen. Zie Villareal 1992: 115.
8 Volgens Savory 1968, geciteerd in Ornston 1992: 103.

Bibliografie
Bettelheim, Bruno. 1984. Freud and Man’s Soul (1982). New York: Vintage Books.

Freud, Sigmund. 1953-1974. The standard edition of the complete psychological works of Sigmund Freud, 24 vols. Ed. J. Strachey, A. Freud, A. Strachey, A. Tyson, and A. Richards. London: Hogarth Press.

Freud, Sigmund. 1958 ( 1917). Inleiding tot de psychoanalyse. Vertaling: Dr. A.W. van Renterghem. Amsterdam/Antwerpen: Wereldbibliotheek.

Freud, Sigmund. 1974 (1963). Introductory Lectures on Psychoanalysis. Vertaling: James Strachey. Harmondsworth: Penguin Books.

Freud, Sigmund. 1978 (1916-1917). ‘Vorlesungen zur Einführung in die Psychoanalyse’. Gesammelte Werke, elfter Band. Frankfurt am Main: S. Fischer Verlag.

Sigmund Freud. 1979-1993. Sigmund Freud. Nederlandse Editie. Meppel/Amsterdam: Boom.

Freud, Sigmund. 1988-.... Oeuvres complètes. Psychanalyse. Ed. et tr. A. Bourguignon, P. Cotet & J. Laplanche. Paris: Presses Universitaires de France.

Freud, Sigmund. 1989. Colleges inleiding tot de psychoanalyse. Vertaling: Wilfred Oranje. Meppel/Amsterdam: Boom.

Holder, Alex. 1992. ‘A Historical-Critical Edition’, in: Ornston 1992: 75-96.

Laplanche, Jean, Pierre Cotet & André Bourguignon. 1992 (1989). ‘Translating Freud’, in: Ornston 1992: 135-190.

Mahony, Patrick. 1992. ‘A Psychoanalytic Translation of Freud’, in: Ornston 1992: 24-47. Mahony, Patrick. 1994. ‘Hermeneutics and Ideology: on Translating Freud’, in: Meta, 39:2, 316-324.

Ornston, Darius Gray Jr, Ed. 1992. Translating Freud. New Haven and London: Yale University Press.

Savory, T. 1968. The Art of Translation. London: Jonathan Cape.

Schreuder, Arjen. 1993. ‘Hoe Freud vertaald werd. Een paard zien vallen’, in: NRC Handelsblad, 8 oktober 1993, CS literair, p. 2.

Sixel, Margrit M. 1994. ‘Resioring Freud: some notes on P. Mahony’s essay’, in: Meta, 39:2, 325-327.

Villareal, Inga. 1992. ‘Spanish Translations of Freud’, in: Ornston 1992: 114-134.