Waar was Telemachus al die jaren? Lezers van de Odyssee hebben zich dat tientallen eeuwen afgevraagd. In de eerste vier hoofdstukken beschrijft Homerus hoe Telemachus uit Ithaca vertrekt om zijn vader te zoeken, maar daarna laat de dichter hem in de steek en vertelt hij verder over Odysseus, die op dat moment wegkwijnt op het eiland van de nimf Calypso. Calypso had hem onder meer een eeuwig leven naast haar beloofd, maar Odysseus wilde naar huis. In boek vijf vinden de goden eindelijk dat hij dat mag. Volgt Odysseus’ bezoek aan de Faiaken, waar hij uitgebreid vertelt over zijn avonturen, de cycloop, de geiten, Kirke enzovoort, om in het laatste boek te landen op Ithaca, waar hij Penelope terugvindt – en ja, ook zijn zoon.
Maar waar was die zoon al die jaren geweest? Waarheen leidde zijn zoektocht naar zijn vader? Homerus zwijgt erover – maar sinds 1699 weten we het antwoord op die vraag. In dat jaar verschenen de avonturen van Telemachus namelijk in Parijs, en wel onder de titel Suite du quatrième livre de l’Odyssée d’Homère ou les Avantures de Télémaque. Het blijkt dat Telemachus net als zijn vader jarenlang door het Middellands Zeegebied gezworven heeft en er tal van opzienbarende avonturen beleefde.
In het eerste hoofdstuk van deze Parijse tekst bevindt de jongeman zich nota bene op hetzelfde eiland als zijn vader in boek V: bij Calypso. Na de vader probeert de nimf nu de zoon te versieren – maar Telemachus wordt vergezeld door een oudere reisgenoot, die een beroep doet op zijn verstand. Die reisgenoot heet Mentor en is een vermomming van de godin Pallas Athene. Hij/Zij reist op verzoek van Odysseus met diens zoon mee en werkt aan zijn opvoeding.
Maar indirect is deze Mentor ook een vermomming van de schrijver, François de Salignac Van Mothe Fénelon geheten en meestal kortweg Fénelon genoemd. Hij had de avonturen van Telemachus op papier gezet als ondersteunend lesmateriaal bij zijn taak als gouverneur van de kleinzoon van de Franse Zonnekoning. Die kleinzoon stond op de nominatie om te zijner tijd zijn grootvader op te volgen en kreeg vijf jaar lang onderwijs van Fénelon aan de hand van de lessen van Mentor. Mentor vertelt Telemachus, en via hem dus Lodewijks kleinzoon, alle details over verantwoord leven en verantwoord regeren. Dat doet hij vooral op basis van de wederwaardigheden van vorsten en volken die het tweetal onderweg ontmoet. De nadruk in Mentors betogen ligt op de morele kant van het leven, wat ook verklaart waarom Telemachus veel in het onderwijs is gebruikt en op den duur een basistekst voor de moraalfilosofie is geworden.