‘Teder en rauw tegelijk’. Zo omschrijft het Spaanse dagblad La Vanguardia de debuutroman van Alana S. Portero, La mala costumbre, die in januari 2024 onder de titel Slechte gewoontes bij Meridiaan Uitgevers verscheen. De coming-of-age-roman vertelt het intieme verhaal van een jonge trans vrouw die opgroeit in een liefdevol, socialistisch arbeidersgezin in de Madrileense volkswijk San Blas in de jaren tachtig en negentig. De ik-verteller zit gevangen in het lichaam van een jongen en worstelt met haar identiteit. In rauwe bewoordingen maakt Portero duidelijk hoe de omgeving van de hoofdpersoon over queer personen denkt. Prostituees worden in de wijk getolereerd – er moet immers brood op de plank komen – maar gays en trans personen absoluut niet. De ik-verteller kan de worsteling met haar identiteit niet met haar familie delen, maar wel zo nu en dan uit de kast ontsnappen dankzij haar geheime opmaak- en danssessies in de badkamer.
Als ze oud genoeg is, zet de hoofdpersoon stappen buiten haar buurt. Zo ontdekt ze Chueca in het centrum dat ‘in een paar jaar tijd was veranderd in dé gay wijk van het officieel tolerante Madrid’ (p. 142). Daar ontmoet ze andere trans vrouwen. Bij hen kan ze zichzelf zijn. Ze steunen haar en bieden haar handvatten om zichzelf en de wereld om haar heen te begrijpen. Dankzij deze vrouwen, die ze regelmatig opzoekt, leert de hoofdpersoon zich staande te houden in een wereld waarin het veiliger is om in de kast te blijven. Steeds vaker durft ze haar ware zelf aan anderen te laten zien.
De zoektocht van de ik-verteller naar zichzelf is ook een talige zoektocht. Ze zoekt naar de juiste woorden en doet dat met humor, directheid en beschouwelijkheid. Haar verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van de Spaanse transitie naar de democratie, na de bijna veertigjarige dictatuur van Franco die eindigt met zijn dood in 1975. Portero’s roman gaat dus niet alleen over transgenders. De onderdrukking en emancipatie van arbeiders vormt ook een belangrijk thema in haar boek.
Portero noemt Slechte gewoontes autofictie. Lezers zijn geneigd te denken dat Portero volledig samenvalt met de hoofdpersoon van het boek, maar dat is een vergissing. De auteur benadrukt dat het verhaal niet autobiografisch is, hoewel het deels gebaseerd is op ervaringen van haarzelf en van mensen om haar heen. In een interview grapt ze: ‘Ik was ook graag zoveel heksen en draakmannen tegengekomen als de hoofdpersoon van mijn boek.’
Slechte gewoontes kent verschillende vertaaluitdagingen. Zo contrasteren de poëtische en beschouwende gedachten van de ik-verteller scherp met de rauwe en directe taal van haar omgeving. Daarnaast speelt gender een grote rol in het boek, niet alleen als thema, maar ook in de woordkeuze en het idioom. In het verhaal gebruikt de auteur verschillende markeerders die verwijzen naar gender en geaardheid.
Mannelijk en vrouwelijk taalgebruik
De ik-verteller in Slechte gewoontes is een trans vrouw. Ze vertelt hoe ze als jongen opgroeit in San Blas in de jaren tachtig en negentig, in een wereld waarin het genderbinaire model nog allesoverheersend is, zoals ze zelf stelt in hoofdstuk 7. Al vroeg weet ze dat ze niet als andere jongens is. Ze is op zoek naar haar ware identiteit. Het is haar duidelijk dat ze op mannen valt en later dringt het langzaamaan tot haar door dat ze vrouw is.
In eerste instantie noemt de hoofdpersoon zichzelf maricón, homo. Ze heeft het dan over de tijd waarin zij als jongen en man door het leven gaat en op het mannelijke geslacht valt. In hoofdstuk 19, ‘Calypso’, belandt de hoofdpersoon met een meisje in bed. Ze haakt af als ze seks dreigen te hebben en beseft dat ze het meisje en zichzelf niet voor de gek wil houden. Ze is een vrouw die zich weliswaar met andere vrouwen verbonden voelt, maar alleen op mannen valt. De ik-verteller heeft het dan ook steevast over zichzelf in de vrouwelijke vorm, ook als ze vertelt over haar leven in het lichaam van een jongen. Ze gebruikt ella (zij) in plaats van él (hij) en de vrouwelijke uitgang -a(s) in plaats van de mannelijke uitgang -o(s) in het geval van bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden. Door de taalverschillen kun je niet alles een-op-een overnemen in het Nederlands, maar het is wel mogelijk om consequent ‘zij’ (persoonlijk voornaamwoord) en ‘haar’ (persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord) te gebruiken.
Lastiger wordt het wanneer de hoofdpersoon niet helemaal voor haar identiteit durft uit te komen. Op die momenten twijfelt ze tussen de uitgangen -o en -a. Wanneer ze haar hart uitstort bij haar nieuwe vriendin Eugenia, een trans prostituee, zegt ze bijvoorbeeld: ‘Nada, que es tarde y estoy cansada… cansado.’ (p. 170) Met die subtiele verspreking verraadt Portero de worsteling van de hoofdpersoon met haar gender en toont zij haar aarzeling om vrijuit te spreken tegen Eugenia, die ze pas in Chueca heeft ontmoet. In de Nederlandse vertaling krijgt deze verspreking meer nadruk: ‘Het is al laat en dit meisje, deze jongen is moe.’ (p. 166) Zo zoeken we als vertalers voortdurend naar oplossingen die niet alleen zo goed mogelijk aansluiten op de stijl en nuances in de brontekst, maar die ook natuurlijk klinken in het Nederlands. Omdat het geslacht van woorden in het Nederlands niet of minder zichtbaar is, moet elk geval op zichzelf bekeken worden.
Nog een voorbeeld is de vertaling van het Spaanse persoonlijke voornaamwoord ellas (derde persoon, vrouwelijk en meervoud). In het volgende citaat toont de hoofdpersoon haar eenzaamheid als trans meisje dat nog in de kast zit. Op een familiefeestje legt haar oom voor de grap een dilemma op tafel waarbij de mannen van het gezelschap moeten kiezen: ‘Of je wordt in je kont genomen of je krijgt een nekschot.’ In deze passage is het van belang om in de vertaling te laten zien dat het de vrouwen zijn versus de mannen, maar ook de vrouwen versus de hoofdpersoon als trans vrouw:
Ellas podían rechazar esto juntas, hacerles ver que eran unos payasos o que hacían unas preguntas de mierda… Yo me tragaba la humillación como una mujer aislada… (144)
De ‘echte’ vrouwen konden zoiets gezamenlijk afkeuren en de mannen laten inzien dat ze een stelletje clowns waren of shitvragen stelden. Voor mij zat er echter niets anders op dan de vernedering slikken als vrouw die in isolement verkeerde… (139)
We hebben hier gekozen voor ‘echte vrouwen’ als vertaling voor ellas. In het Nederlands hebben we immers geen aparte vrouwelijke voornaamwoorden in het meervoud.
Het woord ‘maricón’
Een ander probleem is de vertaling van een woord als maricón, dat oorspronkelijk een scheldwoord voor homoseksuelen is, maar tegenwoordig ook als koos- of geuzennaam wordt gebruikt. Maricón en marica zijn beide afgeleid van de naam María. Door de uitgang -ón is maricón een versterking van marica. Deze woorden worden traditioneel gebruikt om een man met een vrouwelijke uitstraling aan te duiden, vergelijkbaar met woorden als nicht of mietje in het Nederlands.
Telkens wanneer de personages over of tegen queer mensen praatten, moesten we ons afvragen of zij de queer gemeenschap accepteerden en respectvolle, waarderende woorden gebruikten, of dat ze juist een negatieve toon aansloegen. Zo zijn er de trans prostituees die de hoofdpersoon tegenkomt. Zij noemen elkaar onderling ook weleens maricón of marica. Dan zijn er personages zoals de vader van de hoofdpersoon die respectvol praat over prostituees, maar niet veel opheeft met homoseksuelen, die hij steevast maricón noemt. Ten slotte zijn er personages die fysiek en verbaal geweld gebruiken tegen queer personen en hen uitschelden voor maricón. Maar het moet van geval tot geval worden bezien.
Enkele voorbeelden van verschillend gebruik van het woord maricón en marica in het Spaans:
Om de verschillende ladingen van een woord als maricón te kunnen begrijpen en aanvoelen, hebben we goed naar de context gekeken en daarnaast diverse bronnen gebruikt. We zijn te rade gegaan bij queer personen, hebben films en documentaires bekeken, boeken en artikelen gelezen en naar muziek geluisterd. Daarbij hebben we gelet op allerlei factoren, zoals de vraag of de bronnen van binnen of buiten de queer gemeenschap komen en uit welke tijd dan. Ons boek speelt zich tenslotte af in de jaren tachtig en negentig, en de queer taal is sindsdien sterk geëvolueerd. Portero, die in dezelfde buurt is opgegroeid als de hoofdpersoon, geeft in een interview aan dat in haar jeugd trans vrouwen ofwel werden geseksualiseerd ofwel belachelijk gemaakt. En als gevoelig trans meisje ontging haar die wreedheid natuurlijk niet. Ze hoorde dingen die niet voor haar oren waren bestemd en die ze niet begreep. Bovendien hoorde ze geen inclusieve taal die bij haar gevoelswereld aansloot. Pas op latere leeftijd ontdekte Portero een nieuwe taal met nieuwe begrippen.
Gaandeweg kregen we een duidelijk beeld van de benamingen die gebruikt en geaccepteerd worden binnen de queer gemeenschap. Om te begrijpen welke connotatie de Nederlandse vertaling van deze woorden heeft, gebruikten we onder andere artikelen van OneWorld en De Incomplete Stijlgids van Women Inc. Ook doken we in de scheldwoorden die queer personen te horen krijgen van mensen buiten de queer gemeenschap. Woorden als maricón zijn keihard en gaan in het Nederlands vaak gepaard met versterkende bijvoeglijke naamwoorden. Voor de vertaling van het gebruik als scheldwoord hebben we onder andere inspiratie kunnen halen uit de boeken De waarheid zal me bevrijden van Alejandra Ortiz (vertaling Simone Peek) en Orkaanseizoen van Fernanda Melchor (vertaling Bart Peperkamp). Beide boeken vertellen het verhaal van een queer persoon die zich moet handhaven in een vijandige omgeving waar ze regelmatig wordt uitgescholden.
Op basis van ons onderzoek hebben we voor verschillende vertalingen van bijvoorbeeld het woord maricón in de bovenstaande zinnen gekozen:
Ook hebben we inspiratie geput uit online bronnen zoals Latin Talk, waarin wordt uitgelegd hoe scheldwoorden kunnen worden toegeëigend door de leden van een gemeenschap en geuzennamen worden. In het voorbeeld hieronder wordt er zelfs nog een schepje bovenop gedaan met de uitgang -azo, die nog sterker is dan -ón, wat we in het Nederlands kunnen vertalen met het voorvoegsel super-. Bij hun eerste ontmoeting zegt trans prostituee Eugenia plagerig tegen de hoofdpersoon, als ze het hebben over de Vulture, een uitgaanstent in Chueca:
Claro que sabes dónde es, mariconazo. (170)
Natuurlijk weet je waar dat ligt, supernicht. (166)
Bovenstaande voorbeelden tonen aan dat hetzelfde Spaanse woord, in dit geval maricón, naargelang de context in het Nederlands heel anders vertaald wordt om dezelfde lading over te kunnen brengen aan de lezers in de doeltaal.
Gender en identiteit
In hoofdstuk 13, ‘De familie’, staat een sleutelpassage over genderidentiteit en de weg naar volwassenheid. De hoofdpersoon beseft hoezeer zij loskomt wanneer ze hartelijk wordt ontvangen door Antonio, de kroegbaas van El Figueroa, een café in Chueca waar queer personen zichzelf kunnen zijn en gekozen families vormen. Wanneer de hoofdpersoon daar voor een date met haar eerste liefde Jay naartoe gaat, voelt ze zich thuis. Ze ziet mannen in paartjes aan een tafeltje zitten en voelt zich bevrijd:
Het was geen kwestie van dingen doen die niet bij mijn leeftijd pasten, eerder van realiseren dat er een ander leven mogelijk was, voorbij de angst, de verlamming en het huilen in eenzaamheid. Het bleek, zo had ik begrepen tijdens mijn bezoekje aan El Figueroa met Jay, en met dank aan Antonio, dat er buiten nog een wereld bestond waarin ik misschien wél een kans maakte. Ik wist niet hoe de stamgasten van het café dachten over de levens van vrouwen zoals ik – ze kenden er vast wel eentje. Toch voelde ik intuïtief aan dat als je de kans kreeg om je in het gat van de vrijheid te storten en je in het frisse en mulle gras te laten vallen, je dat het beste kon doen bij mensen zoals zij, ook al had ik ze niet langer gezien dan de tijd die je nodig hebt om een kopje koffie te drinken en elkaar te kussen tot je lippen gevoelloos zijn. (102)
In hoofdstuk 14, ‘Per sempre’, dat verwijst naar de Italiaanse film Mery per sempre (Forever Mary), legt de ik-verteller aan haar vriendje Jay uit hoe ze zich voelt. Ze zegt voor het eerst hardop dat ze een meisje is. Dit is ook de eerste en enige passage waarin haar geboortenaam wordt genoemd. Jay reageert begripvol. De hoofdpersoon is blij dat ze heeft uitgesproken hoe ze zich voelt en ontdekt dat er naast genderdysforie ook gendereuforie kan bestaan. Voor het eerst in haar leven wil ze niemand anders zijn dan zichzelf.
Bij het vertalen van Slechte gewoontes hebben we de unieke schrijfstijl en de talige keuzes van Portero zo goed mogelijk proberen weer te geven in het Nederlands met daarbij bijzondere aandacht voor gender, geslacht en inclusiviteit, al naargelang de periode waarin het verhaal zich afspeelt.
Dit bijzondere boek vormt op zijn manier een bijdrage aan de bewustwording over inclusiviteit, wat Portero doet op een serieuze, maar ook speelse manier. Nergens vervalt ze in pamflettisme. Zoals de schrijfster zelf ook opmerkt, is Slechte gewoontes geen confessionele literatuur, niet zoiets als een trans roman, maar het laat wel zien hoe het is om je plaats te moeten bevechten als trans meisje in een wereld die daar nog niet klaar voor is. Het boek gaat over een zoektocht naar een eigen identiteit, een eigen taal, een eigen trots en zelfbewustzijn tegen de achtergrond van het Madrid van de jaren zeventig, tachtig en negentig. Er is sprake van twee transities in het boek: de transitie van trans vrouwen ten tijde van de transitie van Spanje naar de democratie.
La mala costumbre vertelt een kwetsbaar, autofictioneel verhaal, literatuur met een autobiografische dimensie waarbij de taal en de verbeelding het verhaal op het terrein van de literatuur brengen. In het boek speelt taal een belangrijke rol als uitdrukking van identiteit. Door een grote verscheidenheid aan bronnen te raadplegen hebben wij geprobeerd ons zo goed mogelijk voor te stellen hoe de personages in het boek in het Nederlands zouden denken en spreken. Ook in het Nederlands spreken de vertellers in Portero’s boek vanuit een combinatie van spreektaal en poëzie, van rauwheid en tederheid, liefde en woede.
Om de juiste stijl en de juiste toon te pakken te krijgen hebben we ons geconcentreerd op de werdegang van de hoofdpersoon. De roman gaat over het zoeken naar en het vinden van je gender en identiteit. Daarbij streeft de hoofdpersoon steeds naar verbinding, niet alleen met trans prostituees, maar ook met vrouwen, homo’s en zelfs met die sympathieke heterovriend die tot haar verbijstering niet met haar door de homobuurt wil wandelen, omdat hij zogezegd niet van homo’s houdt. Ze zoekt naar een wereld waarin zij zichzelf kan zijn, waarin iedereen zichzelf kan zijn, wie je ook bent.
Bronnen
Cuba, Ernesto. 2022. Mariconología / Mariconólogy: Notes on the history and use of maricón – Latinx Talk. https://latinxtalk.org/2022/03/16/mariconologia-mariconology-notes-on-the-history-and-use-of-maricon/
Mantel, Marten. 2020. Een handige gids voor hetero’s: hoe mag je homo’s noemen en hoe niet?, in: OneWorld, 4 februari. Amsterdam: OneWorld Media. www.oneworld.nl/identiteit/een-handige-gids-voor-heteros-hoe-mag-je-homos-noemen-en-hoe-niet/
Melchor, Fernanda. 2020. Orkaanseizoen (vert. Bart Peperkamp). Amsterdam: Wereldbibliotheek.
Ortiz, Alejandra. 2022. De waarheid zal me bevrijden (vert. Simone Peek). Amsterdam: Lebowski.
Women Inc. 2023. De Incomplete Stijlgids. Amsterdam: Women Inc. www.womeninc.nl
Zamora, Mey. 2023. Abandonar la máscara y el armario, in: La Vanguardia, 14 mei 2023. Barcelona: Grupo Godó.
www.lavanguardia.com/cultura/culturas/20230514/8959139/alana-portero-seix-barral.html
Kijk- en leestips bij het artikel ‘Teder en rauw tegelijk’ van Annet van der Heijden en Alyssia Sebes.
Lezen:
Kijken:
Online-bronnen:
Interviews met Portero: