Wat is het ergste verwijt dat je als vertaler naar je hoofd geslingerd kunt krijgen? Dat je een fout hebt gemaakt? Een slordige typ- of taalfout in het Nederlands? Onjuiste interpretatie van de brontaal (‘oranje bomen’ voor orange trees, dat werk)? Voor dit soort ‘binaire’ fouten kun je de verantwoordelijkheid nog gedeeltelijk afschuiven op een persklaarmaker of redacteur, of je beroepen op tijdsdruk (misschien een beetje laf, maar zeker niet altijd onterecht). Bovendien kun je ze met een beetje geluk in een volgende druk corrigeren. Het doet misschien even pijn, maar tenzij het hele boek om die reden wordt neergesabeld of jouw kunnen als vertaler ernstig in twijfel wordt getrokken, is er niet veel aan de hand – want fouten blijven menselijk, toch? Je gaat je heel even in een afgelegen hoekje staan schamen, maar komt daar algauw weer uit om je op een volgende tekst te storten.
Nee, wat écht erg is, is als je wordt verweten dat je een tekst geweld hebt aangedaan. En laat dat nou letterlijk zijn wat mij in een podcast1 afgelopen jaar werd aangewreven. Ik zou in mijn vertaling Meisje, vrouw, anders van Bookerprijswinnaar Bernardine Evaristo niet zomaar verkeerd zijn omgegaan met lhbti-elementen in het hoofdstuk ‘Megan/Morgan’, maar bewust hebben geprobeerd die elementen te onderdrukken, waarschijnlijk omdat ik closeted homofoob of transhater ben, of niet in non-binariteit geloof (die laatste speculaties werden niet met zoveel woorden geuit, maar goed, verwijten zijn net verjaardagstaarten: die maak ik het liefst persoonlijk – iets wat met de jaren vanzelf overgaat, neem ik aan). Hoe dan ook, ik werd tegenover de woke-beweging gezet; ik was de vijandige ‘ander’ die het niet begrijpt, maar vooral ook niet wíl begrijpen.