Reactie op 'Tijger op straat' van Thomas Langerak    25-26

Robbert-Jan Henkes

Dank voor de bespreking van Thomas Langerak in de vorige Filter, die uit de overstelpende oogst van het afgelopen vertaaljaar het boek met de Russische gedichten voor kinderen 1923–1941 Tijger op Straat eruit licht. Niet dat ik het overal mee eens was: ik maak me bijvoorbeeld niet zo’n zorgen over eventueel voorkomende ouderwetse en verheven woorden, kinderen pikken die meestal wel op. De vrees voor onbegrijpelijkheid is ook een opvoedkundig principe dat ik niet al te serieus neem, de oktobristen van Majakovski en de volkscommissaris van Jesenin bijvoorbeeld. Ikzelf heb altijd genoten van raadselachtige onbekende woorden en dingen in boeken, ook nu ik later groot ben.

Soms, ik weet het, krijg ik een equimetrische, equilineaire, equiritmische vertaling niet voor elkaar, en dan loop ik af en toe een regeltje uit, soms eentje te veel achteraf. Soms loop ik ook in. Maar alles in dienst van het rijm en het ritme en de meedogenloos voortdenderende voortgang van het verhaal. In kindergedichten, zei Tsjoekovski, wordt de zwaarste semantische last vierkant op de schouders van de rijmwoorden gelegd. Dat is een van de redenen dat ze zo moeilijk te vertalen zijn. Af en toe moet de vertaler zijn toevlucht nemen tot net even een ander dier dan de schrijver heeft verzonnen, zodat een hertje zich in een erwtje kan verslikken in plaats van dat een waakhond in z’n neus gestoken wordt door een wesp. Maar alles in de meest gematigde mate mogelijk.

Daarom is het vreemd dat Thomas Langerak een hele strofe uit het gedicht 'Telefoon' niet kan terugvinden in het origineel en zich afvraagt of ik een apocriefe versie heb gebruikt of dat ik zelf aan het dichten ben geslagen. Nee en nee. Apocriefe of afwijkende versies bestaan er nauwelijks van Tsjoekovski’s gedichten: daarvoor nam hij het dichten voor kinderen veel te serieus. Al mijn uitgaves van Tsjoekovski’s poëmen, en dat zijn er niet weinig, komen woordelijk overeen. Ik ken alleen een afwijkende versie uit de tekenfilm die er in 1944 is gemaakt van 'Telefoon' (www.youtube.com/watch?v=eS2oWY0h5RQ) waarin drie tweeregelige strofen voorkomen die niet in boekvorm zijn verschenen. Verder is er niets.

En zelf aan het dichten ben ik evenmin geslagen. Ik verzin er in geen enkele vertaling strofes bij, en ook hier niet. Te meer daar Tsjoekovski zelf zijn eerste Engelse vertalers al een keer de oren heeft gewassen omdat ze zijn strakke gedichten onherkenbaar verminkten door ze aan te lengen met opeenstapelingen van bijvoeglijke naamwoorden, slappe rijmen en van alles erbij verzonnen, overbodige ballast waarvan zij dachten dat het leuk was, maar waar Tsjoekovski van gruwde. De gedichten hadden niets meer met die van hem te maken en toch stond zijn naam eronder. Zo werd het nooit wat met de ‘wederzijdse handel in literaire producten van hoge kwaliteit’, zoals hij vertalen noemde.

Ik vraag me dus af welke versie Thomas Langerak erbij heeft gehouden, want misschien is die wel corrupt geweest. Dat ik de vertaling heb opgesierd met eigen inlassingen is in elk geval een aantijging die ik graag de wereld uit wil hebben.

Robbert-Jan Henkes

Noot van de redactie
Navraag leerde dat Thomas Langerak een corrupte (internet)versie van het gedicht ‘Telefoon’ gebruikte.