Over Warum ich so oft nach Straelen fahre?    75-76

Jan Gielkens

Het Europäisches Übersetzer-Kollegium in Straelen, het Duitse vertalershuis vlak over de grens bij Venlo, bestaat vijfentwintig jaar en dat vroeg om een jubileumboek. Was het bij het twintigjarig bestaan nog een creatieve viering in boekvorm met een door vertalers gemaakt kookboek (Über Seezungen, ook nog te bestellen bij het EÜK), nu is het feestboek wat oubolliger geworden, tot en met het uiterlijk. Het oogt een beetje als een jubileumboek van de dorpsharmonie dat je nog jaren na verschijnen kunt kopen bij de lokale kantoorboekhandel. Maar misschien past het karakter van het boek ook wel een beetje bij het EÜK, dat immers gevestigd is in een dorp waar zo op het oog niets gebeurt behalve het jaarlijkse feest van juist die dorpsharmonie. En precies dat is de kracht van ‘Straelen’ voor veel vertalers: er is niets dat je van het werk afleidt.

Straelen was het geboortedorp van een van de oprichters van het EÜK, de vermaarde Duitse vertaler (van o.a. Samuel Beckett) Elmar Tophoven. Een van de gebouwen van het complex waarin het EÜK sinds een aantal jaren gevestigd is, is zelfs Tophovens geboortehuis. Het jubileumboek bevat een tekst uit 1975 van de intussen overleden Tophoven (1923-1989) over de wenselijkheid van een vertalershuis, herinneringen aan de beginjaren van het EÜK van diens weduwe (en collega-vertaalster) Erika Tophoven-Schöningh en een korte biografische schets van Tophoven (die overigens uitstekend Nederlands sprak) door Helmut Scheffel. Aan de andere grote man achter Straelen, Klaus Birkenhauer (1934-2001), wijdt Helmut Frielinghaus een sympathieke levensschets. Ook van de hand van Birkenhauer (die veel uit het Engels vertaalde) bevat het boek een oudere (1978) tekst over vertalen.

Een instelling als het EÜK moet het hebben van overheids- en andere subsidies, en alle subsidiegevers komen aan het woord: de deelstaatminister voor cultuur, de hoogste culturele ambtenaar van de deelstaat, de huidige en de vorige burgemeester van Straelen, de presidente van de ‘Stiftung Kunst und Kultur’ van de deelstaat, de voorzitter van de vertalersafdeling van de schrijversbond, de plaatsvervangend woordvoerder van het ‘Deutsche Übersetzungsfonds’. Ze zeggen allemaal hetzelfde: dat het toch zo mooi is dat het EÜK er is. Ook een recente Nobelprijswinnaar voor literatuur, Imre Kertész, doet de groeten, want ook hij bezocht Straelen in het verleden.

Gelukkig staan er ook interessantere bijdragen in het boek, geschreven door vertalers die regelmatig in Straelen verblijven. Enkele van de vijf Translators in Residence die tot nu toe telkens een aantal maanden het EÜK bestierden komen aan het woord, zoals de Bulgaarse germanist Ljubomir Iliev (met een mooi verhaal over zijn Faust-vertaling) en de Duitse vertaalster van natuurwetenschappelijke boeken Andrea Kamphuis. Een aantal vaste klanten komt ook aan het woord, zoals Oili Suominen (de vaste vertaalster van Günter Grass in Finland), die een enthousiast antwoord geeft op de vraag die de titel van het boek leverde: ‘Warum ich so oft nach Straelen fahre?’ Een andere regelmatige gast is Marijke Emeis, wier amusante verhaal meer over het sociale leven in Straelen gaat.

De aanwezigheid van een Nederlandse vertaalster die niet uit het Duits vertaalt laat zien dat men niet uit of in het Duits hoeft te vertalen om in Straelen terecht te kunnen. Dat bewijst ook de lijst achterin de bundel met enkele tientallen titels van de vele honderden boeken die in Straelen zijn vertaald: er werd bijvoorbeeld uit het Frans in het Hongaars en het Sloveens, uit het Italiaans en het Russisch in het Deens en uit het Nederlands in het Zweeds vertaald. Wat de lijst niet laat zien is dat er ook niet-literair wordt vertaald, want alles kan in Straelen, als het maar vertalen is.