Van Dale Handwoordenboeken Italiaans, ISBN 90-6648-3083, ƒ 175,- per set
Finalmente! Eindelijk is het zover. Het woordenboekproject van de inmiddels bijna legendarisch geworden Vincenzo Lo Cascio, emeritus hoogleraar Italiaanse Taalkunde aan de Universiteit van Amsterdam, en van zijn gevarieerde redactie (studenten, stagiaires, vrijwilligers en weinig, helaas, beroepsvertalers) is af. Na vijftien jaar werken zijn de handwoordenboeken Italiaans-Nederlands en Nederlands-Italiaans eind juni verschenen bij Van Dale, in samenwerking met de in woordenboeken gespecialiseerde Italiaanse uitgeverij Zanichelli en met subsidie van de Commissie Lexicografische Vertaalvoorzieningen. De situatie, vóór de verschijning van deze nieuwe handwoordenboeken, was eigenlijk catastrofaal. Van het enige acceptabele handwoordenboek, dat van Dentici uitgegeven door Van Goor, is de laatste editie in de jaren vijftig verschenen. Het doet verouderd aan en krioelt van in onbruik geraakte woorden en (wat het Italiaans betreft) van vertalingen die gebruikers van nu op de lachspieren werken. Verder bestaan er alleen zakwoordenboeken die in de eerste plaats bestemd zijn voor Nederlandstalige toeristen die Italië als vakantiebestemming kiezen: Lankhout/Bas Backer (Thierne), Lindt (Van Goor & Zonen), Schram-Pighi/Visser-Boezaardt (Het Spectrum). In deze werken, die de toets der kritiek geenszins kunnen doorstaan, wordt niet eens het geslacht van de Nederlandse zelfstandige naamwoorden aangegeven, om van de talrijke fouten maar te zwijgen. Commentaar overbodig. Ondanks nadrukkelijk aandringen van vertalers, Nederlandse docenten in Italië en andere belanghebbenden hebben de uitgevers ook bij de nieuwste drukken van deze boeken niet de moeite willen nemen om die tekortkomingen te verhelpen. Blijkbaar is de doelgroep te klein om zo’n ‘ingewikkelde’ verandering te verantwoorden.
Dit tweedelige handwoordenboek van Van Dale onderscheidt zich van zijn voorgangers door het veel grotere aantal trefwoorden (ruim 66.000 voor het deel Nederlands-Italiaans en ruim 50.000 voor het deel Italiaans-Nederlands) en vooral door de opzet. Het gaat hier om ‘echte’ woordenboeken die ook voor Italiaanse professionele gebruikers van nut kunnen zijn. De auteurs hebben met zorg aan hun corpus gewerkt, de lemma’s bevatten de nodige informatie en zijn gebruiksvriendelijk gepresenteerd. De vertalingen zijn over het algemeen correct, actueel en, binnen de grenzen van het project (het zijn toch handwoordenboeken), omvangrijk genoeg. Er is ook een grammaticaal compendium, zowel van het Nederlands als van het Italiaans. Ik vind het jammer dat deze overzichten zo beknopt zijn (25 bladzijden voor het Nederlands en evenveel voor de veel lastiger Italiaanse grammatica). De samenstellers waarschuwen weliswaar dat het onmogelijk is het hele gebruik van de congiuntivo (aanvoegende wijs) te behandelen, maar één bladzijde is echt aan de schrale kant voor zo’n moeilijk onderwerp. In beide delen wordt de juiste aandacht besteed aan de lastigste woordjes in de Italiaanse taal, ci en ne, en in de Nederlandse taal, er en daar (annex erbij, erop, eropuit, erbovenop, enzovoort). Belangrijke werkwoorden die vaak een struikelblok vormen, bijvoorbeeld fare en mettere voor Nederlandstaligen en liggen, staan en zitten voor Italiaanstaligen, worden helder en uitvoerig behandeld.
In het deel Nederlands-Italiaans zijn niet alleen zuiver Nederlandse woorden geregistreerd maar ook verschillende leen- en bastaardwoorden. Zo bevat het deelwoorden als überhaupt en Übermensch uit het Duits en ramsj uit het Jiddisch, en ook het Engelse woord cluster,dat het Nederlands Normalisatie-instituut in 1994 nog als ‘ontraden/fout’ stigmatiseerde, komt in het woordenboek voor, evenals bekende termen uit de Indische keuken, zoals bami, sambal, saté. Er zijn daarnaast verrassend veel ongebruikelijk afkortingen opgenomen, bijvoorbeeld EOFGL (Europees Oriëntatie en Garantie Fonds voor de Landbouw) dat in het Italiaans F.E.O.G.A. wordt. Enkele Nederlandse voornamen vinden wij terug als trefwoorden: Hein (magere-), Piet, enzovoort.
In het deel Italiaans-Nederlands zijn regionale varianten of duidelijk Zuid-, Midden- of Noord-Italiaans gekleurde woorden opgenomen als coatto (Romeins, patser), bischero (Toscaans, stomkop) of puparo (Siciliaans, poppenspeler of iem. die mensen bespeelt), en ook termen uit het domein van de niet altijd even opbeurende Italiaanse politiek: leghista (van de Lega Nord), tangente (smeergeld) of trasversalismo (neiging tot partijoverschrijdend stemgedrag).
Over het algemeen verdienen de boeken dus een positieve beoordeling. Toch blijkt ook bij het gebruik van deze woordenboeken dat je als vertaler altijd op je hoede moet zijn met de geboden vertaaloplossingen. Zonder in dit tweedelige woordenboek bladzijde voor bladzijde naar ‘rare’ vertalingen of fouten te speuren, heb ik aan de hand van een aantal teksten die ik de afgelopen tijd heb vertaald enkele steekproeven genomen. Bij een tekst over wielrennen, zowel in Vlaanderen en Nederland als in Italië een zeer populaire sport, boden de woordenboeken niet bij alle problemen soelaas. Bolletjestrui (maglia a pais) treft men wel aan, maar puntentrui (maglia a punti) is niet opgenomen. Is een klimmer belangrijker dan een sprinter? Cipollini, Steels en Blijlevens zullen daar niet zo blij mee zijn. Ontsnapping en klimtijdrit worden door distanziamento en corsa a cronometro in montagna vertaald, terwijl fuga (wel vermeld in het deel Italiaans-Nederlands) en cronoscalata de juiste vertalingen zijn.
In een roman van H.M. van den Brink trof ik het woord projectontwikkelaar aan. Het woordenboek geeft hiervoor geometra. Maar de taak van een Italiaanse geometra is niet te vergelijken met een leidinggevende functie als die van een Nederlandse projectontwikkelaar. Zo beschrijft de Nederlandse romancier dit beroep: ‘geen architect, geen aannemer, geen stedebouwkundige maar de man die mensen en plannen bijeenbrengt, ze onderbrengt in een schema en een begroting, en zo kantoorgebouwen, winkels en soms hele wijken doet verrijzen.’ Te veel voor een bescheiden geometra. Ik denk dat promotore di progetti zeker meer op zijn plaats zou zijn geweest. Het deel Italiaans-Nederlands geeft de juiste vertaling van geometra aan: landmeter.
De titel van een boek van M. Isegawa dat ik aan het vertalen ben luidt: Slangenkuil. De twee vertalingen van de Van Dale, tana del serpente en covo di vipere, zijn juist maar kunnen misschien aangevuld worden met een derde, voor de hand liggende, term: fossa dei serpenti.
Ik was natuurlijk ook benieuwd naar de vertaaloplossingen van de zogenaamde ‘onvertaalbare’ uitdrukkingen. Ik besef heel goed dat het weergeven van bepaalde cultuurgebonden begrippen problematisch blijft, maar in de definitie van bruin café (tipico locale olandese con interni in legno scuro) mis ik te veel belangrijke elementen (de gezellige en intieme sfeer, het stoffige karakter) en in de beschrijving van trasformismo (het vormen van tijdelijke coalities rond een onderwerp of programma) mis ik de huidige negatieve connotatie; oorspronkelijk, ten tijde van de politicus Giolitti (1842–1928), was de term wel positief.
Ten slotte nog twee opmerkingen. Tangente is behalve smeergeld ook steekpenning. In het deel Nederlands-Italiaans vinden wij wel deze vertaling terug. Ik krijg de indruk dat de automatische omkering van de lemma’s niet altijd klopt. Onder de verschillende variantvertalingen van flippen is het werkwoord flippare opgenomen, als synoniem voor fallire (mislukken). Ik kende dat woord niet en mijn vrienden en collega’s evenmin, en dus heb ik het in de beste en grootste woordenboeken van de Italiaanse taal (o.a. Treccani en Utet) opgezocht. Tevergeefs, tenminste in die zin. Gaat het hier om een recente taalontwikkeling waarvan ik niet op de hoogte ben of is het gewoon een blunder?
Dit alles laat onverlet dat wij allemaal, Nederlanders, Vlamingen, Italianen, liefhebbers van deze culturen, een ‘echt’ en bruikbaar werk rijker zijn geworden. Voor de professionele gebruiker blijft het echter oppassen geblazen. Het is wel een goed woordenboek, het beste woordenboek van de laatste decennia, maar zoals bij iedere eerste druk van een woordenboek gaat het relatief hoge aantal fouten nog ten koste van de betrouwbaarheid. Wij zijn in ieder geval Lo Cascio en alle medewerkers aan de totstandkoming ervan grote dank verschuldigd. Grazie di cuore.