Vertalen bij de Divisie CRI    33-36

Roemer Leushuis

Wat is een ‘rogatoire commissie’? Wanneer is iemand ‘informatief bekend’? En hoe zeg ik dat ooit in het Spaans? Dit waren de eerste problemen waar ik mij voor zag gesteld toen ik vier jaar geleden, na mijn studie vertaalwetenschap met Spaans als hoofdtaal, bij de vertaalafdeling van de Divisie Centrale Recherche Informatie (Divisie CRI) ging werken. Bij politie en justitie bestaat veel vraag naar vertalingen uit en in de drie moderne talen, en misschien zelfs nog meer naar vertalingen uit en in ‘exotische’ talen. Veel vertalers komen dan ook via deze instanties aan hun werk, en ook ik kwam al snel in deze hoek terecht.

De Divisie Centrale Recherche Informatie is de dienst die voorheen Centrale Recherche Informatiedienst (CRI) heette en die nu onderdeel is geworden van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD). De Divisie CRI is het Nederlandse bureau van de wereldwijde International Criminal Police Organisation, beter bekend als Interpol, het internationale samenwerkingsorgaan van politiediensten. In het Interpolnetwerk wisselt Nederland via de Divisie CRI met de hele wereld berichten uit over alles wat met internationale criminaliteit te maken heeft, bijvoorbeeld over opsporingen, uitleveringen, drugslijnen, gestolen auto’s, maar ook over de exacte routes van een extra beveiligd transport van zestiende-eeuwse schilderijen van Spanje naar Nederland. Verder is de Divisie CRI het Nederlandse ‘Schengen-bureau’, zodat informatie-uitwisseling in het kader van het nieuwe verdrag van Schengen ook via de Divisie CRI gaat.

Het meeste vertaalwerk bij de Divisie CRI betreft Interpolberichten. Soms zijn deze heel interessant om te vertalen, maar vaak zijn ze ook heel saai, als ze gaan over veelvoorkomende kwesties als gestolen auto’s, overbrengingen van gevangenen, of aanhoudingen van mensen die wat hasj bij zich hadden. Maar de vertaalafdeling van de Divisie CRI neemt ook een grote variëteit aan andere teksten onder handen. Er worden redevoeringen vertaald, die in het buitenland (niet altijd even vlekkeloos) door Nederlandse ambtenaren en gezagsdragers worden uitgesproken, sectierapporten van het Gerechtelijk Laboratorium in Rijswijk, discussiestukken voor Nederlandse delegaties bij verschillende internationale overlegstructuren (bijvoorbeeld over het Verdrag van Schengen), en vakliteratuur over specialistische onderwerpen als vingerafdrukken, vervalsingstechnieken, het witwassen van drugsgelden, computercriminaliteit of illegale handel in wapens, mensen, verboden stoffen, exotische dieren, et cetera. Het meest wordt van de vertalers gevergd bij het vertalen van juridische (strafrechtelijke) teksten. Onlangs is een groot aantal artikelen van het Nederlandse Wetboek van Strafrecht vertaald in de werktalen, Duits, Engels, Frans en Spaans. Aan het resultaat daarvan mag natuurlijk niets mankeren, omdat, bijvoorbeeld, een buitenlandse rechter bij een rechtshulpverzoek op grond van deze vertalingen een indruk probeert te krijgen over de strafbaarheid van een misdrijf in Nederland.

Bij de Divisie CRI vertalen we niet alleen uit onze eerste vreemde taal in onze moedertaal, zoals gebruikelijk is bij de vertaalafdelingen van de meeste internationale organisaties. In de vier jaar die ik nu bij de Divisie CRI werk, heb ik behalve Spaans-Nederlands, ook Nederlands-Spaans, Engels-Nederlands, Nederlands-Engels en Frans-Nederlands vertaald.

Dat dit werk me na vier jaar nog steeds boeit, komt hoofdzakelijk door de aard van de onderwerpen. Het blijft spannend om de achtergronden te leren kennen van internationale politiezaken die soms ook in de krant komen, van de diefstal van schilderijen uit het Rembrandthuis tot de verhoren van opgepakte ETA-leden, van het vervoer van radioactieve stoffen uit Rusland naar West-Europa tot rapporten van de Spaanse kustwacht over bananenboten met ladingen cocaïne, van duistere internationale sektes tot netwerken van pedofielen of succesvolle grootschalige oplichters. Of je deze mensen nu verafschuwt of hun vindingrijkheid bewondert (dat komt bij de oplichters wel eens voor), het is boeiend om kennis te nemen van hun motieven, of minstens om ernaar te raden.

Daarnaast is er natuurlijk de uitdaging van het vertalen sec. Het geeft veel voldoening om een gecompliceerde juridische tekst, een rapport over een lijkschouwing of een witwasoperatie, met hun respectievelijk juridische, medische en financieel-economische termen, correct te vertalen. Dit laatste kan alleen als de tekst een goede stijl en structuur heeft, maar helaas laten de producten van functionarissen van politie en justitie op deze punten vaak veel te wensen over. Bovendien staan ze regelmatig bol van ambtelijke taal, afkortingen en jargon. Het woord CID-matig,bijvoorbeeld, dat ook bij de leden van de commissie-Van Traa hilariteit wekte tijdens de IRT-verhoren, betekent zoveel als: ‘voor gebruik door de Criminele Inlichtingendiensten’. ‘Het is cm-matig bekend dat...’, wil zeggen dat deze informatie alleen gebruikt mag worden voor opsporing door de politie, en niet voor de strafvervolging van verdachten omdat het geen ‘harde’ informatie is. En in politieteksten wordt niet in een auto gereden, maar ‘van een voertuig gebruik gemaakt’.

Binnen de organisaties van politie en justitie bestaan talloze verschillende termen en jargons, die bovendien ook steeds in ontwikkeling zijn. Dit geldt zowel voor nieuwe onderwerpen als computeren milieucriminaliteit, als voor een zich uitbreidend terrein als de financieel-economische criminaliteit. Vertalers kunnen natuurlijk nooit al die verschillen in betekenis uit hun hoofd kennen. Wonderlijk genoeg werkten tot voor kort alle vertalers bij de Divisie cri met hun eigen terminologielijsten. Pas in het afgelopen jaar is er besloten deze lijsten samen te voegen in een centraal bestand. In het terminologieprogramma Multiterm van de firma Trados kunnen Nederlandse termen met definitie, synoniemen, bron, context, enzovoort, samen met de vertalingen in de werktalen van onze afdeling, op overzichtelijke wijze worden opgeslagen. Het invoeren en actueel houden van de terminologie in het bestand is een tijdrovende bezigheid, waarbij er bovendien goed op moet worden gelet dat het op een eenduidige manier gebeurt. Op onze kleine vertaalafdeling zorgt een terminograaf daarvoor, bij wie iedereen zijn of haar lijstjes inlevert. Aangezien het systeem pas sinds kort in gebruik is genomen en er van de vele vakgebieden nog talloze termen moeten worden ingevoerd, kost het werken ermee vooralsnog meer tijd en energie dan dat het profijt oplevert. Geleidelijk stellen we op deze manier ons eigen vakspecifieke vertaalwoordenboek samen.

Een van de taken van de Divisie CRI is het via Interpolkanalen doorsturen van zogenaamde rogatoire commissies naar het buitenland. Het gaat hier om rechtshulpverzoeken die een Nederlandse rechter-commissaris richt aan een buitenlandse collega (rechter van instructie), bijvoorbeeld om in het kader van een gerechtelijk vooronderzoek een huiszoeking te laten verrichten of de tenaamstelling van een bepaald telefoonnummer te achterhalen. De rechtbank besteedt de vertaling van de rogatoire commissie uit aan een bij die rechtbank beëdigd vertaler. De Divisie cri verzorgt een begeleidend schrijven dat door de vertaalafdeling wordt vertaald, waarna het document wordt doorgestuurd naar de juiste instanties. Vaak blijken de rogatoire commissies, ondanks alle inspanningen van de Stichting Instituut voor Gerechtsvertalers en -tolken (SIGV) om de kwaliteit van de gerechtsvertolkingen en -vertalingen door middel van cursussen te verbeteren, erg slecht te zijn vertaald.

Onlangs zag ik bijvoorbeeld een rogatoire commissie waarin, nog afgezien van grammaticale en stijlfouten, het Spaanse woord aeropuerto (vliegveld) was geschreven als aéropuerto. Bij naslag in de NGV-gids bleek de betreffende vertaler NGV-lid te zijn met als eerste taal Frans. Kortgeleden heb ik voor het eerst een antwoord van een Spaanse onderzoeksrechter vertaald, waarin deze aangaf de ontvangen rogatoire commissie niet te kunnen uitvoeren omdat uit de Spaanse tekst eenvoudig niet was op te maken wat zijn Nederlandse collega wenste.

Ik denk dat deze trieste situatie is terug te voeren op drie oorzaken. Ten eerste is het justitiële taalgebruik vaak zo archaïsch of overdreven ambtelijk, dat het vertalen van de teksten erg moeizaam gaat. Verder lijkt het erop dat politie en justitie hardnekkig blijven werken met dezelfde vertalers en tolken, omdat ze die, om wat voor reden dan ook, vertrouwen. Deze vertalers krijgen ook opdracht om te vertalen in talen die ze niet goed beheersen. Kwaliteitscontrole achteraf, van hogerhand, ontbreekt. En ten derde moet, onvermijdelijk, geconcludeerd worden dat de taalbeheersing van veel vertalers te wensen overlaat. Niet alleen vertonen de vertalingen vaak gebreken wat betreft de stijl en het register die bij een juridische tekst horen, maar ook wordt regelmatig gezondigd tegen een fundamenteel principe als de concordancia en wordt de subjuntivo soms helemaal weggelaten. Ik houd een slag om de arm: deze kritiek geldt alleen voor het Spaans. Over vertalingen in andere talen durf ik mij niet uit te laten. Maar ik heb soortgelijke kritische geluiden uit de mond van een collega Frans vernomen.

Deze toestand zou kunnen verbeteren als er bij de ambtenaren op zou worden aangedrongen om normaal Nederlands te schrijven. Enkele Nederlandse gemeenten hebben al pogingen ondernomen hun ambtenaren te bewegen duidelijker te schrijven. Bij politie en justitie had dit al lang moeten gebeuren. Een tekst kan heel goed juridisch kloppend én leesbaar zijn. Daarnaast zouden politie en justitie lijsten van ‘betrouwbare’ vertalers en tolken kunnen (laten) opstellen en verspreiden, en hun ambtenaren verplichten alle vertalingen uit te besteden aan vertalers op deze lijsten. Ze zouden kunnen worden samengesteld op grond van een landelijke selectieprocedure, bestaande uit een justitieel antecedentenonderzoek en een korte proefvertaling of -vertolking. Ook het onlangs in de kranten gesignaleerde probleem van vertalers en tolken met criminele contacten zou hiermee gedeeltelijk kunnen worden ondervangen. Tenslotte is het wenselijk dat vertalingen die naar het buitenland worden verzonden op een centraal punt worden gecontroleerd, bijvoorbeeld door het Landelijk Bureau Openbaar Ministerie, dat binnenkort een centrale bemiddelende rol gaat spelen in de internationale rechtsbijstand.

Veel stukken zijn overigens wél erg goed vertaald, dus niet alle vertalers leveren slecht werk. Hopelijk kan een selectieprocedure zoals hierboven beschreven ertoe leiden dat de vertaalopdrachten van politie en justitie in de toekomst vaker bij goede vertalers terechtkomen.