Signalement    55-56

De redactie

Taalmerk
Dat kwaliteitsbewaking in de vertaalmarkt nog altijd een kwestie is van zelfregulering moge blijken uit de instelling van TAALMERK, een kwaliteitskeurmerk voor vertaalbureaus, door de ATA (Association of Translation Agencies), een van de twee Nederlandse branche-organisaties voor vertaalbureaus.

Inhoudelijke criteria waaraan een vertaalbureau moet voldoen om in aanmerking te komen voor het kwaliteitskeurmerk, zijn onder meer: de aanwezigheid binnen het bureau van (ver)taalkundige expertise, het plaatsvinden van grondige controle en revisie, het bestaan van schriftelijk vastgelegde procedures voor het productieproces, en het werken met uitsluitend professionele vertalers. De toetsing van gecertificeerde bureaus vindt jaarlijks plaats, door een commissie bestaande uit ATA-leden.

Binnen de overkoepelende Europese bond voor vertaalbureaus, de EU-ATC, wordt op dit ogenblik gesproken over het instellen van een Europese kwaliteitsnorm, waarbij het TAALMERK als uitgangspunt dient.

Translation Studies Abstracts
Met ingang van dit jaar geeft de actieve uitgeverij St. Jerome Publishing het blad Translation Studies Abstracts (TSA) uit. In dit twee keer per jaar (juni en december) verschijnende blad worden samenvattingen geplaatst van artikelen uit tijdschriften (o.m. uit Filter) en verzamelbundels op het gebied van vertaling, vertaalwetenschap en aanverwante disciplines. De artikelen zullen worden geïndexeerd op auteur, op bron en op een negentiental inhoudelijke categorieën. Als (gratis) bijproduct zal jaarlijks een Bibliography of Translation Studies worden gepubliceerd. Een jaarabonnement op TSA kost £25. Inlichtingen: St. Jerome Publishing, 2 Maple Road West, Brooklands, Manchester, M23 9HH, UK. Tel.: 00 44 161 973 9856, fax: 00 44 161 905 3498, e-mail: stjerome@compuserve.com, website: http://www.mcc.ac.uk/stjerome.


Spits: mailinglist voor taal- en redactionele problemen
De elektronische Internet-mailinglist Spits bestaat ruim een half jaar. Kort geleden zijn de initiatiefnemers ertoe overgegaan ruimere bekendheid aan hun bestaan te geven. Deelnemers aan Spits zijn momenteel ongeveer 125 tekstschrijvers, vertalers, redacteuren en correctoren, mensen dus die zich professioneel bezighouden met de taalkundige voorbereiding en eindcontrole van teksten. Zij wisselen met elkaar problemen en gedachten uit over taal en verwante onderwerpen.

Spits heeft het karakter van een open nieuwsgroep, zonder al te strakke regels, maar het bestaan van de groep wordt alleen in ‘vakkringen gemeld’ en de deelnemers moeten zich ‒ kostenloos ‒ abonneren. Wanneer deelnemers een bericht inzenden, wordt dit direct aan de andere abonnees verspreid, zeven dagen per week.

Met de uitbreiding naar enkele verwante beroepsgroepen die nu wordt ondernomen, kan Spits mede de mailinglist worden van verenigingen als TekstNet, de Studiekring voor Technische Informatie en Communicatie, de Wetenschappelijke Redacteurenkring en de Vlaamse Vereniging voor Zakelijke Communicatie. Wie wil deelnemen, stuurt een e-mail aan: majordomo@maillist.il.fontys.nl met als enige inhoud: subscribe spits

Wie wil deelnemen, maar slechts eenmaal per dag alle berichten tegelijk wil ontvangen, stuurt aan ditzelfde email-adres de boodschap: subscribe spits-digest

De webpagina van Spits is te vinden op http://www.dse.nl/spits, waar ook het archief te bereiken is. Nadere informatie bij Erno Mijland: erno@dse.nl, en Rob van der Wildt: robvanderwildt@hetnet.nl

Jonge sla
Twee jaar geleden reisde de dichter Rutger Kop land met een gedicht op zak naar Oosteuropa. De universiteiten van St. Petersburg, Tartu, Boedapest, Bratislava, Wroclaw en Warschau werden bediend met ‘Jonge sla’, een tienregelige tekst die steeds vertaald werd. ‘Het was fascinerend om te zien hoe dat gedichtje zich als een kameleon moest vermommen om in die verschillende culturen een gedicht te worden, een metafoor in een telkens anders gekleurde huid,’ zegt Kopland. Zijn verhalen van het vertalen zijn ingebed in dagboeknotities waarin de Russische sneeuw, visaproblemen, etentjes, het Boedapester Beeldenpark en hotel Europejski te Warschau de achtergrond vormen. Overal lopen begeleiders rond, onder wie enkele bekende vertalers van Nederlandse literatuur (Hans Boland, Judit Gera en Andrzej Dabrowka). Druk bezocht zijn de werkcolleges niet, maar de discussies lopen hoog op, lijkt het. Kopland blijkt zich aanvankelijk oprecht te verbazen over de onmogelijkheden van het vertalen: dat ‘met droge ogen’ niet in elke taal dezelfde figuurlijke betekenis heeft of dal” ‘het bedje’ sla eenmaal vertaald niet meer een bedje is maar iets anders, zodat de associatie met jong leven geblokkeerd wordt. Later reageert Kopland door de wol geverfd. De combinatie die de verlossing uit het labyrint van de vertaaloplossingen moet brengen wordt een drogbeeld genoemd. Jonge sla in het Oosten was het nieuwjaarsgeschenk van de Nederlandse Taalunie, maar is ook in de boekhandel te verkrijgen als uitgave van Van Oorschot.