Deze keer vouwen wij geen waaier uit met in het middelpunt één brontekst, maar vouwen wij een waaier uit die is samengesteld uit bronnen, gerangschikt rond één gegeven. Toen vorig jaar oktober in twee Zwitserse gehuchten tientallen doden ontdekt werden, en die doden in verband gebracht konden worden met een religieuze sekte, was dat aanleiding voor een kortstondige maar massale mediaexercitie, die sterk aan Evelyn Waughs Scoop deed denken. ‘Kaum war die Tat über das Radio bekannt geworden, strömten Journalisten aus der ganzen Schweiz und halb Europa sowie zahlreiche Schaulustige nach Cheiry,’ merkt de Neue Zürcher Zeitung al gauw op, om daar later mismoedig aan toe te voegen dat driekwart van het perskorps zich meer met speculatie inliet dan met onderzoek. Veel taxichauffeurs zullen de twee dorpjes niet onder hun inwoners tellen, maar daar stond een heel contingent aan boeren, slagers en restauranteigenaars tegenover, die zich, al of niet anoniem, sprekend lieten opvoeren, evenals de politiefunctionarissen, familieleden, deskundigen en collega-journalisten. Uit alle uitspraken, van nauw of minder nauw betrokkenen, die worden opgetekend ontstaat een beeld, en dat beeld is het nieuws. Nieuws, mag je dan misschien zeggen, is een collage van uitspraken die, in verschillende mate van directheid, aan bronnen worden toegeschreven.
In de collage komt uit bronnen noch uitspraken een eenduidig beeld naar voren. Naar goed journalistiek gebruik worden namen verhaspeld: is het Albert Torche, of Torché ‒ in beide spellingen een naam met ironische bijklank in het verband van de gebeurtenissen. En wat doet hij voor de kost? Hoe kan het dat twaalf vrouwen, tien mannen en een jongen te zamen 22 lichamen hebben? Het is mogelijk uit alle berichten één verhaal te maken, maar op details zijn er nogal wat verschillen en wat in dit geval het verhaal zo interessant maakt, is juist de overdaad aan Bizarre Details (zoek het vogelhuisje, de hoge restaurantrekening, de vouw van de overtrek, en het telefoontje waarin iemand zegt vroeger thuis te zullen komen).
Vertaling komt in deze waaier alleen voor zoals ze in krantenberichten vaker voorkomt: in verborgenheid. Paul Audsley/Paul G., de echtgenoot (als we het tenminste over dezelfde hebben) van een van de slachtoffers, wordt zonder probleem in het Duits en het Engels geciteerd, al naar gelang de taal van het doelpubliek. En bij de weergaven van de afscheidsbrief Ccarta de uliraiumba’, ‘polished press release’) wordt het overschrijden van de taalgrenzen als iets vanzelfsprekends aangenomen en discreet verzwegen. In één krant maar wordt de taal waarin de brief gesteld is genoemd, en die krant waagt zich niet aan een citaat. Verborgen vertaling wordt wel in verband gebracht met een instrumentele visie op taal, en wellicht is de journalistiek bij uitstek een domein waarin de taal slechts als een instrument geldt.
De uitingen van deze visie, de ‘oorspronkelijke’ berichten, zijn in deze waaier ondergebracht in een nieuwe collage. Deze gaat vergezeld van twee beschouwingen die, elk vanuit een eigen gezichtspunt en deskundigheid, de relatie tussen nieuws en verhaal belichten. (Cees Koster)
ONVOLTOOIDE FEITEN:DE ZOEKTOCHT NAAR EEN SPANNEND VERHAAL
Tomas Ross
Elke auteur werkt met feiten, maar niet elke auteur houdt zich eraan. Tenzij men een historisch verslag of biografie beoogt, is het aardige van schrijven immers vooral het verwoorden van de eigen fantasie. Dat geldt in hoge mate voor de misdaadauteur. Criminele feiten zijn doorgaans dermate banaal (‘Man wurgt Vrouw’ of zelfs ‘Nordholt verdacht van miljoenen-fraude’) dat er nauwelijks meer dan een proces-verbaal mee valt te vullen. De meeste misdaadromans bestaan daarom uit louter fantasie. Fictie.
De meeste. Want sinds een jaar of twintig heeft zich binnen deze tak van literatuur een zeer succesvol sub-genre ontwikkeld: Factie. Fictie gebaseerd op Feiten. En wel ‘Onvoltooide Feiten’, te weten feiten die zich lenen voor een er logisch uit voortvloeiende, maar per definitie altijd fictieve afronding. Niet de diefstal van een willekeurig parelsnoer in een willekeurig landhuis wordt nu opgelost maar bijvoorbeeld de moord op Kennedy, aan de hand van de bekende gegevens, waarbij de oplossing (de plot, de clou) vanzelfsprekend fictief is ‒ de eerste voorwaarde van het genre blijft immers dat de lezer het einde niet mag kennen. Wanneer verzinsels en verdichtsels de feiten verdringen, mag dit echter niet duidelijk zijn. De grens tussen beide is, als het goed is, niet waarneembaar. De lezer wordt dus in een bepaalde mate belazerd.
Dat belazeren is natuurlijk lastig, want de lezer wordt verondersteld de feiten te kennen, dat maakt het boek zo aantrekkelijk voor hem. Hij weet wat. Je loopt als auteur in dit genre dus al snel de kans door de mand te vallen: per slot dient je fantasie strikt geloofwaardig over te komen. Dat betekent dat je je beperkingen op moet leggen. Zo zou ik in een komend boek bijvoorbeeld omwille van de spanning gaarne de voormalige KVP-politicus Romme tijdens de eerste politionele actie in een Javaans jongensbordeel willen situeren ‒ dat is helaas aantoonbaar onjuist: wil mijn boek authentiek overkomen, dan mag ik de feiten rond, en de persoon van, Romme geen geweld aandoen.
Als gezegd lastig. En je kunt je afvragen waarom een auteur voor dit genre kiest. Deels is het antwoord dat hij gaarne voor ‘vol’ wil worden aangezien (geen groep met groter minderwaardigheidscomplex dan die van de misdaadauteurs ‒ hun schrijfsels worden, dikwijls terecht, als het summum van ‘pulp’ beschouwd); deels ook is het de pretentie een oplossing te bieden waar historici dat niet kunnen wegens die ‘onvoltooide feiten’. Want als gezegd, de feiten die de factie-auteur als uitgangspunt neemt, zullen gezien de fictieve oplossing altijd onvolledig zijn, onderdelen van een ‘affaire’, bij voorkeur weggestopt in een doofpot. Dit impliceert dat de factie-auteur relatief veel tijd kwijt is aan onderzoek naast het bedenken van een plausibele plot. Het een kan niet zonder het ander.
Op die manier probeerde ik door middel van ‘het spannende verhaal’ als vehikel ‘Het Englandspiel’ te ontsluieren, het raadsel rond ZKH Von Lippe en de Lockheed-steekpenningen op te lossen, een antwoord te geven op de vraag waarom de vier IKON-journalisten indertijd in El Salvador werden vermoord. En in mijn komende boek probeer ik de verborgen motieven voor de mislukte staatsgreep van Raymond Westerling op Java te achterhalen. Voorwaar, geen zaken voor Maigret, James Bond of de inspecteurs Grijpstra & De Gier!
Vorig jaar stonden de kranten vol van een massale (zelf)moord in Canada en Zwitserland. Leden van een sekte met de Kuifje-achtige naam ‘De Tempeliers van de Zonne-orde’, vijftig in getal, werden morsdood in respectievelijk blokhut en chalet aangetroffen, zak over het hoofd waarin kogels, de panden via ingenieuze ontstekingsmechanismen in de hens gestoken. Aanvankelijk werd gedacht aan moord omdat de leiders van de beweging, een Messiaanse figuur en zijn oudere Kwade Genius, spoorloos schenen met ‒ klassiek gegeven ‒ de poet die hun volgelingen in hun heilsverwachting hadden gedoneerd. Toen ook hun lijken werden gevonden, was de verklaring zelfmoord, tot een derde leider bekend werd, een financier met Mafia-connecties, waarna de speculaties torenhoog rezen. En prompt weer inzakten toen ook zijn lichaam werd geïdentificeerd.
De vraag is: lenen deze feiten zich nu voor een spannende factie-roman? Met andere woorden, kun je je op basis van de bekende gegevens vragen stellen over redenen en motieven, en antwoorden geven die zowel logisch voortvloeien uit die feiten alsook ‘thrilling’ zijn? Dat kan alleen maar het geval zijn wanneer elke andere logische maar niet spannende verklaring, om in termen te blijven, kan worden geëlimineerd. De factieauteur gaat daar dus allereerst naar op zoek. Hij spit grondig de kranten door, neemt waar mogelijk kennis van getuigenverklaringen en politierapporten en ‘leest eromheen’. Steeds op zoek naar ‘onvoltooide feiten’. Dat stelt in dit geval bitter teleur: de schaarse gegevens wijzen erop dat de drie leiders uit religieuze overwegingen eerst hun volgelingen van kant maakten, en vervolgens zichzelf ‘op weg naar een betere wereld’ hielpen. De geijkte verklaring die ook twee jaar geleden in Waco, Texas, en in 1988 in Brits Guyana bij collectieve zelfmoordpartijen de juiste bleek. Mooi voor de recherche, frustrerend voor de factie-auteur. Hooguit kan de literaire romancier er wat mee, hem is het immers vooral te doen om karaktertekening en psychologie.
Maar zie... er blijkt een afscheidsbrief te zijn geschreven met als afzender: Mr. D. Part (Depart), woonachtig Goldenstrasse 33 te Zürich. Noch deze meneer Depart noch dat adres blijken te bestaan. De fictie-auteur zou nu zijn PC starten en zijn fantasie de vrije loop laten. Kenmerkend is dat hij voor zijn verhaal de genoemde feiten niet eens nodig had, hij zou het straffeloos hebben kunnen verzinnen. Ze waren voor hem niet anders dan de bron van inspiratie.
De factie-schrijver zal vooralsnog verder speuren. Hij zal een tijd lang de veronderstelde connectie met politici en Zwitserse bankiers bestuderen, maar wanneer deze niet kan worden aangetoond, wanneer hem bijvoorbeeld niet blijkt dat de Belgische sekteleider aantoonbaar handelde in opdracht van zijn ex-koningin Fabiola voor wie hij, arts, de dood van haar man Boudewijn in scène had gezet om haar daarna te chanteren, waarna zij via de aan haar familie gelieerde Spaanse religieuze beweging Opus Dei wist te infiltreren binnen de Tempeliers en...
Ik chargeer, maar dan pas zou wat er ligt het feitenskelet kunnen vormen van een authentieke, spannende roman. Nu is het niets anders dan de op hol geslagen fantasie van een auteur, aardig bedacht, zoals zoveel romans in het genre, niets meer en niets minder. De factie-auteur legt de knipsels terzijde. Natuurlijk, weggooien doet hij niet. Binnen enkele jaren zal immers kunnen blijken dat er binnen het recherchekorps fraude werd gepleegd voor dikke bundels bankbiljetten die door de FIOD werden aangetroffen in een kluis van de Nederlandse ex-premier Ruud Lubbers.
Aldus is de factieschrijver niet alleen auteur, en verbeeldt hij zich een kundig amateur-historicus en dito politieman te zijn, maar vooral ook is hij een geduldig archivaris.
MASSALE ZELFMOORD IN ZWITSERLAND
3 oktober 1994
WIE VERMOORDDE WIE IN GEHEIMZINNIGE SEKTE?
Maandagnacht, 3 oktober. Morin Heights, een skistadje in Canada.De moordenaars snoerden een plastic zak over het hoofdje van Christopher Dutoit, twee maanden oud. Ze verborgen hem achter een waterboiler in de kamer onder de trap. Zijn ouders lagen vlakbij, doodgestoken, gewikkeld in een deken. Het mes waarmee de 30 jaar oude Engelse moeder en de 35-jarige Zwitserse vader waren omgebracht, glinsterde in een vouw van de overtrek. In een kamer boven lag een ander echtpaar, dat niet het geluk had al dood te zijn. In plaats van een snel einde door messteken hadden de moordenaars voor hen een andere versie van de Dag des Oordeels in gedachten: levend geroosterd worden in een vuurzee. Het echtpaar droeg medaillons met de letters TS, van Temple Solaire, symbool van de Orde van de Zonnetempel, de sekte waar hun persoonlijkheden in waren weggezogen.
Al maanden achtereen predikte Luc Jouret, de 46-jarige sekteleider, dat De Dag nabij was. Die langverwachte dag waarop de Apocalyps alles zou wegvagen (...).
Op dinsdag 4 oktober tegen lunchtijd werden Jouret en zijn compagnon Joe di Mambro (70), de eigenaar van het huis in Morin Heights, gezien in de Primo supermarkt van het Zwitserse plaatsje Salvan. De mannen wandelden achter een boodschappenkarretje, dat gevuld was met vuilniszakken. Zowel hier als in Canada waren het bekende gezichten. ‘Het waren goeie klanten, fijne mensen,’ zou de winkeleigenaar later zeggen. Diezelfde ‘fijne’ mensen keerden terug naar hun auto en reden de drie kilometer lange bergweg omhoog door een wervelend Sound-of-Music-landschap naar het dorpje Granges-sur-Salvan. (...) [Panorama 43, 20- 27 oktober 1994, p. 13-14]
Donnerstag, 6. Oktober 1994
OFFENBAR KOLLEKTIVER SELBSTMORD
48 Sektenmitglieder in der Schweiz tot aufgefunden
bca. Zürich (Eigener Bericht) ‒ Mindestens 48 Sektenmitglieder, darunter mehrere Kinder, haben in der Schweiz offenbar kollektiven Selbstmord verübt. Ihre Leichen fand die Polizei am Mittwoch an zwei Brandherden in der Westschweiz. In einem abgebrannten Bauernhaus in Cheiry im Kanton Fribourg entdeckte die Polizei bislang 23 Leichen, die teilweise Schuûverletzungen aufwiesen und über deren Köpfe Plastiktüten gestülpt waren. Weitere 25 Tote wurden vonder Polizei in Les Granges-sur-Salvan im Kanton Wallis, einem kleinen Weiler in der Nähe der Stadt Martigny, in drei niedergebrannten Chalets entdeckt. Der Sektenname ‘Das Kreuz und die Rose’ geht aus sichergestellten Dokumenten hervor. Eins der abgebrannten Chalets im Unterwallis war von Luc Jouret, der bei der kanadischen Polizei als Sektenführer bekannt ist, gemietet worden. Nach Berichten aus Kanada brannten in der Provinz Quebec am Dienstag zwei Häuser nieder. Eines befand sich im Besitz Jourets. Dort wurden zwei Tote gefunden. Jouret war Gründer des ‘Ordens des Sonnentempels’. Mitglieder von Jourets Gruppe waren im vergangenen Jahr in Kanada wegen Waffendelikten verhaftet worden. (Vermischtes) [Süddeutsche Zeitung, p. 1]
SEKTE AARDIG MAAR ONBEKEND
Er gebeurden geen gekke dingen in het Zwitserse Cheiry
CHEIRY, SALVAN (AP, AFP) (...) Pas om vijf uur in de ochtend wordt de gruwelijke tragedie in volle omvang duidelijk als reddingswerkers een geheime deur vinden in de kelders van de inmiddels afgebrande boerderij. De toegang leidt naar een rode kapel met een altaar. Op de vloer liggen de lichamen van 22 mensen, tussen 10 en 72 jaar oud. Twaalf vrouwen, tien mannen en een jongen, in een cirkel met de hoofden naar buiten. Zij zijn keurig gekleed, sommigen dragen ceremoniële toga’s in rood, wit, zwart en goud. Bijna allemaal hebben zij de handen gevouwen op de borst alsof ze in gebed zijn verzonken. Tien hebben een plastic zak om het hoofd gesnoerd, maar volgens de politie zijn de meesten ‒ dinsdagmiddag al ‒ door kogels om het leven gekomen. (...) [Trouw, p. 5]
Sekte voltrok apocalyps aan zichzelf
SALVAN, 6 OKT. (...) In het dorp Cheiry, in het westen van Zwitserland, had niemand ooit veel aandacht besteed aan de mensen die in het weekeinde bijeenkwamen op een boerderij. Het pand werd drie jaar geleden gekocht door een groepering die zei het te willen gebruiken voor biologisch onderzoek. Er stonden altijd auto’s op de oprit, maar niemand stoorde zich daaraan. ‘Het is erg rustig hier, niemand valt iemand anders lastig,’ aldus Albert Torché, die begrafenisondernemer en lid van de vrijwillige brandweer van Cheiry is. (...) (AFP, AP) [NRC Handelsblad, p. 5]
Swiss villagers discover the grisly end of the Order of the Solar Temple
48 KILLED IN SECT’S ‘MASS SUICIDE’
FROM BILL FROST IN GRANGES-SUR-SALV AN, ADAM SAGE IN CHEIRY, AND RUTH GLEDHILL
(...) In Cheiry last night, a procession of locals were winding their way up the path to the farmhouse. Albert Torche, who owns farmlands just below the cult’s house, said: ‘They bought it about three years ago, and there were five of them who lived there full time, saying they did biologica! research.’
Mr Torche said that at weekends a conference room, beneath which the temple was found, would be lit until late at night. ‘But they never made any noise or trouble. They were always very polite, they would say hello, hut they never really got into conversation.’ (...) [The Times, p. 1]
‘WIJ HEBBEN NOOIT IETS VREEMDS GEMERKT’
door Wim Pieters
CHEIRY, donderdag (...) Toen ik dit een boer, die nabij op het land werkte, vertelde reageerde hij verbaasd: ‘Ik woon hier vlakbij en ik heb de mensen dikwijls zien passeren. Veelal tijdens het weekeinde. Wij wisten niet beter of dat was een club van macrobioten.’
Maar Paul Ranc, kenner bij uitstek van alles wat met sekten te maken heeft, zegt: ‘De kantons Wallis en Fribourg hebben altijd een aantrekkingskracht gehad op mensen die een geïsoleerde omgeving zochten om zich in alle rust te kunnen afzonderen en zich over te geven aan hun occulte praktijken.’ (...) [De Telegraaf, p. 13]
Friday October 7 1994
WEITER RÄTSEL UM SCHWEIZER SEKTENDRAMA
Behörden halten sich trotz anonymen Briefes an Experten mit Bewertung vorerst zurück
FREIBURG/OTTAWA (dpa/ND) Das Schweizer Sektendrama mit seinen 48 Toten gibt nach wie vor zahlreiche Rätsel auf, obwohl die Behörden am Donnerstag weiter fieberhaft die Ermittlungen fortsetzen. Wahrscheinlich wird es noch Tage dauem, ehe schlüssige Aussagen gemacht werden können. Der im Schweizerischen Freiburg wohnhafte Sektenspezialist Mayer erhielt am Donnerstag einen anonymen, auf einem Computer geschriebenen Brief in französischer Sprache, von dem er glaubt, da8 er von der ‘Sonnentempler’-Sekte stammt und wegen seiner Detailkenntnisse authentisch ist. Nach Meinung Mayers wird mit dem Brief praktisch die Selbstmord-These bewiesen.
Die Behörden zeigten sich am Donnerstag noch recht vorsichtig, von einem ‘freiwilligen’ Selbstmord zu sprechen. Laut Freiburger PolizeiSprecher Karlen weisen von den 23 in Cheiry im Kanton Freiburg aufgefundenen Leichen 20 Schu8wunden auf. (...)
Der Mann und die Frau, die in Kanada verbrannten, sind noch nicht identifiziert. Es könnte Jouret sein, sagte die Polizei. [Neues Deutschland, p.1]
‘ER IS VEEL LEED ONDER DE MENSEN’
door WESSEL FRANKEN
(...) ‘Wij raken overstroomd met brieven van bezorgde verwanten, maar wij zijn in het fortuinlijke bezit van veel deskundigheid onder onze leden,’ aldus K. Nulaar van de Vereniging ter Verdediging van Persoon en Gezin (Association pour la défense des familles et de l’individu). ‘Veel deskundigen zijn op dit ogenblik echter helaas niet bereikbaar omdat ze iets onder de leden hebben. Wat ik U wel kan zeggen is dat hij die veel geleden heeft en wiens geestelijke weerbaarheid te zeer door ernstige en vaak diep in het persoonlijk leven ingrijpende tegenspoed op de proef is gesteld, in zijn algemeenheid gesproken eerder de neiging vertonen zal toe te geven aan de onweerstaanbare lokroep van een valse messias dan de gebenedijde.’(...) [Mainzer-Beobachter, p. 32]
‘JOURET ALTIJD OP DE VLUCHT’
Zonnetempel-orde had occultistische trekken
Van onze kerkredactie (...) De brief is in Genève gepost, maar het is onduidelijk of hij vóór of na dinsdagavond is geschreven, toen ongeveer vijftig leden van de sekte de dood vonden. Als afzender staat in de brief vermeld de heer D. Part, Goldenstrasse 33, Zürich. Deze straat bestaat echter niet. Mayer wijst erop dat de sekte enige tijd Gouden Tempel werd genoemd.
‘Wij zijn bevrijd van een last die met de dag ondragelijker werd’, aldus de brief. ‘Wij verlaten deze aarde om in het volle licht en in de totale vrijheid een dimensie van de waarheid te vinden (...) ver weg van de onderdrukking op deze aarde. Zo werden de profetieën volgens de Schriften vervuld. Wij zijn slechts nederige dienaars.’ (...) [Trouw, p. 10]
LES ‘TEMPLIERS’ TUÉS POUR UN MOTIF CRAPULEUX?
GRANGES-SUR SAL VAN de notre envoyé spécial (...) Une autre lettre ‒ encore plus étrange ‒ est arrivée hier chez Jean-François Mayer, spécialiste suisse des sectes. Des membres de l’OTS y écrivent: Nous nous sommes libérés d’un fardeau qui devenait insupportable. Dans ce texte de plusiers pages, signé du pseudonyme D.Part et très probablement authentique, il est encore écrit que tous ceux qui ont enfreint le code d’honneur de l’Ordre subiront dans les siècles des siècles leur chûtiment mérité. (...) [Le Soir, p. 1]
Una carta póstuma afirma que la inmolación la motivó la persecución de que eran objeto
La policia suiza investiga el paradero del ‘guró.’ Jouret y el entramado económico de la secta de los suicidas
ENRIC GONZALEZ, Lausana ENVIAOO ESPECIAL (...) Los ritos para los ya iniciados se realizaban en capillas como la de Cheiry, y consistian en actos ‘muy similares a las misas católicas’, segün el especialista Mayer, el historiador que dijo haber recibido una ‘carta de ultratumba’ de los sectarios muertos qui contenia principalmente la frase: ‘Nos hemos liberado de una carga que se nos hacia más pesada cada dia’.
La directora en Madrid de la Asociación de Asesoramiento e Información sobre Sectas, Mercedes Montenegro, aseguró ayer que el Templo del Sol no tiene adeptos en Espaüa. [El Pais, p. 2]
Pathologen vinden sporen verdoving en schotwonden
DODE SEKTELEDEN ZIJN MOGELIJK VERMOORD
Reuter, AFP, AP CHEIRY (...) De Zwitserse etnoloog Jean-François Mayer, die de sekte enige tijd bestudeerde, heeft donderdagochtend een brief ontvangen waarin de collectieve zelfmoord van de sekte wordt aangekondigd. Mayer zegt ervan overtuigd te zijn dat de brief van de sekte afkomstig is, omdat hij informatie bevat die alleen aan ingewijden bekend is.
De brief vermeldt als afzender ‘Mr. Depart’ (Mijnheer Afscheid), en als adres de niet-bestaande Goldenstrasse 33 in Genève.
‘Wij verlaten de aarde om, in vrijheid en met een licht gemoed, een dimensie van waarheid en absolute waarden te herontdekken, ver van de hypocrisie en onderdrukking van deze wereld. We doen dit voor toekomstige generaties,’ aldus de brief, waarin verder wordt uitgelegd dat de sekteleden zich vervolgd voelden. (...) [de Volkskrant, p. 4]
Champagne et lettres d’ adieu avant de mourir
(...) Une lettre d’adieu qui conforte la thèse du suïcide collectif aurait d’ailleurs été envoyée à Jean-François Mayer, un spécialiste des sectes. Mayer a déclaré que la missive qu’il a reçue hier insiste sur les ‘persécutions’ subies par la secte et son chef ‘Nous nous sommes libérés d’un fardeau qui de jour en jour devenait insupportable’, peut-on lire dans la lettre postée à Genève, mais dont Ie cachet est illisible. (...) (AFP, Reuter) [Libération, p.13]
DERNIERES VINGT-QUATRE HEURES DE LA VIE D’UNE SECTE GRANGES-SUR SALVAN de notre envoyé spécial(...) Qu’ont-ils fait dans les heures qui ont précédé leur mort? (...) Mardi, à quelques heures de ce qu’ils allaient appeller ‘leur libération’, ces demiers ont décidé de faire... banquet.
Vers 15 heures, Jacqueline, l’épouse de Joseph di Mambro ‒ un agriculteur à la retraite qui faisait office de patriarche et avait misses chalets des Granges à la disposition de la secte, a téléphoné au boucher du village.
Nous allons faire un repas avec des amis. Je voudrais des rôtis de veau pour 15 personnes...
Mais c’est impossible, lui répondit le boucher, vous auriez dû me prévenir plus tôt!
Et, quelques instants plus tard, l’épouse du ‘patriarche’ téléphonait à un restaurant situé à une trentaine de kilomètres de là. La patronne de cette fine auberge ‒ qui veut rester anonyme ‒ s’en souvient comme si c’était hier...
Ils étaient venus chez nous la première fois voici huit mais environ. M. et Mme. Di Mambro étaient là à chaque repas, avec leurs filles de 13 et 17 ans. Ils étaient toujours accompagnés: un noyau d’amis ‒ toujours les mêmes ‒ et des visiteurs qui changeaient chaque fois.
Au début, poursuit-elle, ils venaient une fois par semaine, mais, depuis trois mais, on les voyait parfois quatre fois par semaine, le midi ou le soir. Ah, c’étaient de bons client! Des additions de 800F (20.000 FB) au minimum. Et des clients ‘en or’: des gens de bon goût. (...) Alain Guillaume [Le Soir, p. 20]
SIXTY MEMBERS OF SUICIDE CULT FOUND LIVING IN CANADA
FROM RICHARD CLEROUX IN OTIOWA AND REUTER IN ZURICH
(...) Paul Audsley, the British-born husband of Joce-Lyne Grand’Maison, said: ‘It was murder. Joce-Lyne was taken hostage. I am 100 percent sure she would never have taken part in a collective suicide. She phoned me last Sunday to tell me she was going toa chalet elsewhere in Switzerland to see a friend. She had promised to call me Tuesday night but never did.’
Mr Audsley described Luc Jouret as a dictator who had once advised Joce-Lyne to leave her husband because he had refused to become a member of the group. (...) [The Times, p. 3]
Samedi, 8 octobre 1994
Zwitserse politie beveelt arrestatie sekteleider Jouret
Reuter, AP LAUSANNE De Zwitserse politie heeft vrijdag een internationaal arrestatiebevel uitgevaardigd tegen sekteleider Luc Jouret en het brein achter de Orde van de Zonnetempel, Joseph di Mambro. Er zijn aanwijzingen dat sommige van de 53 dode sekteleden die in Zwitserland en Canada werden gevonden, zijn vermoord.
Volgens de Zwitserse politie worden Jouret en Di Mambro gezocht voor brandstichting en doodslag. Er komen steeds meer berichten over geldproblemen en ideologische meningsverschillen binnen de Orde.
De Canadese politie heeft gezegd dat de drie doden die donderdagnacht gevonden zijn ‒ een echtpaar en een drie maanden oude baby ‒ zo goed als zeker zijn vermoord. De politie heeft een bebloed mes gevonden naast de lichamen. De baby had een plastic zak over zijn hoofdje. De drie werden gevonden in de kelder van Di Mambro’s afgebrande huis in Quebec. Bij de brand, eerder deze week, kwam een echtpaar om, waarschijnlijk sekteleden.
In Zwitserse chalets zijn 48 doden gevonden. Lijkschouwing heeft uitgewezen dat een aantal van hen gedrogeerd zijn en schotwonden hebben. Van de doden zijn er nog maar weinig geïdentificeerd, het is nog steeds mogelijk dat Jouret zich onder de doden bevindt. [de Volkskrant, p. 5]
Selbstmord oder Exekution?
Keine wei teren Leichen in der Schweiz gefunden
rfr. Cheiry, 6. Oktober (...) Zum folkloristischen Aspekt der traurigen Geschichte sei angefügt, dass die Pressekonferenz unter klarem, langsam dämmemdem Himmel in einer Art Landsgemeindeatmosphäre stattgefunden hat. Sie musste ins Freie verlegt werden, weil der vorgesehene Saal durch ein Beerdigungsessen besetzt war. In der Wirtschaft aber standen sich zwischen einem Dutzend Fernsehkameras eine gute Hundertschaft von Journalisten gegenseitig auf die Füsse, und das Gedränge war so dicht, dass Untersuchungsrichter und Polizeichef unmöglich auch noch darin Platz gefunden hätten... [Neue Zürcher Zeitung, p. 12]
Baby-faced guru initiated a well-heeled clientele into the free-sex, gun-toting madhouse of his cult
JOURET WAS A MESSIAH TO THE MIDDLE CLASSES
FROM CHARLES BREMNER IN PARIS AND GEORGE BROCK IN BRUSSELS
(...) Ina typically polished press release sent to the media after the massacre, Jouret defined the exalted fate to which he, as an ‘elder brother of the Rose-Cross’ had led them. ‘We leave this Earth to find, in all lucidity and in all freedom, a Dimension of Truth and the Absolute.’ He did not, apparently, deem it worth making the trip with them. (...)
FINAL LETTER ADMITS SUICIDE
BY CHARLES BREMNER
The followers of Luc Jouret’s Order of the Solar Temple joyfully killed themselves to escape the wickedness of mankind and the imminent apocalypse and travel to a better world, according to a letter posted to the media on the morning they died. (...) The letter, addressed to the ‘Lovers of Justice’, said: ‘We have now freed ourselves of a burden which, day by day, was becoming unbearable. It is with an unfathomable Love, an ineffable joy and without any regret that we leave this world.’
The 19 printed pages, couched in the jargon of medieval orders, the occult, astrology and environmentalism, were posted in Zurich on the morning after the deaths of Jouret’s followers in Switzerland. (...) Another 30-page letter typed on a word processor was sent to Jean-Francois Mayer, a Swiss historian and author of several hooks on sects. [The Times, p. 3]
MORD NICHT AUSGESCHLOSSEN
Sektenführer Jouret und di Mambro per Haftbefehl gesucht
Von Bernadette Calonego ZÜRICH, 7. Oktober (...) In einer Sendung des Schweizer Radios DRS sagte Paul G., bei dem es sich vermutlich urn den Ehegatten der in Cheiry tot aufgefundenen 44jährigen Journalistin Jocelyne Grand’Maison handelt: ‘Ich sage es kategorisch: Sie würde nie Selbstmord machen, nie, nie.’ Für Paul G. is es absolut unvorstellbar, daß seine Frau, die seit zehn Jahren für die Zeitung Journal de Quebec arbeitete, in einen kollektiven Selbstmord eingewilligt hätte ‒ im Gegenteil, sie sei voller Pläne für die Zukunft gewesen. Er kenne seine Frau seit 15 Jahren, sagte er im Gespräch mit Radio DRS: ‘Ich denke, sie wurde umgebracht.’
Seine Frau sei wegen eines Meetings des Sonnentempler-Ordens für zwei Wochen in die Schweiz eingeladen worden. Nie im Leben glaube er, da8 sie etwas geahnt habe. Noch am Sonntagabend habe sie ihm mitgeteilt, sie würde wohl etwas früher als geplant zurückkehren. Da sei weder Angst noch ein Zeichen der Unruhe in ihrer Stimme gewesen. (...) [Süddeutsche Zeitung, p. 16]
Dinsdag 11 oktober 1994
Moordwapen sekte in chalet gevonden
(...) Inmiddels is de Zwitserse pers ook aan een gewetensonderzoek begonnen. Le Journal de Genève vroeg zich gisteren af waarom de Belgische en Canadese sekteleiders juist Zwitserland hebben uitgekozen voor hun activiteiten. Voornamelijk, vermoedt de krant, gezien de roem van het Zwitserse bankwezen.
‘Maar waarschijnlijk ook omdat de Zwitsers een manie hebben voor privacy,’ aldus de krant. ‘Geheimhouding is hen aan het hart gebakken. Een Zwitser past alleen op z’n eigen koe en wat er aan de andere kant van de alp gebeurt, wil hij niet weten.’ (Rtr, AP, Ind.) [Het Parool, p. 5]
21.11.1994
BABY WAS ANTICHRIST DIE MOEST GEDOOD WORDEN MONTREAL ‒ DE DOOD VAN LEDEN VAN DE ZONNETEMPEL IN HET CANADESE QUEBEC, DIT NAJAAR, WAS ONDERDEEL VAN EEN RITUEEL WAARBIJ EEN BABY, DIE DE ANTICHRIST ZOU VERTEGENWOORDIGEN, WERD DOODGESTOKEN. De sekteleden kregen drugs voor ze de dood ingingen. Zij waren ervan overtuigd dat ze de vuurdood moesten sterven om herboren te kunnen worden op een andere planeet, zo blijkt uit ondervraging van voormalige sekteleden.
Volgens politie-inspecteur Gilles Theriault heeft een onderzoek in maart 1993 naar de activiteiten van de Zonnetempel wellicht meer zelfmoorden voorkomen. Sekteleider Joseph Di Mambro wou meer dan veertig sekteleden zelfmoord te [sic] laten plegen in Quebec, maar moest dat plan wijzigen. (...)
Di Mambro, die de organisatie stichtte en haar meer dan twee decennia leidde, verloor langzamerhand zijn interesse voor de spirituele kant van de sekte. Hij ging zich steeds meer toeleggen op financiële zaken. Di Mambro hield nauwlettend de Belg Luc Jouret in de gaten, de andere oprichter van de groep, die beschouwd werd als de goeroe van de sekte. Jouret kwam eveneens om bij de massale zelfmoordactie. [Het Laatste Nieuws, p. 6]
EEN DETECTIVE IN DE KRANT
José Sanders
Maandagnacht, 3 oktober. Morin Heights, een skistadje in Canada. De moordenaars snoerden een plastic zak over het hoofdje van Christopher Dutoit, 2 maanden oud.
Het mes waarmee de 30 jaar oude Engelse moeder en de 35-jarige Zwitserse vader waren omgebracht, glinsterde in een vouw van de overtrek. In een kamer boven lag een ander paar, dat niet het geluk had al dood te zijn.
Zijn dit de woorden van een radioverslaggever, die ons hier en nu vertelt wat hij ginds ziet? De tijd- en plaatsaanduiding geven wel aanleiding om dat te denken; toch kan het niet zo zijn, want in dat geval zou niet de verleden tijd gebruikt worden. Is het dan misschien het begin van een detective-roman? Dat zou kunnen; maar het is wel gek dat een jaartal ontbreekt, waardoor het lijkt alsof het om afgelopen 3 oktober gaat, dus kort geleden.
De journalist die voor het weekblad Panorama dit artikel schreef over de (zelf)moord van de Orde van de Zonnetempel, kiest daarvoor heel andere stijlmiddelen dan zijn collega’s bij dagbladen als de Volkskrant en Trouw. Het artikel wordt in de leadaangekondigd als een ‘reconstructie van het geheimzinnige en schokkende drama’, en dat is maar goed ook, want anders had het nog wel even geduurd voordat de lezer uit het geschrevene kon afleiden dat niemand, noch de journalist, noch één van de personen (moordenaars of slachtoffers), ooggetuige is geweest van de zojuist beschreven scène. Na de reconstructie van de moorden dan wel zelfmoorden die een einde maakten aan de Zwitsers-Canadese sekte, volgt een pagina’s lange beschrijving van leven en werken van de oprichter en leider Jouret, verlucht met een tiental foto’s.
Vergelijken we deze opbouw met die van dagbladartikelen over deze zaak, dan vallen twee dingen op: 1. In dagbladen krijgen aansprekende gebeurtenissen vaak evenveel aandacht, maar verdeeld. Aansprekende gebeurtenissen zijn die welke de algemeen menselijke kwesties dood, seks en/ of macht (geld, geweld) betreffen (Schank 1979). In het geval van de Zonnetempel-affaire zijn zelfs alle drie de ingrediënten aanwezig, zij het in wisselende mate. De belangstelling voor dit soort aansprekende gebeurtenissen uit zich veelal in verschillende artikelen, verspreid over verschillende dagen: a) allereerst een kort, ‘hard’ nieuwsbericht met de feitelijke en objectief vertelde gebeurtenissen (in dit geval: de vondst van de doden en de waarschijnlijke toedracht, vaak gebaseerd op persberichten); b) vervolgens een achtergrondartikel (in dit geval: de sekte en haar oprichter); c) ten slotte een opiniërend stuk dat de zaak in een breder kader plaatst (in dit geval: wat moeten we met die sektes; is zulk geweld normaal in sektes; etcetera). Ook combinaties van deze typen komen voor. 2. Geen van de artikelen in de dagbladen vertoont een ‘reconstructie’ -opbouw zoals die van het Panorama-artikel. Zelfs in de achtergrondartikelen over Jouret’s sekte en sektes in het algemeen wordt toch voor nieuwsbericht-achtige openingen gekozen, zoals in Trouw (7-10-1994): ‘Nog steeds is niet bekend of de 46-jarige Luc Jouret, oprichter van de Orde van de Zonnetempel, zich ook onder de slachtoffers van de zelfmoordactie van deze sekte bevindt. Voor Jouret zelf maakt dat weinig uit. Bij herhaling heeft hij laten weten dat voor hem “de dood geen einde, maar slechts de overgang naar een andere vorm van leven is”.’
Opvallend is dat beide berichten de in medias res-opening gemeen hebben: alle twee beginnen met wat de hoofdzaak is, namelijk het feit dat er mensen gedood zijn. De toedracht, die in chronologie natuurlijk voorafgaat, komt in beide artikelen later. Ook is het duidelijk dat beide schrijvers hun subjectieve oordeel over de zaak niet verbergen. Wel is de Trouw-journalist veel implicieter, door het gebruik van ironie, dan zijn collega van Panorama. De laatste bijvoorbeeld benoemt Jouret’s religie onomwonden als ‘een curieuze hutspot waar theologen zich nog jaren het hoofd over zullen breken. (...) Een geloof dat het karakter weerspiegelde van zijn ontwerper’.
Maar wat het meest verschilt is het vertelperspectief dat gekozen is. In het Panorama-artikelstelt de ‘verteller’ zich op een standpunt van waaruit hij de gebeurtenissen kan zien ontwikkelen, soms ook gedachten en intenties van personen in de tekst kan lezen, of waarnemingen doen door hun ogen (‘het mes [...] glinsterde in een vouw van de overtrek’). Een dergelijk vertelperspectief komt overeen met dat van fictionele teksten. Daarin kan de vertelinstantie naar believen personen in het leven roepen, hen gebeurtenissen doen ondergaan, en hen gevoelens en waarnemingen laten hebben.
Zo’n vertelperspectief heeft de Panorama-journalistook. Hij weet bijvoorbeeld hoe Jouret zich voelde: ‘Maar hij had er weinig trek in om net als veel van zijn studiegenoten te gaan werken in een ziekenhuis (...) En hij voelde ook zijn eigen kwalen (...) verdwijnen.’ Hij kent ook details die andere journalisten niet kennen: ‘Een aantal dankbare patiënten sloot zich aan, onder hen veel vrouwen die vielen voor de charmes van de nieuwe Messias.’ Kortom, hij leeft zich in in de personages die een rol spelen in het verhaal en verwoordt de gedachten en intenties die hij bij hen aanwezig vermoedt.
Dat is een vrijheid die dagbladjournalisten niet hebben. Hoe verschillend van onderwerp of doelstelling ook, eigen ooggetuigenverslagen van niet bijgewoonde gebeurtenissen zal de journalist niet geven, noch verwoordingen van gedachten en gevoelens van personen. Uit experimenteel onderzoek blijkt dat lezers dergelijke elementen in nieuwsberichten wel waarderen, maar tegelijk minder geneigd zijn een bericht waarin ze voorkomen als een echt nieuwsbericht te beschouwen (Sanders/Redeker 1993).
De verklaring is dat dergelijke vrijheden zich niet goed laten verenigen met de journalistieke eis om alleen controleerbare informatie te geven. Vaak nemen in nieuwsberichten controleerbare directe citaten van zijdelings betrokkenen de plaats in van oncontroleerbare ideeën. In Trouw, bijvoorbeeld, wordt een karakterisering van Jouret toegeschreven aan iemand die hem gekend heeft: ‘een vroegere medewerkster zei: “Die man was voortdurend op de vlucht. Zijn leven kent vele breuken”.’
In weekbladen als Panorama geldt de beperking van controleerbaarheid niet zo streng (al zal het schrijven van aperte onwaarheden even ongewenst zijn als in dagbladen). Panorama’s eerste functie is immers niet te informeren, maar te amuseren. In dat licht zijn perspectiefkeuzes die interesse en spanning veroorzaken bij de lezer begrijpelijk en verdedigbaar (Brewer/Lichtenstein 1982). De lezer krijgt alle bekende en denkbare details van het ‘geheimzinnige en schokkende drama’.
Het is mogelijk dat in de nabije toekomst artikelen in dagbladen meer deze ‘fictionele’ kant op gaan schuiven. De grenzen tussen dag- en weekbladen vervagen misschien nog verder; we zien dat al aan de uitgebreide weekendbijlagen van kranten (waarin ook wel eens reconstructies van ‘zaken’ voorkomen). Bovendien is het brengen van ‘hard’ nieuws steeds minder de taak van de krant en steeds meer van de televisie. Als de krant haar lezers wil houden, moet zij steeds vaker achtergrondartikelen gaan brengen; en sommige kranten zullen misschien, afhankelijk van het lezerspubliek dat zij willen bedienen, ‘amuserende’ elementen zoals fictieachtige reconstructies gaan gebruiken.
Bibliografie
Brewer, William and Edward Lichtenstein. 1982. ‘Stories are to entertain: A structural affect theory of stories’, Journal of Pragmatics 6, p. 473-486.
Sanders, José and Gisela Redeker. 1993. ‘Linguistic perspective in short news stories’, Poelies 22, p. 69-87.
Schank, R. 1979. ‘Interestingness: Controlling inferences’, Artificial Intelligence 12, p. 273-297.