In mei 2011 verscheen de Tsjechische vertaling van Dimitri Verhulsts Godverdomse dagen op een godverdomse bol. Meteen daarop werd het boek gepresenteerd tijdens het enorm populaire evenement De Literatuurnacht en ook op de grootste boekenbeurs van Tsjechië, De boekenwereld. De respons in de media was groot, zeker voor een auteur uit het Nederlandstalige gebied. Verhulst is hiermee de laatste in een rij jonge Vlaamse schrijvers die recentelijk in het Tsjechisch zijn vertaald dankzij een hernieuwde belangstelling voor de Vlaamse literatuur.
Gronderig
De belangstelling voor Vlaamse auteurs in Tsjechië heeft een interessante ontwikkeling doorgemaakt die veelal de politieke perikelen in het land weerspiegelt. Boeken van Vlaamse auteurs werden al sinds de laatste decennia van de negentiende eeuw in het Tsjechisch vertaald. Ze spraken om meerdere redenen de Tsjechische lezers aan. Enerzijds vanwege de historische ervaring van een volk dat uit haar eigen as oprees, anderzijds was het de wedergeboorte van de Nederlandse taal in Vlaanderen die de Tsjechen parallellen liet trekken met eigen noodlot en geschiedenis. Typische vertegenwoordiger van deze literatuur van nationaal reveil was Hendrik Conscience, van wie in de periode tussen 1884 en 1936 maar liefst twintig boeken in het Tsjechisch vertaald zijn. In de eerste helft van de twintigste eeuw genoten ook Vlaamse streekromans bijzondere populariteit bij het Tsjechische lezerspubliek. De verhalen van eenvoudige mensen die de harde tegenslagen van het lot weten te overwinnen dankzij hun humor en het geloof in de goede kern van de mens kregen vaak het predicaat zemitý, in het Nederlands te vertalen als ‘gronderig’, maar tegelijkertijd ook als ‘prozaïsch, zonder omhaal’1.
Stille dood
Na de communistische staatsgreep in 1948 werd een strenge censuur ingevoerd in de geleidelijk genationaliseerde uitgevershuizen. Het spectrum van de uitgegeven literatuur werd heel smal, de nadruk lag op literatuur uit de Sovjet-Unie, de naburige volksdemocratische republieken en allerlei socialistisch georiënteerde ontwikkelingslanden. Uit het Westen werden alleen lang gestorven klassiekers toegestaan en auteurs met een sociaalkritische blik op de westerse samenleving. Dit zou een van de redenen kunnen zijn waarom de Vlaamse literatuur die zich juist in de tweede helft van de twintigste eeuw duidelijker ging profileren slechts mondjesmaat in Tsjechië werd gereflecteerd. Vlaamse streekromans werden wel regelmatig herdrukt, maar meer recente schrijvers vonden pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw een weg naar het Tsjechische lezerspubliek, en dan nog in de fragmentarische vorm van een tijdschriftpublicatie. Zo verscheen in 1974 in de bundel Pět belgických novel (Vijf Belgische novelles) een novelle van Hugo Claus2 en een van Johan Daisne3. Als enige drie boekpublicaties van de recentere auteurs verschenen het zestal van Willem Elschots novellen gebundeld onder de titel Het dwaallicht in 19774, de ‘Nest-trilogie’ van Julien van Remoortere5 in 1980 en Hubert Lampo’s De komst van Joachim Stiller6 in 1981. Drie boeken en drie fragmenten uit Vlaanderen gedurende een periode van veertig jaar, dat was het bittere resultaat van het bestaan van het IJzeren Gordijn.
Na de omwenteling in november 1989 brak een periode van ongetemd enthousiasme en chaos aan. De geprivatiseerde staatsuitgeverijen moesten ineens op de vrije markt wedijveren met duizenden spontaan ontstane nieuwe uitgevers. Er moest heel veel leeshonger gestild worden, er moest heel veel ingehaald worden. Massaal werden, meestal in erbarmelijk slechte vertalingen, vooral Amerikaanse auteurs uitgegeven. De inhaalmanoeuvre betrof niet alleen de hoge literatuur, er kwam ineens ook een heleboel pulp op de mark, dat eveneens gretig gelezen werd. Voor literatuur uit kleine vreemde talen was weinig plaats. Pas eind jaren negentig stabiliseerde de markt zich en gingen de uitgevers zich stelselmatig en duidelijk profileren. In die tijd publiceerde de nieuw opgerichte uitgeverij Cinemax in het kader van de Nederlandstalige editie de eerste Vlaamse auteurs. In 1997 waren het de Vlaamse sprookjes van Maurits de Meyer7 en Het Belgisch labyrint van Geert van Istendael8. De keuze was niet toevallig. Beide boeken moesten de lezer iets over België en Vlaanderen leren, dat inmiddels in de vergetelheid geraakte land. De voorlichtingsfunctie die de uitgeverij op zich nam was grotendeels te danken aan het feit dat de mede-eigenaresse van de uitgeverij, die trouwens maar een kort leven beschoren was, een afgestudeerde neerlandica was.
Keerpunt
Het keerpunt werd het jaar 2004, toen na interventie en grootschalige promotie van het Vlaams Fonds voor de Letteren Tsjechische uitgevers, gemotiveerd door het subsidiesysteem, ineens wel Vlaamse auteurs gingen publiceren. Het begon met een terugblik naar de allang geëtaleerde auteurs, zoals Kristien Hemmerechts en haar Donderdagmiddag. Half vier9 in 2004 of zelfs de klassieker Hugo Claus en zijn Geruchten10 in 2005. Maar later gingen de uitgevers zich oriënteren op jonge Vlamingen, meest recente boeken, het liefst nog bekroond met de een of andere literaire prijs. In 2008 verscheen Held11 van Saskia de Coster, in 2010 Slaap!12 van Annelies Verbeke, in 2011 De buitenkant van meneer Jules13 van Diane Broeckhoven en Ex-drummer14 van Herman Brusselmans, in 2012 De bewaker15 van Peter Terrin en in 2013 Marcel16 van Erwin Mortier en Vissen redden17 van Annelies Verbeke. Deze opsomming is niet volledig, ziet bijvoorbeeld Vlaamse detectives over het hoofd, maar laat een focusverschuiving in het publicatiebeleid zien. De nadruk op de meest actuele, veelgeprezen en bij voorkeur ook goed verkopende boeken heeft enerzijds te maken met het promotiebeleid van het Vlaamse Fonds voor de Letteren, maar anderzijds met de onafhankelijke besluitvorming van uitgevers. Die laten zich niet alleen leiden door adviezen van allerlei subsidieverstrekkende instanties, maar ook door informatie die ze uit contacten met verschillende buitenlandse uitgeverijen verkrijgen, vooral op internationale boekenbeurzen, alsook door hun eigen interne publicatiebeleid, dat wil zeggen door het feit of het boek strookt met hun imago als uitgever.
Bizar
Het beeld van de nieuwe Vlaamse literatuur in Tsjechië staat in schril contrast met de vroegere voorstelling ervan. De gemoedelijke Vlaamse regionalisten worden honderd jaar later afgelost door een golf van lugubere, bizarre boeken met een vleugje zwarte humor. In deze context verschijnt ook in 2011 Godverdomse dagen op een godverdomse bol18 van Dimitri Verhulst. Uitgeverij Mladá fronta, die voor dit boek heeft gekozen, is de oudste bestaande uitgeverij in Tsjechië die sinds 1945 continu publiceert. Het is tegenwoordig een van de grootste uitgevershuizen en dankt zijn commercieel solide positie aan de publicatie van bestsellers en eversellers, zoals The Lord of the Rings, of Tsjechische klassiekers, bijvoorbeeld van Bohumil Hrabal. Daarnaast houdt het een aantal commercieel minder interessante reeksen aan waarmee de uitgeverij zich als hoogliterair en progressief profileert. Daaronder figureert ook de reeks Modern Wereldproza (Moderní světová próza), waarin Verhulst gepubliceerd werd. Mladá fronta geeft bovendien vanaf eind jaren negentig regelmatig Nederlands proza uit – namen als Mulisch, Nooteboom, Enquist, De Moor of Van Woerden – en in 2007 is er een omvangrijke bloemlezing van de moderne Nederlandse poëzie verschenen. Het was voor de uitgever niet zo riskant een poging met een Vlaamse auteur te wagen.
Keuze van de uitgever
Verhulst werd trouwens al eerder in Tsjechië geïntroduceerd. In 2007 is er een fragment uit De helaasheid der dingen verschenen in het maandblad PLAV19 dat zich puur op vertaalde literatuur richt. Behalve dat de roman daar als verhalenbundel wordt gekarakteriseerd en het vertaalde hoofdstuk als kort verhaal, typeert deze vertaling zich door de erbarmelijke kwaliteit ervan, meestal gestoeld op totaal onbegrip van de brontekst en preutsheid van de vertalers.20 De uitgever was – gelukkig, zullen we maar zeggen – niet bekend met dit fragment, wel was hij goed op de hoogte van Verhulsts schrijversprofiel en bleek zelfs in bezit te zijn van een dvd met de filmversie van De helaasheid der dingen. De hoofdredacteur, zelf een prominente vertaler uit het Duits, had de roman zelfs al in het Duits gelezen. Toch viel uiteindelijk de keuze op Godverdomse dagen. Daarvoor waren tweeërlei redenen. Enerzijds was men bang om met een boek te beginnen dat zo door en door Vlaams is, dat wil zeggen vol met Vlaamse realia en dialect. Gevreesd werd dat de toch wel universele humor en het aangrijpende verhaal achter de sluier van het Vlaamse (lees regionale / marginale / boerse) zou verdwijnen en zodoende onaantrekkelijk voor de Tsjechische lezer zou zijn. Aan de andere kant heeft de uitgever zich een beetje verkeken op het indrukwekkende oplagecijfer in Nederland en België. Een boek waarvan 320.000 exemplaren verkocht worden moet toch wel heel speciaal zijn, werd gedacht.
Dankzij de steun van het Vlaams Fonds voor de Letteren en de Vlaamse Vertegenwoordiging in Praag kon de uitgeverij het zich permitteren de auteur naar Tsjechië uit te nodigen. Aangezien het boek op het programma stond van de Literatuurnacht (Noc literatury), een van de belangrijkste literaire evenementen van het jaar, voorafgaand aan de boekenbeurs de Boekenwereld (Svět knihy), werd de schrijver eind mei uitgenodigd. Tijdens de door de Czech Centers georganiseerde Literatuurnacht wordt altijd in een wijk van Praag op diverse min of meer gebruikelijke, architectonisch of artistiek interessante locaties zes uur lang voorgelezen uit een dozijn of meer vertaalde boeken met de bedoeling een dialoog tussen de wereldliteratuur en de Tsjechische literatuur te bevorderen. Bekende Tsjechische acteurs lezen uit de vertaalde boeken voor, terwijl het de bedoeling is dat het publiek tussen de diverse locaties circuleert. Dit drukbezochte en buitengewoon populaire evenement was voor de uitgever ook de eerste polsmeting van de reacties van het publiek. De Tsjechische tekst werd voorgelezen door Martin Stránský, een filmacteur en toneelspeler die in de Tsjechische nasynchronisatie zijn stem leent aan dr. House. Het publiek reageerde enthousiast tot uitgelaten op de eerste pagina’s die het te horen kreeg. Daarmee werden meteen alle eventueel nog aanwezige twijfels weggenomen of het boek op de juiste manier begrepen en ontvangen zou worden.
Reacties in de pers
Mede dankzij aan aanwezigheid van de schrijver op de Literatuurnacht en de boekenbeurs, maar ook dankzij de stevige positie van de uitgever op de boekenmarkt, kwamen er snel na publicatie interviews en recensies in de drie belangrijkste landelijke dagbladen uit, later ook in het culturele blad A2, op de website iliteratura.cz en in een maandblad voor geschiedenis. Uiteraard verschenen er op internet op zichtbaar amateuristische sites ook allerlei schrijversrecensies en besprekingen. In principe zijn de reacties in twee soorten te verdelen: door ervaren lezers werd het boek, vooral vanwege de taal, de humor en het engagement positief gewaardeerd; door onervaren lezers werd het boek doorgaans letterlijk begrepen en als schokkend, grof en deprimerend afgewezen21. Aangezien de meeste recensenten geen neerlandici zijn en net zo min als de lezers thuis zijn in de Nederlandse en Vlaamse letteren komt regelmatig een vergelijking met een bij het lezerspubliek wel bekende schrijver voor.
Op 17 mei 2011 verschijnt in het landelijke dagblad Právo een interview met Verhulst onder de kop ‘Het superioriteitsgevoel keert steeds terug’22, waarin in verband met Verhulsts compassie met dieren Milan Kundera geciteerd wordt door de interviewer. De roman wordt samengevat als een decadent beeld van het anonieme sadistische kwaad, maar aan het slot van het gesprek wordt de lezers verzekerd dat de schrijver ook andere, minder donkere, boeken heeft geschreven zoals bijvoorbeeld een liefdesroman. Op 23 mei 2011 volgt een interview met Verhulst door Ondřej Horák23, een van de meest gezaghebbende literaire critici in Tsjechië, in het landelijke dagblad Hospodářské noviny. Deze introduceert de auteur als ‘Belgische prozaschrijver’ en vraagt vervolgens Verhulst om te verduidelijken of hij een Vlaamse, dan wel Nederlandse of Belgische schrijver is. De schrijver wijst dit ‘hokjesdenken’ als een zeer verouderde benadering af en plaatst zichzelf in het kader van de wereldliteratuur, verwijzend naar de literaire impulsen die hij zowel van García Márquez als van de Bohumil Hrabal of Václav Havel geabsorbeerd heeft. In dezelfde Hospodářské noviny verschijnt nog in september een korte annonce over het boek onder de titel ‘Wat heeft de mens uitgespookt en hoe er de lezer misselijk van wordt’24, weer door Ondřej Horák. De annonce is (toevallig of niet) geplaatst onder de recensie van een novelle van Julian Barnes met de kop ‘Het einde van de wereld maakt alles beter’. Horák vergelijkt hier Verhulst met de in Frankrijk wonende Tsjechische auteur Patrik Ouředník en zijn Europeana: een zeer korte geschiedenis van de twintigste eeuw, een boek dat niet alleen thematisch dicht bij Godverdomse dagen staat, maar dat ook door de rijkheid van de taal gekenmerkt wordt.
De eerste boekbespreking verschijnt op 2 juni 2011 in het landelijke dagblad Mladá fronta Dnes. De critica Klára Kubíčková bejubelt het boek van de ‘Vlaamse schrijver’ als ‘treffend en grappig’ en noemt de manier waarop Verhulst met de taal omgaat zelfs ‘geniaal’. Verhulst is volgens haar een ketter, maar ‘wie anders vertelde ons altijd de waarheid,’ zegt ze, ‘dan de grootste ketters’25. Eind juni publiceert Lucie Smolka Fruhwirtová een uitgebreide recensie op de website iliteratura.cz onder titel ‘Te bizarre wereld van Dimitri Verhulst’26. Fruhwirtová is neerlandica, daarom zet ze Verhulst in de context van de Vlaamse en Nederlandse literatuur. Vanwege de ‘vlijmscherpe en door en door zwarte humor en verheffing van absurditeit tot zelfbehoudprincipe’ zet ze Verhulst op één lijn met Annelies Verbeke, Hugo Claus, maar ook met Arnon Grunberg en W.F. Hermans. Ook zij benadrukt Verhulst bijzondere omgang met de taal, het ritmische en onomatopoëtische karakter ervan, de ongewone mix van archaïsmen, vulgarismen, neologismen en dialectismen.
In juli publiceert het culturele blad A2 een recensie van Godverdomse dagen onder de provocerende titel ‘In ’t begin was de stront’27. De recensente noemt Verhulst de ‘Jacques Brel van de Vlaamse letteren’ met name om de ruwe taal en de onverbiddelijke manier waarop naar actuele sociale problemen wordt verwezen. Ze looft Verhulsts ritmische met neologismen en idiomen doorspekte ‘drukke alleenspraak’, welluidende alliteraties en bijzondere metaforen, maar verder is ze kritisch over de inhoud. Ze vindt de expressiviteit te ver gaan, de aanklacht van de mensheid te eentonig.
Ten slotte behandelt op 25 september 2011 de historicus Jan Lukavec het boek van Dimitri Verhulst in een parallelle boekbespreking waarin hij Godverdomse dagen naast Lukraak over vooruitgang28 van de Tsjech Zdeněk Šmíd legt. In het artikel ‘Van de protozoön tot de mens’29 vindt hij Verhulst in vergelijking met Šmíd pessimistischer en minder genuanceerd en plaatst hem vanwege zijn sceptische blik op de geschiedenis zij aan zij met de Britse geschiedschrijver G.K. Chesterton.
Zo te zien is er onder de geïnformeerde, ervaren lezers veel begrip en waardering voor Godverdomse dagen. In de discussiefora van diverse webpagina’s over boeken wordt door meestal jonge lezers met gemengde gevoelens over het boek gesproken. Op de site www.bookfan.eu krijgt het boek een gemiddelde waardering van 77%, waarbij in de commentaren woorden als ‘depressief’, ‘bijtend’, ‘killing’ opduiken30. De jonge lezer is vaak ontgoocheld door de naakte waarheid over de mens, maar vindt de ruwe taal doorgaans ‘cool’. Alleen op de site www.topzine.cz kraakt de toen eenentwintigjarige recensente het boek volledig als ‘absurd vervelend’ af. Ze neemt aan dat elke lezer na een paar pagina’s nogal boos zal zijn, omdat de auteur de maatschappij ‘zo open kritiseert dat het bijna niet te lezen is’31.
En de laatste hartverwarmende reactie op de Tsjechische vertaling van Godverdomse dagen op een godverdomse bol kwam op 27 januari 2012, toen Tomáš Pavlů, een populaire blogger van de landelijke krant Mladá fronta Dnes blog.iDNES.cz, zijn blog de titel ‘Godverdomse dagen in het godverdomse Praag’32 meegaf. Onder aan de blog bekende hij dat hij zich door Verhulst boek had laten inspireren.
De vertaling van Verhulsts Godverdomse dagen op een godverdomse bol in het Tsjechisch bevestigt slechts het nieuw gecreëerde beeld dat de Tsjechische lezer van de Vlaamse literatuur heeft: bizar, luguber, maar sarcastisch en humoristisch tegelijk, vaak gekenmerkt door een bijzonder taalgebruik. De intensieve promotie van het boek door middel van de Literatuurnacht en de promotie op de boekenbeurs in aanwezigheid van de auteur hebben voor veelvuldige besprekingen en interviews gezorgd. Bij de publicatie van Vlaamse en Nederlandse auteurs is dat lang niet altijd vanzelfsprekend. De krachtige positie van de uitgever heeft daar zeker ook aan bijgedragen. De meeste van de reacties zijn lovend en begripsvol, doorgaans positief. De uitgever overweegt nu om een nieuwe titel van Verhulst te publiceren, waarbij het niet uitgesloten is dat hij de auteur van een andere, minder ruwe kant zal willen laten zien.
Noten
1 In het Engels heeft ‘zemitý’ een rechtstreeks equivalent in ‘earthy’.
2 Claus, H. 1974. ‘Metsiersové’, in: Pět belgických novel. Praag: Odeon, p. 235-310.
3 Daisne, J. 1974. ‘Vlak setrvačnosti’, in: Pět belgických novel. Praag: Odeon, p.107-148.
4 Elschot, W. 1977. Bludička. Praag: Svoboda. (De bundel bevat de vertalingen van Villa des roses, Lijmen, Kaas, Het been, Het tankschip, Het dwaallischt).
5 Remoortere, J. van. 1980. Hnízdo. Praag: Odeon.
6 Lampo, H. 1981. Příchod Joachima Stillera. Praag: Odeon.
7 Meyer, M. de. 1997. Vlámské pohádky. Praag: Cinemax.
8 Istendael, G. van. 1998. Belgický labyrint. Praag: Cinemax.
9 Hemmerechts, K. 2004. Čtvrtek odpoledne. Půl čtvrté. Praag: Eroika.
10 Claus, H. 2005. Fámy. Praag-Litomyšl: Paseka.
11 Coster, S. de. 2008. Hrdina. Příbram: Pistorius&Olšanská.
12 Verbeke, A. 2010. Spi! Zlín: Kniha Zlín.
13 Broeckhoven, D. 2011. Ještěš jeden den s panem Julem. Praag: Eroika.
14 Brusselmans, H. 2011. Bývalý bubeník. Praag: Dybbuk.
15 Terrin, P. 2012. Hlídač. Praag: Dauphin.
16 Mortier, E. 2013. Marcel. Praag-Litomyšl: Paseka.
17 Verbeke, A. 2013. Spaste ryby. Zlín: Kniha Zlín.
18 Verhulst, D. 2011. Úprdelný dny na úprdelný planetě. Praag: Mladá fronta.
19 Verhulst, D. 2007. ‘Rybník potopených tělíček’, PLAV, jg. III, nr. 7-8, p. 15-23.
20 Deze ongetwijfeld welgemeende, maar zeer mislukte, poging van twee lectoren van de afdeling Nederlands van de Masaryk Universiteit te Brno om nieuwe Vlaamse literatuur in Tsjechië te introduceren zou een aparte analyse waard zijn. De respons daarop was weliswaar gering, zo niet nihil, maar aangezien de vertaling er parallel naast het origineel afgedrukt staat, bestaat er terechte vrees dat deze tweetalige versie in het onderwijs gebruikt zou kunnen worden.
21 Onder ervaren lezers worden hier lezers verstaan die op een professionele manier met literatuur omgaan, d.w.z. literaire critici, recensenten, docenten literatuur etc. Als onervaren lezers worden in dit artikel lezers gezien uit wier woordkeuze blijkt dat ze niet gewend zijn literaire werken te bespreken, niet bekend zijn met literatuurtheorie en tekstanalyse.
22 Cinger, F. 2011. ‘Neustále se vrací pocit nadřazenosti’, Právo, jg. 21, nr. 115, p. 12.
23 Horák, O. 2011. ‘Pán tvorstva’, Hospodářské noviny, jg. 55, nr. 90, p.12.
24 Horák, O. 2011. ‘Co člověk vyváděl a jak je z toho čtenáři špatně’, Hospodářské noviny, jg. 55, nr. 187, p. 11.
25 Kubíčková, K. 2011. ‘Kacířově trefné diagnóze lidstva chybí soucit’, Mladá fronta Dnes, jg. 22, nr. 129, p. B9.
26 http://www.iliteratura.cz/Clanek/28535/verhulst-dimitri-uprdelny-dny-na-uprdelny-planete
27 Vondřichová, A. 2011. ‘Na počátku bylo hovno’, A2, jg. 7, nr. 14, p. 9.
28 Šmíd, Z. 2011. Od pokroku od boku aneb, Jak se zdokonalujeme. Praag: Olympia.
29 http://www.iliteratura.cz/Clanek/28801/od-prvoka-k-cloveku
30 http://www.bookfan.eu/kniha/108391/Uprdelny-dny-na-uprdelny-planete
31 http://www.topzine.cz/recenze-kniha-d-verhulsta-prozrazuje-jak-se-ziji-uprdelny-dny-na-uprdelny-planete
32 http://tomaspavlu.blog.idnes.cz/c/243223/Uprdelny-dny-v-uprdelny-Praze.html