Een boeiende reis door taal en cultuur   19-03-2021

Over het vertalen van het werk van Kader Abdolah

Elisabetta Svaluto Moreolo
 

Voordat ik nader inga op het vertalen van Kader Abdolahs werk, wil ik graag verduidelijken dat het onderstaande een persoonlijk relaas is van zijn Italiaanse vertaalster en geen wetenschappelijke analyse van de specifieke vertaalproblematiek in zijn proza.

In 2000 vroeg uitgeverij Iperborea mij om De reis van de lege flessen te lezen met het oog op een eventuele vertaling. Ik las de novelle en was op slag verkocht door zowel het verhaal als de persoonlijke geschiedenis van de auteur. Ik vond het verhaal diep ontroerend én poëtisch, dat laatste mede dankzij Abdolahs bijzonder sobere taalgebruik. Nadat ik verslag had gedaan was ook de uitgever gefascineerd door het verhaal en de biografie van Abdolah en besloot het boek in vertaling te publiceren.

Vertaalproblematiek en vertaalstrategie
Aanvankelijk aarzelde ik hoe ik De reis van de lege flessen het best kon vertalen; die korte zinnen, die simpele en dikwijls herhaalde woorden, de elementaire zinsbouw en de lange pauzes en stiltes tussen de zinnen – hoe kon ik de nuchtere, aarzelende, bijna terughoudende taal van de auteur reproduceren? Hoe kon ik zijn poëtische stijl weergeven? Ik moest mijn best doen om naar de ‘stem van het boek’ te luisteren en proberen de urgentie, de spanning en de poëzie van de taal te laten weerklinken. Want zoveel was meteen duidelijk: toon, stijl en poëzie waren fundamentele tekstkenmerken in het proza van Abdolah. Ik wilde de brontekst wat deze elementen betreft zo getrouw mogelijk volgen: dat betekende de zinnen kort houden en een beperkte woordenschat gebruiken. Daarmee kon ik bovendien laten zien hoe Abdolah, die zich het Nederlands had eigengemaakt met behulp van de verhaaltjes over Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt, nog steeds met zijn nieuwe taal worstelde, zoals hijzelf vaak in interviews stelde.

Deze zelfde overwegingen golden later, zij het in mindere mate, ook voor de vertaling van achtereenvolgens Spijkerschrift, Het huis van de moskee, De Koning, Papegaai vloog over de IJssel en Salam Europa, die ook van mijn hand verschenen. Er is zeker een bepaalde ontwikkeling te bespeuren in Abdolahs manier van schrijven. Naarmate de inhoud van zijn romans complexer wordt, wordt ook zijn taalgebruik rijker en complexer: langere zinnen – met soms bijzinnen die met elkaar verweven zijn – zijn dan aan de orde van de dag. Toch blijft zijn stijl helder en zeer toegankelijk. In Spijkerschrift, Het huis van de moskee en Papegaai vloog over de IJssel, spelen een hypnotiserend ritme, de vaak hiëratische toon en de poëtische en dikwijls magische en fabelachtige sfeer van het verhaal een belangrijke rol.

Behalve die dominante stilistische kenmerken staan ook een aantal thema’s, leitmotiven, keywords en steeds terugkerende beelden in het proza van Abdolah centraal: de vlucht, de reis, de heimwee naar het vaderland; de geëngageerde rol van de schrijver, die altijd als getuige optreedt: van wat zich in zijn omgeving afspeelt, zoals in De reis van de lege flessen, maar ook van zowel de oude als de recente geschiedenis van Iran (Spijkerschrift, Het huis van de moskee, De koning) en Europa (Papegaai vloog over de IJssel, Salam Europa. ) Beide laatstgenoemde romans snijden ook de migratieproblematiek als thema aan. Als vertaalster moet ik met al deze elementen rekening houden.

De moeilijkheden van het vertalen van Abdolahs romans zijn gelegen in het weergeven van zijn stijl en taalgebruik enerzijds en een aantal cultuurgebonden elementen anderzijds. Het Nederlands dat Abdolah vooral in zijn eerste romans bezigt, valt in meerdere opzichten niet samen met de standaardtaal, maar is desondanks suggestief en boeiend: in zijn Nederlands klinken de muzikaliteit en het ritme van een verre, mysterieuze, exotische taal door. Dat is iets wat me vanaf het begin moeite kostte: in hoeverre week zijn taal van de standaardtaal af, en wat voor effect bracht dat teweeg, welke emoties wekte zijn taalgebruik bij Nederlandse lezers op?

Ik stelde me uiteraard niet als taak om in het Italiaans een soortgelijk, vaak vervreemdend effect op te roepen: dat zou onbegonnen werk zijn en ook ongewenst. Ik hoopte wel dat die wetenschap me zou helpen een goede vertaalstrategie te vinden om bijvoorbeeld het vaak hypnotiserende ritme van Abdolahs proza weer te geven.

De cultuurgebonden elementen wekten vanaf het begin bij mij de behoefte op om me in de Perzische cultuur te verdiepen. Ik heb dus dikwijls een beroep gedaan op een docente Perzische taal en letterkunde om iets te leren over de stijl, de structuur, de inhoud en de rol van traditionele Perzische sprookjes en verhalen. Daarnaast heb ik ook oude Perzische gedichten en boeken over de geschiedenis van Iran gelezen. En last but not least: ik heb ook dikwijls de auteur geraadpleegd.

Ontvangst van het werk van Kader Abdolah in Italië
Aangezien Kader Abdolah de drager is van een dubbele culturele identiteit en zich bijgevolg uitdrukt in een sterk hybride en gemarkeerde taal, is het interessant om te zien hoe zijn werken in Italië zijn ontvangen. Kader Abdolah kan er rekenen op een flink aantal trouwe lezers die van zijn romans houden en door zijn persoonlijke geschiedenis geboeid zijn. Dat is zeker ook te danken aan de bijzondere inzet van de uitgever, die alle boeken van Abdolah, op De Koran na, heeft willen publiceren.

Behalve de thematiek en de stijl van zijn boeken, staat in alle recensies de persoonlijke geschiedenis van de schrijver centraal. Kader Abdolah wordt gezien als een Nederlandse auteur met een Perzische achtergrond, ofwel een (uit Iran gevluchte) schrijver die zich, zoals Conrad, een vreemde taal meester moest maken en daarmee grote successen heeft geboekt. In een recensie over Spijkerschrift wordt hij ‘een nieuwsgierige Nederlandse schrijver van eerste kwaliteit’ genoemd; in een (zeer positief) artikel over De boodschapper staat hij als ‘Iraanse schrijver’ te boek. In andere artikelen wordt hij een ‘Iraanse auteur’ genoemd of simpelweg ‘de schrijver Abdolah’.

   

Conclusie
In de loop der jaren heeft Kader Abdolah zichzelf bevestigd als een nieuwsgierig en geëngageerd schrijver, een gepassioneerd verhalenverteller en een vruchtbare auteur met diepe wortels in de cultuur van zijn geboorteland die in staat is een raakvlak te vinden met de westerse cultuur, en de Europese cultuur in het bijzonder. Hij is een groot bruggenbouwer tussen Oost en West, een aandachtige lezer van de werkelijkheid, een goede vertolker van de verbeelding, waarmee hij de queeste van de mens en de huidige actuele kwesties in literatuur weet om te zetten: de confrontatie met hem en zijn werken blijft voor mij als persoon en vertaler een bijzonder, bevredigend en professioneel stimulerend menselijk en cultureel avontuur.