Een zeepbelachtige spanning    35-41

Een gesprek met Edward van de Vendel over zijn vertaalwerk

Eva Wissenburg
Ton Naaijkens

Interviewen is een kunst, zeker als je dat nooit doet. Bovendien zoomden we (met behulp van Teams, sic en sorry): Edward van de Vendel zat toevallig in Genève, wij verspreid in Nederland – als je zoomt praat je bij toerbeurt, je interviewt wel zo’n beetje als vanzelf. We legden Van de Vendel, die zowel kinder- en jeugdboeken schrijft als ze vertaalt, meteen bij het begin een fragment voor uit een recente vertaling van hem: Nina. Dat is een biografie van de fameuze zangeres Nina Simone voor kinderen, geschreven door Traci N. Todd, dit jaar verschenen bij Van Goor:

Maar terwijl Nina over liefde zong, roerde zich iets anders in de straten van Philadelphia. Een laag gedreun van woede en angst – het geluid van Zwarte mensen die opstonden, opkwamen, die weigerden om behandeld te worden als iets wat minder was dan een mens. Het was een deel van een breder refrein dat ook in New York werd gehoord, in Chicago, en overal in het zuiden.

Hier zijn duidelijk ideologische keuzes gemaakt: ‘Zwarte’ met een hoofdletter, een trits van werkwoorden over de te verkiezen attitude tegenover onrecht, het ‘brede refrein’ om aan te geven dat het dus geen individueel geval betrof. In een nawoord, niet echt gebruikelijk bij kinderboeken, wordt de lading onderstreept. Of die ideologie ook de zijne was, vroegen we, om maar met de deur in huis te vallen. En of hij wel de juiste persoon was.

Lees verder in de papieren Filter