Als je moet kiezen tussen iets wat een vorm heeft en iets wat geen vorm heeft, kies dan voor datgene wat geen vorm heeft.
– Haruki Murakami
De vertaler en Murakami
Sinds 2000 vertaal ik met onregelmaat romans en verhalen van de Japanse auteur Haruki Murakami. Toch was Murakami tot eind 2017 voor mij vooral een abstractie. Dat wil zeggen: als mens. Ik wist dat hij bestond, maar voor mij was Murakami in de eerste plaats de bron van de teksten die ik vertaalde.
Nu is Murakami nadrukkelijk geen publiek persoon. Hij schuwt de pers. Hij verbiedt waar mogelijk dat er foto’s van hem worden genomen. Hij weigert zich te laten filmen. Ik kan daarvoor begrip opbrengen, en sympathie. Een schrijver (m/v) is niet voor niets schrijver. Dat kan hij goed, dat doet hij graag; tekst is zijn medium.
Zijn afwezigheid sloot goed aan bij mijn vertaalopvatting, namelijk dat een vertaler zich bezighoudt met een tekst en niet met een auteur. Murakami’s onbeschikbaarheid was voor mij geen gemis. Natuurlijk leerde ik Murakami wel kennen. Als je intensief door een tekst tijgert, je bij elke zin afvraagt wat de auteur bedoeld heeft en daarop kauwt om er in het Nederlands de woorden met de goede lading en de goede toon voor te vinden, dan krijg je het gevoel dat je de persoon kent die dat heeft opgeschreven. Zo verging het mij tenminste. Naarmate ik meer werk van Murakami vertaalde, kwam daar het feest der herkenning bij. Jazz. Katten. Eenvoudige maar duur ogende kleding. Flakkerende lichtjes diep achter in ogen. Alweer een pubermeisje met een sterke intuïtie. Verveling. Nummers van de Beatles. Seksscènes zo droog als een gebruiksaanwijzing. Ah, spaghetti! Elke nieuwe vertaling voelde als het weerzien met een goede vriend. Vertrouwdheid. Gedeelde herinneringen.