007 sterft twee keer    39-41

Japanse titels voor westerse films

Tom Mes

Aandacht voor Japan is er in de westerse media eigenlijk alleen wanneer er iets extreems of iets koddigs te melden valt. Nieuwsberichten over massale moordpartijen en fragmenten uit sadistische televisiespelletjes bevestigen zo keer op keer het beeld van Japanners als rare snuiters; door verre ogen blijft Japan eeuwig het ‘Topsy-Turvy Land’ uit Gilbert & Sullivans opera van ruim een eeuw geleden.

Dergelijke selectieve berichtgeving zegt meestal meer over ons dan over Japan of de Japanners. Neem de categorie ‘Rare Japanse vertalingen van Hollywoodfilms’, die in internetkringen bijna een genre op zich is geworden. De onderliggende veronderstelling van dit soort artikelen is vrijwel altijd dat de Japanse vertaler niet beseft hoe raar zijn of haar vertaling is. In de zich verkneukelende scribent komt het namelijk zelden op dat een Japanse vertaler bijvoorbeeld ook gevoel voor humor kan hebben of in staat is tot vindingrijke woordspelingen. Een van de meest genoemde ‘rare’ vertalingen is Kyaputen Sūpāmāketto, oftewel Captain Supermarket, de Japanse titel van Sam Raimi’s Army of Darkness (1992), waarin een Amerikaanse winkelbediende gewapend met een geweer en een kettingzaag in Middeleeuws Europa de strijd aanbindt met demonische zombies. In de film komen geen kapiteins en geen supermarkten voor, maar zelfs bovenstaande elementaire synopsis laat al zien dat de speelse Japanse titel volledig in de geest is van Raimi’s uitbundige en kolderieke horrorfantasie.

Veelal bestaan dit soort lijstjes dan ook alleen uit de terugvertaalde Japanse titels, zonder dat er een poging is gedaan context te bieden die enig licht kan werpen op de gedachtegang erachter. Kennis van de plaatselijke context verklaart bijvoorbeeld waarom Napoleon Dynamite (2004), een cultkomedie over een teruggetrokken, nerdy jongeman die zich ontpopt tot antiheld, in Japan werd uitgebracht als Basu otoko, oftewel Bus Man: die release kwam namelijk in de slipstream van de Japanse mediasensatie Densha otoko of Train Man, eveneens een comedy over – u raadt het al – een teruggetrokken, nerdy jongeman die zich ontpopt tot antiheld.

Soms echter is de achterliggende redenering dusdanig helder dat het negeren ervan een even krampachtig als misplaatst superioriteitsgevoel van de kant van de schrijver onthult. Dat de remake van Karate Kid (2010) in Japan werd uitgebracht als Besuto Kiddo, oftewel Best Kid, is misschien wat gegniffel waard, maar laat zich heel logisch verklaren door het feit dat de jonge held in deze nieuwe versie in China kungfu leert (van Jackie Chan, nota bene) en ze in Japan uiteraard op de hoogte zijn van het verschil tussen kungfu en karate. De oorspronkelijke titel is hier dus de rare; alsof je een film over een jonge wijnmaker in Frankrijk Jenever Kid noemt.

Syllabisch schriftsysteem
Een aspect dat zich voordoet bij het vertalen van filmtitels in het Japans is het syllabische schriftsysteem katakana. Deze schrifttekens worden in de praktijk meestal gebruikt om de uitspraak van buitenlandse woorden om te zetten in het Japanse klankenalfabet. Er is dan niet zozeer sprake van vertaling maar eerder van een dictieaanduiding. Zo heet Avatar (2009) in Japan Abatā (アバター) en Black Panther (2018) Burakku pansā (ブラックパンサー).

Op Japanse filmaffiches zijn deze opvallende, hoekig aandoende karakters dan ook vaak te bewonderen. Het lijkt er zelfs sterk op dat het steeds meer de regel is geworden om buitenlandse films onder een dergelijke omzetting uit te brengen, in plaats van met een daadwerkelijk vertaalde of geheel nieuwe titel in het Japans. Dit kan een puur praktische overweging zijn, maar mogelijk hangt het ook samen met de effecten van de economische hoogconjunctuur van de jaren 1980, toen in Japan het, vooral met de mond beleden, politieke en sociale dogma van de ‘internationalisering’ (kokusaika) gold. De tendens is echter al eerder waarneembaar. Kijken we bijvoorbeeld naar de Japanse titels van de films van Alfred Hitchcock, dan zien we dat deze vanaf de jaren zestig vrijwel uitsluitend bestaan uit katakana-omzettingen, terwijl daarvoor vrijwel altijd voor een vertaling werd gekozen: in 1960 werd Psycho uitgebracht als Saiko, terwijl het jaar ervoor North by Northwest nog bijna letterlijk werd vertaald als Hokuhokusei ni shinro wo tore. Vóór 1960 werd het katakana-schrift bijna uitsluitend gebruikt als er een eigennaam in de titel voorkwam, zoals bij Hitchcocks Rebecca (1940), maar van de zes films die hij maakte na Psycho kreeg alleen The Birds (1963) nog een letterlijk vertaalde Japanse titel (Tori). Voor Torn Curtain (1966) werd gekozen voor het gemengde Hikisakareta kāten, waarmee de verwijzing naar het IJzeren Gordijn (tetsu no kāten) bewaard bleef.

Evocatieve klanken
Niet-Engelse titels, daarentegen, worden nog steeds vooral vertaald in plaats van omgezet, tenzij het een algemeen bekend ‘exotisch’ woord betreft: Michael Hanekes Amour (2012) heet ook in Japan gewoon Amūru, maar diens Caché (2005) kreeg de volledig nieuwe titel Kakusareta kioku (‘Verborgen herinneringen’). De meeste van Hanekes films kwamen echter uit onder de katakana-omzetting van hun Engelse exporttitel.

Het feit dat het Japans een syllabisch alfabet kent, betekent dat vooral bij katakana-titels nogal eens wordt gekozen voor klank in plaats van betekenis. Dit schijnbaar willekeurig rangschikken van lettergrepen om een bepaalde sfeer op te roepen gebeurt buiten Japan natuurlijk ook: denk maar aan de namen van apps op uw telefoon of van automodellen als Corsa, Twingo of Mégane. Binnen het corpus van Japanse filmtitels heeft het echter meerdere pareltjes opgeleverd, waarvan er een aantal zelfs onsterfelijk zijn geworden. We denken hierbij vooral aan Godzilla en nog specifieker diens oorspronkelijke Japanse naam Gojira: een betekenisloze samentrekking van de Japanse woorden voor gorilla (gorira) en walvis (kujira) die ontegenzeggelijk associaties oproept met oerkracht en reusachtigheid.

Een iets obscuurder maar heel amusant voorbeeld van dit fenomeen is een kortstondige trend uit de late jaren zeventig om niet-gerelateerde Amerikaanse en Europese horrorfilms overeenkomstig klinkende titels te geven. Ook hier maakt een gebrek aan betekenis ze niet minder pakkend: na de succesvolle Japanse uitbreng van Dario Argento’s uitzonderlijk stijlvolle en bloederige moordmysterie Suspiria (1977) onder de katakana-omzetting Sasuperia, kreeg Wes Cravens The Hills Have Eyes (1977) de titel Sarandora en draaide Lucio Fulci’s Zombi (1979) in Japanse bioscopen als Sangeria. Dat de recente remake van The Hills Have Eyes uit 2006 in Japan werd uitgebracht als Hiruzu habu aizu bevestigt dan weer dat de pragmatiek het lijkt te hebben gewonnen van de fantasie.