Dokter Glas (1907) van Hjalmar Söderberg (1869-1941) is een dagboekroman uit het Zweedse fin de siècle. De aantekeningen die de titelfiguur maakt, verraden algauw dat een dandy de pen voert. Hij is een estheet die een afkeer heeft van alles wat lelijk is, zoals bijvoorbeeld dominee Gregorius met zijn ‘verschrikkelijke gezicht als een griezelige spons’. Glas is een man van de wereld, intelligent en erudiet, maar tegelijk een outsider, een vrijgezel die nog nooit een vrouw heeft gekend en in een sfeer van ondergang leeft. Hij woont dicht bij een kerkhof, ruikt de geur van verrotting, is steeds vermoeid en op zijn drieëndertigste der dagen zat.
Dokter Glas is misschien een verre verwant van des Esseintes in Huysmans A rebours (1884). Maar terwijl deze dandy zijn huis nooit verlaat en enkel reist in zijn fantasie met landkaarten uitgespreid op de tafel, heeft Glas een artsenpraktijk en maakt hij graag wandelingen in Stockholm. Glas is een ‘flaneur’, hij kijkt, registreert, mijmert een reflecteert. En al is hij – in tegenstelling tot de meeste fin de siècle personages - sociaal bewogen, toch onderneemt hij nooit iets.
Tot hij op een dag een moord pleegt. Uit liefde voor een vrouw en geïnspireerd door Schopenhauer. Hij zet alle ethische normen opzij en vergiftigt dominee Gregorius, de echtgenoot van de mooie Helga die hij liefheeft, maar die zelf van een ander houdt. De daad van Glas is zinloos, een pure acte gratuit. Ze leidt niet tot verandering en zeker niet tot verbetering voor Helga. Zij is nu weliswaar vrij, maar wordt, zwanger en wel, door haar minnaar verlaten voor een betere partij. En Glas, eeuwig eenzaam, wordt voortaan intens geplaagd door zijn slecht geweten.
Waarde
Dokter Glas is een van de klassiekers uit de Zweedse literatuur, een boek dat in Zweden gekoesterd wordt en in het Nederlandse taalgebied ook bewonderaars kent. De Nederlandse vertaling uit 1984 (herdruk van 1970) werd de hemel in geprezen door niemand minder dan Maarten ’t Hart. In zijn nawoord sprak hij over ‘dit wonderbaarlijke boek (...) een van de mooiste romans die ik ken’. De inhoud en de sfeertekening hadden hem bijzonder getroffen. Met die lof hadden de Nederlandse Scandinavisten het wel een beetje moeilijk. Want wat ’t Hart niet kon weten was dat de vertaling geen recht deed aan de stijl van het origineel en regelrechte vertaalfouten bevatte. Een gemiste kans. Dat inzicht moet Scandinaviste Bertie van der Meij er mede toe aangezet hebben Doktor Glas aan te pakken met haar Martinus Nijhoff Prijs. Het resultaat, een mooie, vlotte vertaling, trouw aan de tekst in de brontaal, is een lust om te lezen.
Wat is er zo bijzonder? De blik van Dokter Glas!
De elegante stijl en de verfijnde sfeertekening van Doktor Glas komen in de nieuwe Nederlandse versie perfect tot hun recht. Het is een congeniale vertaling die bijzonder innemend is omdat de blik van Dokter Glas op Helga nu goed geïnterpreteerd is. Daardoor krijgt de subtekst over de verhouding Glas–Helga zijn juiste invulling.
Dokter Glas heeft een koele, onderzoekende blik. Hij is niet voor niets arts en heet niet voor niets Glas. Op het lichaam en de ziel van Helga werpt hij glasheldere doktersblikken. Hij doorziet haar meteen en kan alle tekenen interpreteren. Hij begrijpt meteen dat ze een minnaar heeft en weet later ook meteen dat ze zwanger is en dat ze door haar minnaar is verlaten. Maar hoe bekijkt hij haar als de liefhebbende man die hij toch ook is? Hij ziet haar als een mooi kindvrouwtje ‘die lieve kleine vrouw daar, die bloem van een vrouw met haar blonde zijden haar’. En nadat zij haar echtgenoot objectief heeft geanalyseerd, noteert hij dat de mooie Helga tot zijn verrassing ook hersenen heeft. Die woorden drukken liefdevolle waardering uit, maar ook een patriarchale visie, typisch voor de tijd. In de oudere Nederlandse versie is dat anders. Glas kijkt zonder liefde en zonder respect naar Helga. Zijn blik is afwijzend, hard en arrogant: ‘ik had daarvoor niet geweten dat dit vrouwelijk schepsel dacht’ (mijn curs.). De vertaler verandert de gevoelige, verliefde Glas in een man die de geliefde denigrerend bekijkt.
Bertie van der Meij daarentegen blijft trouw aan de brontekst. Zij schrijft ‘ik had tot dusver niet geweten dat dit vrouwelijk wezentje nadacht’ (p. 38-39, mijn curs.). Hier is de blik van Glas vertederd. Glas ziet Helga als iets kleins en teers, een vrouwtje dat hij kan helpen en beschermen. Want beschermen is de enige rol die hij kan spelen in haar leven en waarschijnlijk ook de enige vorm van mannelijkheid die bij hem past.
Hjalmar Söderberg, Dokter Glas. Uit het Zweeds vertaald door Bertie van der Meij. Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2004.