Linguistica Antverpiensia New Series 2/2003. Translation as Creation: the Postcolonial Influence, eds. by Aline Remael & Ilse Logie, Hogeschool Antwerpen Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken.
Op 12 en 13 maart 2003 vond in Antwerpen op het Hoger Instituut voor Tolken en Vertalers een colloquium plaats met als titel: Het eigene en het vreemde, ontmoeting van culturen in tekst en vertaling. Uitgangspunt was dat vertalers van literatuur in het Nederlands steeds meer te maken krijgen met meertalige en multiculturele elementen uit weliswaar bekende taalgebieden (Spaans, Frans, Engels of Duits) maar die toch heel wat vertaalproblemen kunnen opleveren. Hoe vind je bijvoorbeeld Nederlandse equivalenten voor de ‘Kanakensprache’ in het Duits van de Turks-Duitse auteur Feridun Zaimoglu, of voor de sterk door oraliteit gekleurde bedoeïenentaal van de Frans-Algerijnse Malika Mokeddem? Het meest recente nummer van Linguistica Antverpiensia New Series is gewijd aan de ontmoeting met het vreemde, aan vertaling in een geglobaliseerde wereld en kreeg als uitdagende titel Translation as creation mee. In een wereld van economische en politieke globalizering, diaspora en emancipatie in voormalige koloniën, worden binaire opposities zoals tussen noord en zuid, centrum en periferie, maar ook tussen bron- en doeltaal, teniet gedaan, zodat we wellicht in een hybride tijdperk zijn aanbeland waarin we met betrekking tot vertalen niet meer over ‘equivalentie’ spreken, maar over ‘vertalen als schepping’, niet in de laatste plaats omdat vertalen vooral ingebed is in een of meerdere culturen.
Er zijn twee secties met elk respectievelijk acht en tien bijdragen. De artikelen in de eerste sectie hebben als onderwerp hoe vertaling bijdraagt aan hedendaagse literaire teksten. Zo legt Maria Tymoczko een link tussen hedendaagse Ierse literatuur en vertalingen uit voorgaande eeuwen. Dora Sales Salvador schrijft in haar Spaanse artikel over de Peruaan José María Arguedas en de Indiase auteur Vikram Chandra. Onder invloed van de kolonialisering hebben beiden een andere moedertaal dan de taal waarin ze schrijven; Arguedas groeide op in een van de talen van het Andes-gebergte en Chandra in het Hindi. Volgens Salvador is vertalen voor deze beide schrijvers een vorm van herschrijven. Catriona Cunningham schrijft over de Frans-Caraïbische auteur Chamoiseau en zijn voortdurend gependel tussen twee talen. Vanuit Noord-Afrikaans perspectief is er aandacht voor de Marokkaan Abdelkebir Khatibi en zijn essay met de veelzeggende titel Amour bilingue en de Algerijnse Assia Djebar. Bij beide auteurs speelt veeltaligheid, vertalen en het schrijven in de taal van de voormalige kolonisator een belangrijke rol. Djebar spreek in dit verband van een Nessustuniek, de Franse taal is voor haar als het ware een vergiftigd geschenk. Wat het Duits aangaat is er aandacht voor hybriditeit en transculturaliteit bij twee in het Duits schrijvende Turkse auteurs: Dilek Zapctioglu en Emine S. Özdamar. De twee schrijfsters zijn emigranten en komen uit een land dat nooit door de Duitsers is gekolonialiseerd.
Het tweede deel van het tijdschrift in boekvorm is gewijd aan ‘Translation strategy, translation policy, translation theory’ en gaat nader in op theoretische aspecten van het vertalen van teksten van multiculturele auteurs. Hoe slagen vertalers erin de binaire en vooral hiërarchische oppositie van zelf en ander te doorbreken, hoe kunnen zij het vreemde in hun eigen wereld toelaten? Ovidi Carbonell belicht het concept van exotiserend vertalen en pleit ervoor dat vertalers een groot bewustzijn ontwikkelen voor het vreemde en het andere van de tekst die ze vertalen. Rosario Martín Ruano stelt dat de terminologie van translation studies niet langer voldoet in het geval van taalkundige ambivalente en veeltalige teksten, omdat de termen gebaseerd zijn op binaire opposities. Ook uitgeverijen en de ligging van de afzetmarkt spelen een rol bij vertalen. Dat geldt niet alleen voor vertalingen uit het Nederlands in het Engels/Amerikaans, maar ook voor in het Spaans vertaalde literatuur die door het voormalige moederland aan Latijns-Amerika wordt opgedrongen als gevolg van het beleid van Spaanse uitgeverijen. Verder zijn er onder meer bijdragen over het vertalen van Portugees-Afrikaanse literatuur uit Mozambique, postkoloniale Indiase literatuur in het Duits en de relatie tussen Gaelic en Engels.
Alle artikelen leveren een boeiende bijdrage aan de centrale vraag hoe vertalen kan omgaan met transculturaliteit Dat er nieuwe uitdagingen liggen voor translation studies wordt door deze rijke aflevering van Linguistica Antverpiensia duidelijk. Een belangwekkend inzicht dat uit de artikelen naar voren komt isdat we door bestudering en vertaling van hybride teksten beter begrijpen dat vertaling als representatie ideologie-gebonden is en niet neutraal.