Waarom is het zo belangrijk dat er goede vertalingen worden gemaakt? Ook van kinderboeken? Omdat pareltjes uit de jeugdliteratuur het verdienen om in hun originele glans aan ons te verschijnen. Zoveel zorg als onze Nederlandstalige jeugdboekenauteurs dragen voor de taal in hun eigen werk, zoveel zorg dragen de vertalers uit onze shortlist voor de taal in de verhalen van anderen. Juist jonge lezers moeten kunnen zien en horen hoe taal kan borrelen en bruisen, knetteren en sprankelen, ook in vertaling.
Elk van de genomineerde vijf boeken uit onze shortlist voegt iets toe wat zonder deze vertalers ontoegankelijk was gebleven voor kinderen in Nederland en Vlaanderen. En de vertalers hebben niet alleen het verhaal over de taalgrens heen gehaald, maar ook de poëzie, de karaktertekeningen en de sfeer van het verhaal.
Vandaar dat Stichting CPNB dit jaar samen met Stichting Filter een nieuwe prijs in het leven heeft geroepen voor, we citeren: ‘kinder- en jeugdboek vertalingen in de ruimste zin van dat woord. Vertalingen op basis van opvallende vertaalopvattingen komen evengoed in aanmerking als vertalingen die met een meer traditionele aanpak zijn gemaakt. Een belangrijk criterium voor bekroning is de creativiteit van de vertaler(s) bij het oplossen van vertaalproblemen die voortvloeien uit de eigen, bijzondere aard van het te vertalen werk.’
Dit zijn de krenten uit de pap, daadwerkelijke toevoegingen aan de Nederlandse jeugdliteratuur, met de grootste vertaaluitdagingen, de geslaagdste overzettingen en briljantste vertaaloplossingen. We stellen de vijf boeken op onze shortlist graag aan u voor.
Was er in Nederland en Vlaanderen al een boek over hardlopen, over een hardlopende zwarte jongen uit een wijk waar kinderen de kansen niet voor de voeten krijgen geworpen? Nu wel: Jason Reynolds Ghost. Het motto van het boek is ‘to the runners’, en daarin zit een vertaaluitdaging die door het hele boek heen speelt. Want Ghost is aan het rennen, sinds zijn vader een pistool op hem en zijn moeder richtte. Voor zijn leven. In ‘to run’ zit dat dubbele dat ‘hardlopen’ niet heeft, en daarom vertaalde Maria Postema het motto heel mooi in ‘voor iedereen die aan het rennen is’. Ghost is heel ritmisch geschreven, met frases in African American English, met de persoonlijke touch van het personage en zijn specifieke achtergrond. Postema vindt telkens een equivalent, en doet dat fantastisch in helder en mooi Nederlands, dat ritmisch overeind blijft en ook nog geloofwaardig is als taal van de straat.
Jefferson van Jean-Claude Mourlevat is een unieke, geestige combinatie van fabel, detective en activisme. We maken kennis met een bonte verzameling dieren en mensen, en het is te danken aan vertalers Lies Lavrijsen en Els Dumez-Blocken dat al die personages ook in het Nederlands tot leven komen, met elk hun eigen stem en karakter. Zelfs als er een touringcar vol dieren wordt opgevoerd, ziet de lezer ze nog als individuen voor zich: van meneer Schmitt, ‘een dik, vrolijk everzwijn [...] met hoogrode wangen’ tot de schlager-zingende ‘babbelzieke vrouwtjesvossen’ aan toe. Het is alsof de vertalers Mourlevats boek volledig hebben opgezogen, om daarna de Nederlandse versie van dit verhaal te kunnen schrijven. Waar ze ‘stekelmans’ schrijven staat er in het Frans ‘gewoon’ hérisson, en toch zou je zweren dat stekelmans op en top Mourlevat was – de vertalers hebben hier een kans gezien die het Nederlands biedt, en die hebben ze gegrepen, en dat hebben ze op meer plekken gedaan.
De allergrootste, van Zilveren Griffel-winnaar Davide Morosinotto, is een on-Nederlands epos, over een meisje dat vechtkunstenaar en de grootste piraat aller tijden wordt. Het tempo en de spanning worden uitstekend vastgehouden in de vloeiende vertaling van Pieter van der Drift en Manon Smits. Hún uitdaging lag voor een groot deel in de fantasierijke namen van de piraten en het maritieme en vechtkunstjargon. Zo werd piraat ‘Bocciato agli Esami’ (letterlijk: Gezakt bij zijn examens) heel compact Examenvrees. En in de eindstrijd op het vlaggenschip komen tientallen vechttechnieken langs, zoals de ‘Beet van de Tijgerhaai’, raker en angstaanjagender dan de woordenboekvertaling. Niet lang daarna stort het ‘achterkasteel’ van een vlaggenschip in. Hun woordkeus overtuigt overal en geeft het verhaal ritme en sfeer.
We blijven op zee. Philip Reeves Ultra Donker en de Wachters van Wildzee voegt met deze grootse zeemythe, die haast middeleeuws aandoet, een wel heel spannend boek toe aan de Nederlandse jeugdliteratuur, dat je haast niet kunt wegleggen. Voor Annelies Jorna zal de uitdaging vooral gelegen hebben in de namen en de zeepoëzie – de zee kabbelt en fluistert de ongewone naam ‘Utterly’. Jorna vond met Ultra een goed alternatief om dit grenspersonage – dat zowel op het land als onder water thuis is – een naam te geven. Het boek zit vol schitterende zeebeschrijvingen: ‘Fountains of spray smashed upwards.’ Jorna treft uitstekend die dichterlijke dreiging: ‘Waterfonteinen spoten op; de golven sloegen neer en trokken zich als een gladde vlakte terug van een immense duisternis die traag, heel traag vanuit de diepte opkwam…’
We keren met Nina Ladens Gele kajak veilig terug naar land. Dit dromerige prentenboek, met beeld van Melissa Castrillon, is een prachtige toevoeging aan het Nederlandse aanbod. Het is een kunstwerkje op zich, en zeker niet alleen voor jonge kinderen te genieten. Castrillons prenten vallen samen met Nina Ladens poëtische tekst, die ons in een droom meevoert op een reis door rijkgevulde zeeën en langs indrukwekkende weersverschijnselen. Edward van de Vendels uitdaging lag in de compactheid en het rijm van de kinderpoëzie. Hij schreef een eigen gedicht dat dicht bij het origineel blijft, en dat niet onder doet in klank en ritme – ‘Gele kajak. / Onder water dalen.’ – tot slot voegt hij nieuwe woorden als cadeautjes toe aan de Nederlandse taal: ‘Inktvisdansen. / Alenstralen.’ of, ook al zo mooi: ‘octopusgroetjes’ en ‘zalmenvertier’.
Na stevig beraad heeft de jury van de eerste Filter Vertaalprijs voor kinder- en jeugdboeken besloten het boek te bekronen dat zich talig en qua verhaal, vorm en karaktertekening onderscheidt en dat in het Nederlands als zelfstandige tekst volledig overtuigt. Een boek dat diverse vertaaluitdagingen kent die de vertalers met verve hebben opgelost. Een boek dat barst van creatieve vondsten en waar het vertaalplezier vanaf spat. Dat boek is Jefferson van Jean-Claude Mourlevat en dat betekent dat de eerste Filter Vertaalprijs voor kinder- en jeugdboeken gaat naar Lies Lavrijsen en Els Dumez-Blocken.
De jury van de Filter Vertaalprijs voor kinder- & jeugdboeken 2023 (€ 10.000) bestond uit Anne van Buul, Nathifa Elshot, Enne Koens, Daan Stoffelsen en Eva Wissenburg.