Juryrapport Filter Vertaalprijs 2021    

Jury Filter Vertaalprijs 2021
 

Vandaag, op Wereldboekendag, wordt voor alweer de vijftiende keer de Filter Vertaalprijs uitgereikt. Deze jaarlijkse prijs is door Filter in het leven geroepen ter bekroning van de creativiteit van de vertaler bij het oplossen van vertaalproblemen die voortvloeien uit de eigen, bijzondere aard van het te vertalen werk. Het is aan de jury, die elk jaar nieuw wordt ingesteld, om de winnaar te selecteren.

De jury, bestaande uit Emilia Menkveld, Hans Kloos, Ivo Smits, Jaap Scholten en Jacqueline Hulst, heeft door de coronamaatregelen dit jaar op afstand moeten beraadslagen. Het blijft een bleke afspiegeling van een vurig debat over de merites van een vertaling, als je elkaar alleen ziet als ingekaderde koppen. We hebben ons naar de omstandigheden gevoegd en beschaafd met elkaar gediscussieerd. Maar saai werd het nooit, want er viel veel te kiezen uit de rijke oogst van vertaaljaar 2020. Traditiegetrouw werkten we vanuit een groslijst, dit jaar maar liefst 120 titels lang, toe naar een top-11, waaruit we al wikkend en (over-)wegend uiteindelijk tot vijf nominaties kwamen. Ook tussen de afvallers zaten genoeg mooie, vakkundige vertalingen, maar de overgebleven vijf vormden elk op eigen wijze voor ons de belichaming van vertaalkunst op het hoogste niveau, met alle creativiteit, vakmanschap en eigenzinnigheid die daarbij horen. Stuk voor stuk een feest om te lezen, en bij de vergelijking met het origineel werd de feestvreugde nog eens verdubbeld.

Graag presenteren we de nominaties op de alfabetische volgorde van de naam van hun vertaler.

Bas Belleman voor Shakespeares sonnetten (Athenaeum – Polak & Van Gennep)
Tien jaar lang heeft Bas Belleman, met tussenpozen, gewerkt aan de vertaling van William Shakespeares sonnetten. De keuze om zich zo lang op één werk te concentreren levert het Nederlandse lezerspubliek een bijzonder rijk boek op. Want niet alleen krijgt de lezer 154 sonnetten plus het (vaak weggelaten) Lamento voor de liefde voorgeschoteld in sprankelend Nederlands, diezelfde lezer wordt ook deelgenoot gemaakt van de overwegingen van de vertaler, zijn interpretaties en de daaruit volgende keuzes. Het was een gelukkige beslissing om de originele sonnetten, voorzien van die aantekeningen, op te nemen na de vertalingen, zodat je als lezer de keuze hebt om je onbevangen of geïnformeerd (en geïmponeerd) in dit leesavontuur te storten. Bellemans jarenlange studie blijkt ook uit de inleiding, waarin hij een nieuw licht werpt op de raadselen rond Shakespeare en zijn sonnetten. Want die donkere dame, is dat eigenlijk wel een vrouw? Dat de vertaler zelf ook dichter is, die ons graag een blik in de keuken gunt, komt wellicht het sprekendst tot uiting in zijn maar liefst drie versies van het beroemde sonnet 18. Ter illustratie het openingsvers: ‘Zal ik je vergelijken met een Zomerdag?’, of ‘Zal ik eens jou zien én een Zomerdag?’ en tot slot: ‘Vergelijk je jou ’ns met een zomerdag’. Wat een rijkdom.

Floor Borsboom voor Aan de lopende band van Joseph Ponthus (De Arbeiderspers)
Op het voortdenderende ritme van korte, krachtige prozaverzen neemt Floor Borsboom de lezer mee op een helletocht langs visverwerkende fabrieken en abattoirs in Bretagne, waar het literaire alter ego van auteur Joseph Ponthus zijn dagelijks brood verdient. Ruim twee jaar afstompend fabriekswerk heeft Ponthus gecomprimeerd in 250 pagina’s voortstampende tekst, waarin de zinnen meedreunen met het ritme van de lopende band. Ponthus schrijft omdat hij niet anders kan, tegen de klippen op, met een goed oog voor de absurditeit van het fabrieksleven, met humor en zelfspot. Borsboom toont haar vertaalkunst door soepel mee te bewegen en soeverein te streven naar creatieve oplossingen voor de talrijke woordgrappen en klanknabootsingen. Ook de vele verwijzingen naar Franse chansons, toneelstukken, films – Ponthus is een intellectueel die als arbeider zijn geld verdient – worden voor de Nederlandse lezer elegant terloops verduidelijkt. Zo bezorgen vertaler en auteur de lezer een meeslepende ervaring, waarin ambacht en kunst elkaar vinden. ‘Ik ben de fabriek zij is mij zij is zij en ik ben/ mij// Vannacht/ Verrichten we iets groots’

Jan Willem Reitsma voor Duizend manen van Sebastian Barry (Querido)
In Duizend manen springt Jan Willem Reitsma achterop het paard van het Lakotameisje Winona, hoofdpersoon en vertelster van het verhaal dat zich afspeelt in Tennessee kort na de Amerikaanse Burgeroorlog. Onverschrokken is ze, deze jonge vrouw die als overlever van de moordpartij op haar stam een nieuw leven heeft opgebouwd in een klein dorp waar sommigen op haar neerkijken. Auteur Sebastian Barry legt haar een wonderlijk Engels in de mond dat ze zich met veel inzet en intelligentie eigen heeft gemaakt na het Lakota te zijn kwijtgeraakt. Haar woordgebruik is een mengeling van registers: spreektaal, schoolboekentaal, slaventaal, de formele taal van de wetboeken die ze op haar werk tegenkomt. Haar idiolect, haar taaleigen, bestaat paradoxaal genoeg uit wat niet haar eigen taal is, maar haar tweede taal. Het Nederlands dat Reitsma Winona laat spreken en waarin al die verschillende werelden doorklinken en bloemrijk worden verbonden, is even idiolectisch en wonderlijk. En zo draaft de Nederlandse lezer met Winona en haar vertaler over de prairie: `Zelfs zij te paard leken niet te begrijpen hoe buitengewoon heerlijk het was om te leven.’

Froukje Slofstra voor Romans van Ivan Toergenjev (Van Oorschot)
Vijf romans van Ivan Toergenjev vertalen, voorzien van verhelderende noten en een voortreffelijk nawoord – Froukje Slofstra levert een prestatie van formaat. Niet alleen qua omvang – bijna duizend pagina’s krijgt de lezer voorgeschoteld – maar zeker ook kwalitatief. Slofstra’s vertaling van Toergenjevs ‘perfectly modulated, well-oiled prose’ (aldus Vladimir Nabokov, die ze in haar nawoord instemmend citeert) leest makkelijk weg, maar doet niet overdreven gepolijst of gewild modern aan. Door haar licht archaïserende taalgebruik lees je nog steeds een negentiende-eeuwse roman, met het kabbelende ritme van die tijd. `De heldere lentedag neigde ten avond’, zo opent haar vertaling van Een adelsnest. Naast haar consequent volgehouden toon, al die pagina’s lang, valt ook op hoe goed ze raad weet met het specifieke jargon van die jaren, en met de verwijzingen naar rangen, standen en gebruiken. Bij Slofstra zijn de romans ontdaan van het stof van de afgelopen anderhalve eeuw, en kunnen ze weer heel lang mee. Hiermee bewijst ze zich een waardig opvolger van haar gelauwerde voorganger Karel van het Reve, en toont ze tevens het ongelijk aan van Toergenjev zelf, die ooit aan Flaubert schreef: `Ik ben over het algemeen huiverig voor dames die vertalen.’ Hij moest eens weten.

Michaël Stoker voor Kroniek van een leven dat voorbijgaat van Fernando Pessoa (Van Oorschot)
De Nederlandse lezer mag zich gelukkig prijzen met dit boek, dat als creatie van de vertaler in het Portugees niet bestaat – nog niet, althans. Pessoakenner Michaël Stoker stelde uit honderden tekstfragmenten deze kroniek samen, deels afkomstig uit verschillende edities van het Boek der rusteloosheid, waarop hij promoveerde, aangevuld met autobiografische teksten die hij opdiepte uit de befaamde `ark’, Pessoa’s kist vol manuscripten. Het resultaat is een unieke, wonderbaarlijk samenhangende bundeling van psychologische en filosofische verhandelingen, droomnotities, observaties en flarden inzicht. Stoker verantwoordt zijn keuzes in een uitstekend nawoord, waaronder de radicale beslissing om de gekozen teksten alleen aan Pessoa zelf toe te schrijven, en niet of slechts bij expliciete naamsvermelding aan de heteroniemen waarmee hij zijn verschillende schrijvers- en dichtersidentiteiten schiep. Via 413 korte en langere fragmenten volgen we Pessoa van 1906 tot vlak voor zijn dood in 1935. Dankzij Stokers soepele en creatieve vertaling leven we mee met Pessoa’s onrust en worsteling met de onvolmaaktheid van het bestaan. ‘Soms, in verstrooide dromen die in de hoeken van mijn denken en voelen opdoemen, verbeeld ik mij liefdes’ – zo zingt Pessoa in deze originele vertaling.

Zoals deze korte schetsen duidelijk maken, is de jury buitengewoon onder de indruk van de prestatie van deze vijf vertalers. Vijf klinkende vertalingen, vijf verrassende vensters op andere werelden en tijden, vijf frisse stemmen die ons leren luisteren, ook naar teksten die we dachten al te kennen. En uit deze rijkdom kwam voor de jury een duidelijke winnaar naar voren.

De jury kiest voor de vertaling die voor haar het uitbundigst blijk geeft van creativiteit en originaliteit. Een toonbeeld van vertalersmoed, wellicht zelfs van overmoed. Het werk van een vertaler die met oneindig veel aandacht en liefde voor het origineel ook vrijpostig met de tekst durft te spelen, eigenzinnige keuzes maakt en deze vervolgens uiterst erudiet onderbouwt. Die de lezer meelokt en verleidt, steeds verder het dubbelzinnige spiegeltaalpaleis in van schijn en werkelijkheid, tot het hem of haar duizelt. Een vertaler die uit de schaduw van de auteur stapt, kleur bekent, zich in de kaart laat kijken. En die de eerbiedwaardige dichter – of moeten we zeggen: bard – ontdoet van het stof van eeuwen en hem tooit met groene blaadjes. Diep onder de indruk van zijn brille, zijn durf en zijn virtuositeit kent de jury de Filter Vertaalprijs 2021 toe aan Bas Belleman voor zijn magistrale vertaling van Shakespeares sonnetten.

Utrecht/Amsterdam/Leiden/Boedapest, 23 april 2021

Bas Belleman (foto: Sabina van Gils)

vlnr: Floor Borsboom, Jan Willem Reitsma, Froukje Slofstra en Michaël Stoker

Het prijzengeld van de Filter Vertaalprijs 2021 werd ter beschikking gesteld door Atlas Contact, Lebowski, Wereldbibliotheek, AFdH, Koppernik, Meridiaan Uitgevers, Singel Uitgeverijen en Van Oorschot.

De uitreiking werd mede mogelijk gemaakt door het Lira Fonds van Stichting Lira.