Vanavond wordt voor de tiende keer op rij de Filter Vertaalprijs uitgereikt. De eerste editie was die van 2007, voor de meest opmerkelijke vertaling verschenen in 2006. Dit is dus een jubileumuitgave. Iedereen hier aanwezig weet dat zoiets niet vanzelf spreekt in een tijd van voortschrijdend marktdenken. Natuurlijk, zonder vertalers zou het literaire landschap verschrompelen tot een regionale aangelegenheid waarin we het zouden moeten doen met louter Nederlandse en Vlaamse teksten. Een scenario dat we ons niet kunnen voorstellen. Er zijn in de loop der jaren wel degelijk lovenswaardige initiatieven en bemoedigende signalen geweest: mentoraten, nieuwe opleidingen, allerhande vertaalateliers en een groeiende belangstelling voor het vak bij jonge mensen. Toch blijft het voor vele, ook geroutineerde vertalers verdraaid moeilijk om zich staande te houden. Daarom blijft de Stichting Filter ijveren voor erkenning van wie nog al te vaak in de schaduw blijft staan. De Vertaalprijs is een belangrijke hefboom in dat proces. Volgens de statuten wordt de prijs jaarlijks toegekend voor de meest bijzondere vertaling van het voorafgaande kalenderjaar. Een doorslaggevend criterium bij de toekenning is de creativiteit die de vertaler aan de dag legt bij het oplossen van problemen, ongeacht zijn/haar vertaalopvatting. Er is een geldbedrag van € 10.000 aan verbonden, dat ter beschikking gesteld wordt door de uitgeverijen Athenaeum, De Arbeiderspers, De Bezige Bij, Historische Uitgeverij, Lebowski, Meulenhoff, Van Oorschot, Vantilt en Wereldbibliotheek, plus een anonieme begunstiger. Hierbij graag nog eens uitdrukkelijk dank aan deze sponsoren, alsook aan het International Literature Festival Utrecht dat deze luisterrijke avond mogelijk heeft gemaakt.
Tien jaar ervaring werpt ongetwijfeld vruchten af. Intussen is er een draaiboek waar de jury op terug kan vallen en is het bedrag aanzienlijk verhoogd. Maar de taak van de jury blijft hondsmoeilijk en eigenlijk ondoenbaar. Dit jaar bestond de longlist uit meer dan 70 titels, die in een tweede fase teruggebracht werden tot een medium list van 14, om uiteindelijk uit te monden in 5 nominaties. Stuk voor stuk bijzondere boeken, die een grote virtuositeit vroegen van hun vertalers. Achteraf bekeken hebben ze allemaal iets buitensporigs in de letterlijke zin van het woord (het durven verlaten van de gebaande paden), iets meta-taligs ook, waardoor ze het Nederlands uit zijn comfortzone halen, open wrikken en oprekken.
Bij poëzie wekt dit geen verbazing, omdat taal er per definitie in wordt verdicht. Maar lang niet bij alle uitingen van poëzie gebeurt dit op zo’n schaal als in de bundel Mede-wete, van de Zuid-Afrikaanse Antjie Krog, die van een enorme linguïstische en compositorische moeilijkheidsgraad getuigt. Het trio Robert Dorsman, Jan van der Haar en Alfred Schaffer leverde dan ook niet minder dan een tour de force. In de tweetalige uitgave, die onder de titel Medeweten bij uitgeverij Podium als leeseditie verscheen, zijn ze aan de slag gegaan met de vele nieuwe woordsamenstellingen, neologismen, ongrammaticaliteiten en verwijzingen naar of ontleningen uit inheemse talen van Zuid-Afrika (zoals het Khoi-san) die Krog inschakelt om haar ‘schuldige moedertaal’ (haar term) van smet te zuiveren. De beelden zijn soms teer, maar vaker van een bittere, schokkende schoonheid. Afrikaans en Nederlands mogen historisch gesproken dan wel zustertalen zijn, er zijn veel ‘valse vrienden’ die evenzoveel valkuilen kunnen betekenen voor de vertalers. Maar die hebben de vertalers kundig weten te ontwijken, en dankzij hen kan ook de Nederlandse lezer nu deelgenoot worden van deze overrompelende leeservaring.
Maar ook in de categorie proza nomineerde de jury vier regelrechte vertaaluitdagingen. Laten we eerst stilstaan bij De woorden van Grimm. Een liefdesverklaring, het laatste bij leven gepubliceerde boek van Günter Grass en tevens het derde deel van zijn memoires. De vorm ervan is geënt op het ambitieuze project van Jacob en Wilhelm Grimm, die niet alleen sprookjes schreven maar ook gefascineerd waren door taal en hun leven lang aan een Duits woordenboek werkten. Grass vervlecht zijn eigen geschiedenis met die van de gebroeders Grimm en meteen ook met die van Duitsland. Jan Gielkens, al sinds 1990 Grass’ vaste vertaler bij Meulenhoff, was gewaarschuwd: tijdens een van de bekende bijeenkomsten die de auteur bij iedere verschijning van een nieuw boek hield met zijn vertalers had hij Grimms Wörter onvertaalbaar verklaard. Maar Gielkens vond dat het niet aan de auteur was om dat uit te maken en besloot de handschoen toch op te nemen. Ga er maar aan staan: een boek geconstrueerd aan de hand van lemma’s uit een woordenboek, dat bovendien wemelt van de literaire citaten. Grass was zo ruimhartig om zijn oorspronkelijk oordeel te herzien en zijn vertalers alle vrijheid te gunnen. En hier blijkt de verwantschap tussen bron- en doeltaal juist een troef. Behendig laveert Gielkens tussen vernederlandsing van het Duits, behoud van passages in de brontaal en radicaal nieuwe, doeltaalgerichte oplossingen, met zin voor sérieux maar zonder het speelse register los te laten. Mooi is ook zijn beschrijving in het nawoord van hoe de onvertaalbaarheid langzaam maar zeker wegebde. De kroon op de vertaling van een oeuvre.
Maar ook van Martin de Haan en Rokus Hofstede, beter bekend als het vertaal-duo Hof/Haan, kun je bezwaarlijk zeggen dat ze de uitdagingen hebben geschuwd. In 2015 waren hun vertalingen prominent aanwezig in de boekhandels en de media. Hun Prousthervertaling liet niemand onberoerd en werd druk becommentarieerd. Maar daar bleef het niet bij: samen en apart waren ze verantwoordelijk voor nog een half dozijn andere titels. De jury besloot na rijp beraad Wereld, wereld! Van Régis Jauffret, verschenen bij De Arbeiderspers, te nomineren. De plot heeft weinig om het lijf. Een kinderloos echtpaar uit de Parijse burgerij houdt er een mondaine levensstijl op na, die neerkomt op een aaneenschakeling van etentjes, shoppings en stoeipartijtjes in het zwembad van een bevriend stel. De hele roman speelt zich af in het hoofd van de nogal verknipte en hoogst ironische verteller, die zich op zijn beurt in de verbeelding van de burgerdame verplaatst. Haar lege bestaan vult ze met verzonnen identiteiten: wie ze had kunnen zijn, hoe alles had kunnen lopen. Maar wat een stilistisch bravourestuk, dit wervelende defilé van mogelijke werelden! Een kunstwerk, vindt Jauffret, moet een autonome wereld optrekken die parallel aan de realiteit op zichzelf kan bestaan. Zo’n ongeremd taalexperiment was duidelijk een kolfje naar de hand van De Haan en Hofstede, want ook in het Nederlands bruisen de lange, net niet ontsporende zinnen en beklijven de genadeloze beelden.
Een andere nominatie was er voor Echtscheiding in de lucht, de hilarische maar bij momenten ook bijzonder subtiele roman van een rijzende ster aan het Spaanse literaire firmament, Gonzalo Torné, bij Atlas Contact vertaald door Arie van der Wal. Ook hier worden zowel bepaalde sociale conventies als het hedendaagse huwelijksleven stevig op de korrel genomen, dit keer in een Catalaanse setting, en net zoals Jauffret verkiest Torné exuberante, barokke zinnen boven minimalistisch proza. De lezer krijgt één ononderbroken gedachtestroom, die van hoofdpersoon Joan-Marc, over zich uitgestrooid, waarin heel spaarzaam met interpunctie wordt omgesprongen. Deze Joan-Marc likt zijn wonden nadat voor de tweede keer een vrouw hem heeft verlaten. De stijl is krachtig en bestrijkt een zeer breed palet, gaande van ongemeen felle spot tot fijnbesnaarde nuance. Van der Wal weet het allemaal prachtig en soepel in banen te leiden: hij houdt de tekst Romaans genoeg om er een Javier Marías’-achtige toets aan te geven, maar verstrakt de regie over de zinnen wanneer dat volgens de normen van het Nederlands niet anders kan. Een bijzonder knap staaltje behendigheid van iemand die al jaren op hoog niveau meedraait in de literaire vertaalwereld.
Tot slot is er een heuse klassieker onder de nominaties: Berlijn Alexanderplatz van Alfred Döblin, de eerste grootstadroman uit de Duitse literatuur, oorspronkelijk verschenen in 1929. De tv-serie die Fassbinder ervan maakte ligt bij velen onder ons nog vers in het geheugen. Hans Driessen durfde het aan om van dit magnum opus de eerste integrale en secure Nederlandse vertaling te maken, die bij Wereldbibliotheek uitkwam. Kort na het verschijnen van het origineel verscheen er weliswaar een nogal vrije bewerking van de hand van Nico Rost, maar Driessen is het te doen om een veel getrouwere weergave, zoals hij in zijn nawoord aanstipt. Döblins roman is vaak expressionistisch genoemd omdat het chaotische, nerveuze, dynamische stadsleven er op mozaïekachtige wijze en aan de hand van collagetechnieken in wordt geportretteerd. Van de Berlijnse spreektaal werd door Driessen, anders dan bij Rost, bewust geen Amsterdams gemaakt. Toch geeft Driessen de registerwisselingen indrukwekkend weer, in behendig Nederlands, zonder ze glad te strijken. Door dichter bij de brontekst aan te sluiten wordt ons een strakkere Franz Biberkopf aangereikt, een Mieze die andere connotaties oproept. Op deze manier heeft de vertaler een van de meesterwerken uit de wereldliteratuur nieuw leven ingeblazen.
Maar de jury moet de knoop doorhakken: kent ze de prijs toe aan de vertaling van een Berlijnse klassieker, van een verbluffend complexe dichtbundel, van een liefdesverklaring aan de Duitse taal en cultuur, van een Catalaans huwelijksdrama of van een bijzonder Frans stijlexperiment? Ze koos uiteindelijk (met één stemonthouding wegens persoonlijke verbondenheid) voor de vertaling van het onvertaalbaar gewaande, voor de autobiografie gebaseerd op het stramien van het Duitse alfabet. Dames en heren, de Filter Vertaalprijs 2016 gaat naar Jan Gielkens, voor De woorden van Grimm. Een liefdesverklaring. Van harte gefeliciteerd!
Dit juryrapport is op 22 april 2016 uitgesproken door Ilse Logie (juryvoorzitter) tijdens de feestelijke uitreiking van de Filter Vertaalprijs 2016 op het International Literature Festival Utrecht in Postkantoor Neude. De jury van de Filter Vertaalprijs 2016 bestond uit Luk Van Haute, winnaar van de prijs in 2015, Linda Pennings, Fedde van Santen, Caroline Meijer en Ilse Logie, de laatste twee namens de redactie van Filter. Secretaris was Anne van Buul.