Actueel Archief

Bette Westera

voor Beloofd is beloofd, kleine panda van Rachel Bright met illustraties van Jim Field (Gottmer)

Deze vertaling is op veel plekken compacter dan het origineel. Hoe kies je als vertaler wat er wel en niet uit kan, zonder dat er teveel verloren gaat?
Wat voor mij voorop staat bij het vertalen van een rijmend prentenboek is de (voor)leesbaarheid. Het verhaal moet lekker bekken en zo goed lopen dat je als voorlezer niet hoeft te zoeken naar het juiste voorleesritme. Ik wijk soms af van het origineel omwille van de leesbaarheid in het Nederlands. Mijn motto: Vertaal zo letterlijk als mogelijk en zo vrij als nodig is. Rijmende prentenboeken kun je niet naar de letter vertalen, daarvoor is de vorm te belangrijk. Beloofd is beloofd, kleine panda’s heb ik daarom geprobeerd te vertalen naar de geest van de oorspronkelijke makers, met respect voor vorm en inhoud, en met de nederlandse (voor)lezer in het achterhoofd. 

Wat hier ook meespeelt is dat de boodschap van het verhaal in de Engelse tekst wat explicieter is dan we in Nederland gewend zijn en/of wenselijk vinden. In mijn vertaling klinkt die boodschap nog steeds, maar wat minder nadrukkelijk en eenduidig dan in de Engelstalige versie.

Vertalen kan – net als schrijven – een eenzaam proces zijn. Laat je je werk ook graag lezen door anderen tijdens het vertalen?
Ik heb geen meelezers, maar ik lees al doende heel vaak strofes hardop aan mezelf voor om te horen hoe ze klinken en om te voelen of ze fijn voorlezen. Als ik klaar ben met de eerste versie laat ik de vertaling ook altijd nog een paar keer hardop door de computer aan mezelf voorlezen. Als er dan nog iets niet lekker loopt hoor ik dat meteen, en dan puzzel ik nog even door.

Wat vond je zelf het leukste aan dit project?
Bij Beloofd is beloofd, kleine panda’s vond ik het de kunst om het verschil tussen de twee panda-zusjes goed uit de verf te laten komen, zonder karikaturen van ze te maken. Ontroerend aan dit verhaal is het dilemma van het gehoorzame beertje als haar avontuurlijke zusje verder de bergen in gaat dan mag van mamabeer. ‘Niet voorbij de dennenboom, en altijd bij elkaar blijven,’ zei mamabeer toen ze vertrokken. Maar een van de twee gaat toch voorbij de dennenboom. Moet ik mijn zusje nu wel of niet achterna gaan, vraagt het achtergebleven beertje zich af. Als ik het doe ben ik ongehoorzaam, maar als ik het niet doe ook, want dan zijn we niet bij elkaar gebleven. Dat dilemma op een mooie manier invoelbaar maken was een van de uitdagingen van deze vertaling. De moraal van het verhaal was ook fijn om mee te spelen. In mijn vertaling leren niet alleen de kleine beertjes iets van hun avontuur. De moederbeer beseft dat ze haar kinderen best wat vrijer kan laten, gezien hun gebleken gevoel van verantwoordelijkheid voor elkaar.