Hervertalingen, ze bestaan in alle mogelijke vormen en uitvoeringen, en de redenen om een literair werk voor een tweede, derde of n-de keer te vertalen zijn meestal heel divers. De drang om een oudere literaire vertaling te verbeteren, stilistisch op te frissen of aan te passen aan een nieuwe interpretatie van de brontekst bestaat al eeuwen, maar toch heeft het verschijnsel pas in de laatste decennia de aandacht van vertaalwetenschappers weten te trekken.
Het werk dat ik in het kader van het vertaaljaar 2013 graag zou willen presenteren als de voor mij meest opvallende vertaling is ook een hervertaling, meer bepaald uit het Russisch: Gorki’s Jeugdherinneringen, verschenen in de prestigieuze Privé-domeinreeks van De Arbeiderspers.
Vooreerst vind ik het merkwaardig dat juist deze tekst geselecteerd werd voor hervertaling. Toen de censuur vanaf 1985 deels wegviel in de Sovjet-Unie, verwachtten de vele westerse fans van de Russische letteren dat een hele nieuwe generatie Russisch literair talent zou opstaan en dat de boekenmarkt overspoeld zou worden door meesterwerken die jarenlang in de lade hadden moeten wachten op erkenning. Er was inderdaad een toevloed(je) aan onontdekte schrijvers en werken, maar die bleef maar heel kortstondig, en toen de stroom droogviel wachtte toch vooral een zwart gat. Nu, dertig jaar na de glasnost, valt dan ook op hoe groot het aandeel hervertalingen op de vertaalmarkt van de Russische literatuur is. Boezemt de nieuwe generatie Russische auteurs de Nederlandse markt dan maar weinig vertrouwen in, of is die generatie er gewoon niet? De vraag verdient een diepgaander onderzoek maar daarvoor is dit artikel natuurlijk niet het geschikte forum.
Wat er ook van zij, de hervertaling van Gorki’s Jeugdherinneringen is een opvallend literair feit. Maxim Gorki (of Maksim Gor’kij voor wie een meer wetenschappelijke transcriptie van het cyrillisch prefereert) geldt namelijk nog steeds – deels ten onrechte overigens – als de ‘vader’ en een van de boegbeelden van het ‘socialistisch realisme’, de oersaaie literaire stroming die de realiteit op bevel van bovenaf in een ‘socialistisch’ keurslijf wilde dwingen, waardoor die realiteit er wel heel conflictloos uit ging zien.
Gorki’s oeuvre overstijgt duidelijk dat van de échte socialistisch realisten, en juist daarom verdient hij het ruimschoots om te worden hervertaald. (Her)vertaler Peter Charles heeft niet toevallig gekozen voor het meest aantrekkelijke facet van Gorki’s literaire werk – zijn memoires in drie delen, Kinderjaren, Onder de mensen en Mijn universiteiten, die voor het laatst in 1981–19851 in het Nederlands verschenen in drie afzonderlijke boekjes, en nu zijn samengebracht in één monumentaal boekdeel van bijna 900 pagina’s.
De flaptekst van de derde druk (oktober 2013) wekt hoge verwachtingen ten aanzien van de vertaling. De lezer verneemt namelijk dat de vertaler speciaal Russisch leerde om Gorki in het origineel te kunnen lezen en het valt dan ook te verwachten dat die speciale band tussen de auteur en de vertaler een afspiegeling zal krijgen in de Nederlandse tekst. Jammer genoeg ontbreekt een voor- of nawoord van de vertaler, en de ‘paratekst’ beperkt zich tot een lijst met de belangrijkste personages (met de klemtoon: handig, want dat is altijd een heikel punt met Russische namen!), een goed idee dat Charles overneemt van de vorige Nederlandse versie (1981–1985) van de memoires, van de hand van Maarten Tengbergen.
Op het eerste gezicht zou ik de vertaalstrategie van Charles als naturaliserend bestempelen. De vertaling leest inderdaad heel vlot weg en in combinatie met het verteltalent van Gorki levert dit een heel aangename brok lectuur op, die nochtans het gebruik van Russische leenwoorden niet schuwt: de traditionele samowar, poed, werst, trojka en barin zijn allemaal aanwezig in de vertaling, en waar dat noodzakelijk is wordt de term meestal uitgelegd in een verklarende voetnoot. Het behoud van die leenwoorden lijkt mij in elk geval een geslaagde keuze, omdat op die manier een Russische couleur locale geschapen wordt met verwijzingen naar een reeks specifieke ‘realia’ die ook voor de Russen zelf al gereduceerd zijn tot pure archaïsmen.
Hervertalingen hebben het voordeel dat je ze kunt vergelijken met een oudere tekst die evenzeer beweert een (getrouwe) weergave te zijn van het Russische origineel. De traditie in de vertaalwetenschap wil overigens dat die tweede vertaling dan dichter bij het origineel komt te staan dan de eerste. In het geval van de Jeugdherinneringen klopt die hypothese alvast niet. Waar Tengbergen de inhoud en stijl van Gorki’s tekst getrouw probeerde te volgen, wijkt Charles veel verder af van het origineel. Hij zoekt bewust naar een esthetisch taalgebruik dat de niet altijd even fraaie realiteit van het prerevolutionaire bestaan in Rusland als het ware weet te verdoezelen in glooiende volzinnen. Voor de meeste lezers vormt dit wellicht ook geen bezwaar, het is nu eenmaal bon ton om een vloeiende vertaling te produceren en de ‘zichtbaarheid’ van de vertaler te reduceren tot een naam op het titelblad.
Om de verschillen tussen beide vertalingen te illustreren confronteer ik de twee vertalingen met elkaar en ik kies hiervoor een (zo goed als willekeurige) passage, die waarin Gorki beschrijft hoe hij als kind het avondritueel van zijn grootmoeder gadesloeg. Bij Tengbergen ziet dat er als volgt uit:
‘Je houdt me voor de gek, hè, boef! Je slaapt niet echt!’ zegt ze zachtjes. ‘Hé engeltje, je slaapt niet echt, zeg ik. Kom op, hier die deken!’
Uit voorpret om wat er nu gaat gebeuren, kan ik een lachje niet onderdrukken en zij roept uit: ‘Aha, dus jij wil je ouwe grootmoeder voor het lapje houden!’
Ze pakt een punt van de deken en trekt hem zo snel en krachtig naar zich toe dat ik een eindje omhoog geslingerd word en een paar maal ronddraai alvorens weer op de zachte veren matras neer te ploffen. (48)
Bij Charles is dit fragment zo verwoord:
‘Je doet alsof, bandiet, je slaapt niet echt, hè?’ fluistert ze. ‘Je bent nog wakker, mijn duifje. Vooruit, geef me een stuk van de deken!’
Ik kan mijn lachen niet houden en ze bromt:
‘Aha! Van plan je oude grootje voor het lapje te houden!’ – en ze pakt de deken vast bij de rand, geeft er zo’n handige ruk aan dat ik even de lucht in ga, om mijn as draai en weer neerplof op de zachte veren matras. (71)
Op vrijwel alle vlakken – woordkeuze, syntaxis, stijl en interpunctie – benadert Tengbergen de Russische tekst heel nauw, maar Charles klinkt ongetwijfeld veel jonger en hedendaagser.
Je kunt zo’n actualisering van een vertaling natuurlijk alleen maar toejuichen, dat is nu eenmaal een van de kenmerken van hervertaling, maar toch heb ik een bezwaar tegen een aantal stilistische keuzes die Charles in zijn vertaling maakt. De memoires van Gorki zijn namelijk uniek om een aantal redenen: niet alleen krijgt de lezer in het boek een zeldzaam portret van het prerevolutionaire Rusland, tegelijk wordt het relaas ook gebracht vanuit het standpunt van een kind. Die stijl, een fundamenteel kenmerk van de memoires, komt daardoor naïef over en in de tekst ontbreekt dan ook, geheel in de lijn van Gorki’s neorealisme, elke vorm van hoogdravendheid. Gorki kiest resoluut voor een volkse taal, met weinig gesofisticeerde woorden en uitdrukkingen, maar die eenvoud vind ik, helaas, niet in dezelfde mate terug in de recentste vertaling. Integendeel, Charles’ hervertaling doet in vergelijking met het origineel eerder barok aan, en de stijl van de vertaling ligt eerder in de lijn van de romantische memoires van Paoestovski (Paustovskij), die andere grote verteller van de Russische twintigste eeuw.
Dit verschil in stijl wordt al vanaf de eerste bladzijde duidelijk. Zo wordt een ‘kamer’ in Charles’ vertaling een ‘vertrekje’, een ‘groot’ hoofd groeit uit tot het ‘reusachtig’ is, een ‘ronde’ vrouw wordt ‘kogelrond’ genoemd en een ‘grappige’ neus wordt zonder veel gêne omschreven als ‘clownesk’ (alle voorbeelden van p. 15). Ook verder in de tekst vind je die verschuivingen terug: een gewoon ‘bed’ is in de vertaling plots een ‘ledikant’ (71), een ‘massa’ engelen verandert in een ‘schare’ (73), en zo kan ik nog een tijdje doorgaan.
Om al deze redenen blijf ik met een dubbel gevoel zitten na het lezen van de Jeugdherinneringen. Ik ben vertrouwd met de Russische Gorki, de neorealist die het graag wat minimalistisch hield, zeker in zijn memoires, en vanuit dat standpunt vind ik dat de nieuwe vertaling te veel pogingen doet om de taal op te smukken. Aan de andere kant moet lezen in de eerste plaats een esthetisch genot creëren en dat krijgt de neutrale lezer ongetwijfeld bij het lezen van deze vertaling: de unieke insidersblik van Gorki, gekoppeld aan het fijne taalgevoel van Peter Charles vormen samen een merkwaardig boek dat niets te vroeg komt. Maxim Gorki verdiende het al veel langer om uit de vergetelheid van de literaire geschiedenis gelicht te worden!
Maxim Gorki, Jeugdherinneringen. Vertaald door Peter Charles. Utrecht / Amsterdam / Antwerpen: De Arbeiderspers, 2013.
Noot
1 Bij uitgeverij Het Spectrum (Utrecht / Antwerpen) vertaald door Maarten Tengbergen. Kinderjaren verscheen in 1981, Onder de mensen in 1983 en Mijn universiteiten in 1985.