Portretten van vergeten vertalers - een inleiding    3-4

De redactie

In het Biografisch Woordenboek van Nederland staan nagenoeg geen vertalers. Misschien ook wel helemaal geen: in de beroepenlijst ontbreekt althans de aanduiding vertaler. Toch beweert het naslagwerk korte levensbeschrijvingen te hebben opgenomen van personen die ‘in Nederland of in zijn overzeese gebiedsdelen op enigerlei wijze van betekenis zijn geweest’.1 Waar zijn ze gebleven, de vertalers? Opgegaan in hun boeken? Op ‘enigerlei’ wijze zijn ze dan in ieder geval van belang: via hun teksten. Zo kun je bijvoorbeeld stuiten op de naam Walter IJzerdraat en je afvragen wie dat was, of het om een pseudoniem gaat (bijvoorbeeld van een nog betekenisvoller iemand) of om een verder niet noemenswaardige letterknecht. Maar ook dan.

IJzerdraat is de vertaler van een befaamd boek van Eric Ambler, The Mask of Dimitrios – tweedehands te verkrijgen als onooglijk beduimeld prismapocketje van 1970 onder de titel Het masker van Dimitrios (oorspronkelijk een vertaling uit 1953). IJzerdraat heeft een aardige staat van dienst (alleen al afgaande op de kb-catalogus: twintig hits, ongeveer vijftien boeken) en op genealogieonline.nl zijn een paar levensdata te vinden: geboren 1920, overleden 2001. Daar wordt ook een drietal boeken genoemd, waaronder Geest, lichaam en hormonen, een intrigerend want nog altijd prikkelend onderwerp, de wederkerige beïnvloeding van geest en lichaam: je zou immers willen weten welk lichaam met hoeveel hormonale kracht de geest in Ambler heeft geblazen. Want IJzerdraat schrijft fraaie volzinnen, bijvoorbeeld deze op pagina 25: ‘Europa had, in de pijn van zijn beproevingen, een glimp van nieuwe heerlijkheid gezien. Daarna was het weer teruggevallen in de baaierd van oorlog en vrees voor oorlog.’

Niet zo lang geleden verscheen er een nieuwe vertaling van Amblers klassieker, van de hand van Rob van Moppes bij Luitingh-Sijthoff. Bij hem luidt dezelfde zin zo (2015, p. 43): ‘Heel even had Europa door zijn pijn heen een nieuwe glorie zien opdoemen, en toen stortte het zich nogmaals in de gruwelen van oorlog en angst.’ Minder groots, lijkt het ons. Nog een, eerst in de nieuwe versie: ‘Hoop was gerezen en weer verdwenen, een voortvluchtige aan de geurige boezem van de zinsbegoocheling’ (p. 44). IJzerdraat, wederom op p. 25: ‘De hoop was gekomen en gegaan, gelijk een ongedurige vlinder in de geurige bloemkelk der illusie.’ Vooral de laatste zin is een heerlijke zin, die aan het denken zet en evengoed als motto kan prijken boven het thema van deze Filter – vergeten, verzonken, vervlogen vertalers, portretten van belangwekkende woordkunstenaars die in de vergetelheid zijn geraakt, gelijk ongedurige vlinders in de bloemkelk der illusie.

Eerder publiceerden we in Filter al eens vertalersportretten, bijvoorbeeld in 2006 een keur aan Nederlandse vertaalsters tussen 1700–1900. Suzan van Dijk schreef toen: ‘In de loop van deze periode nam in heel Europa en in Noord-Amerika de participatie van vrouwen in het literaire leven enorm toe, maar hun bijdragen zijn over het algemeen niet bijgezet in de geschiedschrijving. Dat geldt in nog sterkere mate voor vertaalsters, alleen al omdat nóg minder vaak hun namen op titelpagina’s vermeld stonden. Een van de redenen hiervoor was dat zij hun werkzaamheden dikwijls gratis uitvoerden: sommige uitgevers zetten hun echtgenotes, zusters en dochters aan het vertalen…’ Ware woorden. Zo werken was en is verzoeken om anonimiteit, iets dat moet worden vermeden.

Intussen kennen we de namen van de vertalers veelal wel, maar weten we wel wie ze waren en waar ze voor stonden? Hoe zelfstandig en professioneel waren ze? Over alle jaargangen van Filter (1994–2016) verspreid2 zijn intussen tal van vertalers geprofileerd: in beschouwende stukken waarin allerlei verborgen informatie boven tafel is gehaald. Te zijner tijd zullen we die portretten online bij elkaar zetten. De hier (chronologisch) gepresenteerde portretten komen daar bij. Ze zijn zeer verschillend, maar aandacht wordt steeds besteed aan de volgende aspecten: oeuvre, opvattingen, loopbaan, positie in het veld en de vertalingen zelf.3 Daarbij komen vragen aan de orde als: wat is de rol van vertalen in het leven van de vertaler? Welke ontwikkelingen vinden plaats in haar of zijn loopbaan? Hoe is de vertaler ertoe gekomen zich met vertalen bezig te houden? Wat voor soort boeken werden er vertaald en voor wie? Wat zijn de motieven om te vertalen? Hoe denken de vertalers over hun vak en over de geschiktste manier om te vertalen? En hoe wordt er daadwerkelijk vertaald? Hoe wordt er tegen de vertaler aangekeken door publiek en kritiek? De auteurs in deze Filter houden zich daar in de goede traditie van ons tijdschrift ieder op een geheel eigen manier aan. Het is niet alles academie wat er blinkt, maar wel wetenschap, in de goede zin van het woord. (ck/tn)

 

Noten
1 Biografisch Woordenboek van Nederland: 1880–2000, http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000, geraadpleegd op 19 juni 2016.
2 In het online archief zijn veel stukken te vinden: www.tijdschrift-filter.nl/archief/digitaal-archief.aspx
3 In de jaren negentig zijn aan de Universiteit van Amsterdam diverse monografieën van vertalers geschreven, momenteel gebeurt dat ook aan de Universiteit Utrecht. Daarbij wordt veelal geleund op een model van ondergetekenden dat het best omschreven en bekritiseerd is in Knecht van twee meesters: een vertalersprofiel van Frans Denissen, de scriptie waarmee Emilia Menkveld in 2016 afstudeerde aan de Master Literair Vertalen in Utrecht (dspace.library.uu.nl/handle/1874/327476).