Bij vertalen worden, zoals bij elke cultuuruiting, altijd bepaalde waarden tot stand gebracht; deze waarden kunnen taalkundig en literair, religieus en politiek, commercieel en educatief van aard zijn, al naargelang de specifieke situatie. Wat vertalen van andere cultuuruitingen onderscheidt, is het feit dat het proces waarin deze waarden tot stand worden gebracht de vorm aanneemt van een interpretatie van de brontekst, waarvan de waarden onvermijdelijk worden afgezwakt en veranderd zodat ze beter aansluiten bij de culturele situatie van het doelpubliek. Bij vertalen wordt in de brontekst gelegd wat verstaanbaar en interessant is voor de specifieke ontvangende taal en cultuur, zelfs wanneer de vertaler zich strikt aan semantische correspondenties houdt en aspecten van de culturele context waarin de brontekst is ontstaan in de vertaling integreert. Hervertalingen vormen een geval apart, omdat de waarden die hierin tot stand worden gebracht dubbel aan de ontvangende cultuur gebonden zijn – ze worden niet alleen beïnvloed door de waarden van de ontvangende cultuur die de vertaler in de brontekst legt, maar ook door de waarden die in een eerdere vertaling tot uitdrukking komen. Hervertalingen kunnen natuurlijk primair door de brontekst worden ingegeven en zonder enig bewustzijn van eerdere vertalingen worden gemaakt. Er zijn echter ook gevallen die dit cruciale bewustzijn wel bezitten en zich rechtvaardigen door de verschillen met één of meer eerdere vertalingen expliciet te maken.