Beste Filter-redactie,
Met veel interesse las ik Saskia van der Lingens bespreking van de vertaling van Verloren: op zoek naar de zes miljoen. Terecht veronderstelt Saskia dat vertaler Ronald Vlek hulp gehad heeft van anderen bij het begrijpen en transcriberen van Jiddisje (en trouwens ook Hebreeuwse) woorden in de tekst. Die hulp kwam namelijk van mij. Inderdaad was het aardig geweest als mijn naam vermeld was in het boek, maar ach, zo erg is het ook weer niet. Ik heb niet het hele boek gelezen maar alleen maar lijsten met woorden gezien en daar het mijne over gezegd. Nu kan ik tenminste niet verantwoordelijk gesteld worden voor dingen die ik nooit heb gezien.
Het Jiddisj in het boek is heel divers, omdat Mendelsohn mensen uit allerlei windstreken heeft gesproken, maar de meesten spraken van oorsprong toch Pools-Jiddisj, heb ik begrepen. De bedoeling van de Nederlandse transcriptie was het vernederlandsen van de spelling, maar natuurlijk niet van de uitspraak. Die mensen spraken immers geen West-Jiddisj. Dat de uitspraak toch hier en daar afwijkt van die in het origineel is meestal wel aan mij te wijten, denk ik (hoewel ik het boek nog steeds niet in zijn geheel gelezen heb, noch in het Engels, noch in het Nederlands, dus ik kan niet voor alles instaan). Ik had namelijk sterk de indruk dat Mendelsohn zelf niet echt Jiddisj beheerst en zijn informanten daardoor soms dingen in de mond heeft gelegd die ze niet zo hebben gezegd (ook native speakers maken natuurlijk fouten, maar de fouten waren vaak van het soort dat alleen een niet-native speaker zou maken, zoals het gebruik van een verleden tijd, terwijl het Jiddisj alleen een voltooid tegenwoordige tijd kent). Ik heb Ronald laten weten hoe het volgens mij zou horen te zijn en hem in overweging gegeven om daarover de schrijver zelf te benaderen, omdat sommige fouten natuurlijk best wél door de informanten zelf kunnen zijn gemaakt en je hoeft het in de vertaling ook weer niet mooier te maken dan het is, maar weet niet of hij dat heeft gedaan.
Bij de kwestie ‘kessel’ - ‘kestl’ ben ik bij mijn weten niet betrokken geweest. Ik wil in dit verband nog wel opmerken dat niet alleen het West-Jiddisj maar óók het Oost-Jiddisj veel op Duits lijkt, er zitten alleen ook nog eens veel Slavische woorden in, die in het West-Jiddisj (vrijwel) ontbreken. Maar de basis is in beide gevallen het Middelhoogduits.
Hopelijk heb ik hiermee enkele van Saskia’s vragen beantwoord. Ik zal Ronald Vlek er ook van op de hoogte stellen, misschien wil hij nog iets toevoegen.
Hartelijke groet,
Hilde Pach