De leeuw in onze deergaarde    3-10

Over de manieren waarop wij enige woorden en passages uit Finnegans Wake hebben vertaald. Een cyclisch betoog

Erik Bindervoet
Robbert-Jan Henkes

Finnegans Wake is niet een boek dat zich op één manier laat lezen, laat staan laat vertalen. Er zijn vele waken en de wake is slechts de wake die wij met zijn allen maken. Maar toch staat dat ding daar en wil het vertaald worden. En begrepen, en genoten. En dat het liefst in een vertaling die ernaast kan staan, als het ideale commentaar bij de brontekst. Daarom hebben wij ons Nederlands aangepast aan de taal van de Wake. Door de schrijfmethodes van Joyce te volgen in vertaalmethodes van ons. Want Finnegans Wake is ook niet een boek dat op één manier is geschreven.

Een voorlopige post factum lijst van enige onzer ad hoc methodes:

1 de benaderende methode: ‘teargarten - deergaarde’: deer voor deernis staat voor de heimweevolle traan van tear.

2 het 1-2tje: ‘teargarten - tiergarden’: eenvoudige omkering van de taalcomponenten, Duits wordt Engels en Engels wordt Duits, met behoud van klank maar verlies van betekenis, immers de traan is eruit, tenzij je in het Duitse ‘tier’ het Engelse ‘tear’ hoort meeklinken, waar wij ook niet zoveel moeite mee zouden hebben. Zie onder 7, de verdisconterende methode, die er, anders dan de gewone vertaler mag doen, van uitgaat dat de wakende lezer het Engels machtig is en mag horen meeklinken in de vertaling, en onder 8, Engels als vreemde taal. 

3 de combinatiemethode, in dit geval van de benaderende methode en het 1-2tje: ‘teargarten - teergaarde’: met teer als het Deense ‘taar’ = traan, maar ook weer het Engelse ‘tear’ en ook verstopt de theesalons van Lyons, waarnaar ‘the lion in our teargarten’ ook een verwijzing is. Deze methode heeft het nadeel soms overvolle woorden te produceren waaruit geen duidelijke of de verkeerde beelden oprijzen (hier bijvoorbeeld: teer als ‘pek’ begrepen of als een verwijzing naar het teerwater van bisschop Berkeley). 

4 de begravende methode: ‘teargarten - zoogvocht’ (bedacht door Jan Asaert, die er wel meteen bij zei dat het een ‘verslechtertaling’ was): alles zit erin: de dierentuin-zoo, het traan-oogvocht, maar diep verborgen, en in dit geval onbruikbaar omdat het in de eerste plaats om een locatie gaat, en we als uitgangspunt vaak het eenvoudigste woord moeten nemen (dierentuin, diergaarde). De begravende methode is met name bruikbaar als je met een of twee letters verschil nog een extra laag kan en moet toevoegen.

5 de woordenboekmethode: ‘the nenuphars of his Nile - de lotusbloemen van zijn Nijl’, waarbij lotusbloemen staat voor warm lillend vrouwenvlees, zo in trek bij hongerige leeuwen. In het Engels staat er ‘nenuphar’, uit het Franse argot voor wat in oude bargoense woordenboeken nog beschaafd de ‘vrouwelijke monosyllabe’ heet, we bedoelen de kut. In het Nederlands, de Taal Waarin Wij Spreken, kan werkelijk elk woord in de richting van de onderbuik gedirigeerd worden, als je het maar smerig genoeg bedoelt, de hele ‘geurige cruythof’ om met Coornhert te spreken (toen hij het over Erasmus had). Dus dan geeft lotusbloemen een even onfatsoenlijk innuendo af als welke onfatsoenlijke andere bloem ook. We hebben aan lotusbloem de voorkeur gegeven boven waterlelie omdat we straks nog met leliën des velds te maken krijgen (zie ook 12 de compensatieve methode). De Indisch-Boeddhistische connotaties van lotusbloem zijn ook niet gek hier. De lotus overigens, aldus alweer het woordenboek, is de gewone benaming voor de witte of blauwe Egyptische waterlelie. Dus ook Egyptisch. De Latijnse term voor de bloem in kwestie zal ook erg tot de verbeelding kunnen spreken: de Nymphea Lotus en de Nymphea Caerulea. Deze methode, mits met mate, sporadisch en met overleg toegepast, is zelfs in Finnegans Wake heel bruikbaar. Maar stelregel 1 voor iedere vertaler blijft: Geloof niet alles wat er in het woordenboek staat.

6 de etymologische methode: ‘nenuphar - ninufar’: immers het woord komt uit het Perzisch, en in het Sanskriet is het nilufar, verwant met nila, blauw en zo op het eerste gezicht dan ook met Nijl (Joyce kende het etymologisch woordenboek van Skeat zowat uit zijn hoofd).


James Joyce in 1922, wanneer hij begint aan Finnegans Wake (tekening van Djuna Barnes)

7 de verdisconterende methode: ‘nenuphar - nenuphar’, als we van het Franse argot zouden uitgaan en dat als onvervreemdbaar grondwoord beschouwen. We verdisconteren hier dan de kennis die we bij de lezer bekend mogen veronderstellen of die hij anders kan opdoen in standaardwerken als Roland McHughs Annotations to Finnegans Wake of het woordenboek (zie boven). Zo kunnen woorden in andere talen dan het Engels vaak zo blijven staan als ze er toch al onaangeroerd en onversneden bijstonden in het origineel, zie bijvoorbeeld het Armeens in de volgende regels: ariudz: leeuw, ariun: bloed, Boghos: Paulus, paregam: vriend (in het Oost-Armeens echter: baregam), marmnaser: vleselijk en marmin: vlees. De eigennamen Ariuz en Arioun kunnen we hier gevoegelijk laten staan (de ‘d’ in de Armeense leeuw heeft moeten wijken voor een verwijzing naar een van de favoriete aartsketters van Joyce, Arius de Libiër), maar we kunnen het niet de ‘laten staan’-methode noemen, omdat we het wel degelijk vertalen, alleen zie je het er aan de buitenkant niet aan af. We vertalen immers van de vreemde taal in het Engels naar de vreemde taal in het Nederlands, waarin desnoods het Engels mag en kan meeklinken. Zie bijvoorbeeld ook de woorden ‘commodius vicus’ van bladzijde 3 regel 2 woord 7 en 8. Daar staat ‘commodius’ voor het overgrote deel gespeld als de Romeinse keizer van die naam, die uitgebreide rioleringsstelsels heeft laten aanleggen, althans zo wil de overlevering (en McHugh). Wij zijn daarvan uitgegaan als grondwoord, commodus, Latijn voor ‘passend, gemakkelijk’, en niet van het Engelse ‘commodious’, geriefelijk. Als je louter woord voor woord vertaalt, een gevaar waartoe Finnegans Wake wel aanleiding geeft, zie bijvoorbeeld de Duitse vertaling van Dieter Stündel, dan zou je hier allereerst van het Engelse ‘commodious-geriefelijk’ moeten uitgaan, en uitkomen op ‘gemaklijk’ of zo: aldus volgens de submethode Stündel, een onderafdeling van methode 1, de benaderende methode, als je ook het zuivere Latijn of Frans uit Finnegans Wake in het Nederlands gaat vertalen. Maar wij vatten hier ‘commodius vicus’ op als één, overwegend Latijns, begrip: ‘een commodius vicus’, waarlangs je teruggevoerd wordt.

In den beginnen zeven jaren en evenzovele jaarsalarissen terug was Engels wel degelijk ‘de verboden taal’ voor ons, want zo begint elke vertaler: geen steen mag op de andere blijven en we gaan met ieder woord wat doen. Maar deze hooggestemde idealen bleken alleen te werken zolang we ze met een korreltje zout namen. Ook Engels bleek mogelijk te moeten mogen zijn, en wel als methode 8 (we hebben ze voor uw en onze veiligheid bijgehouden): ‘Engels als vreemde taal’. Ons dogma is: geen dogma! En onze methode is: laat 1000 methodes bloeien.

8 de Engels als vreemde taal-methode (niet te verwarren met methode 9, Engels als omgekeerd Nederlands, waarover zometeen): Engels gebruiken zoals Joyce Nederlands, Frans, Zweeds, Deens of welke taal dan ook gebruikte. Een voorbeeld is ‘born and bred - gebornenbredde’ (wat overigens ook onder de compensatieve genetische methode valt, zie onder 12 en 21). 

9 de Engels als omgekeerd Nederlands-methode: ‘we moest ons hasten selves te declareer it - we must hurry uszelven het toe declareren’.

10 de conservatieve of behoudende methode: ‘baregambs - barregamben’. Wij hebben gelukkig het woord ‘bar, barre’ wat ook ‘bloot’ betekent, als in ‘barrevoets’ en we kunnen voor benen teruggrijpen op ‘jambes’ uit het Frans maar ook op het Grieks en de poëtica waarin er ook met jamben wordt getreden. Viola da gamba is ook toepasselijk als echo van de violer d’amores van de eerste bladzij van hoofdstuk I.1. En met behoud van de Armeense g uit ‘paregam’ is de stap naar ‘barregamben’ snel gemaakt. Klank, betekenis en enige gelaagdheden blijven bewaard. Met deze methode behouden we zoveel mogelijk het Engelse of semi-Engelse woord, zonder al te veel water in de wijn te hoeven doen of wijn bij het water te hoeven gieten.

11 de additieve methode: ‘Marmeniere - Marmentiere’. Hier hebben we een t toegevoegd voor een extra Nederlandse klank, ontleend aan ‘armetierig’ (wat grappig is omdat het over benen gaat), maar ook aan de naam ‘Parmentier’, waarin we parmantig en armetierig tegelijk hebben. Wel oppassen dat de additieve niet overgaat in de begravende methode van nummer 4 waarmee elke oplossing gerechtvaardigd kan worden, omdat Finnegans Wake zo’n rijk boek is dat alles wel naar iets verwijst. Maar zie voor de juistheid van ‘Marmentiere’ methode twaalf.

12 de compensatieve methode: ‘Marmeniere - Marmentiere’. Niet alleen additief maar ook compensatief zit de vertaling wel snor, vanwege het Duitse ‘tier’, van de Duitse ‘Tiergarten’ in regel 1, dat we daar even in de ijskast hebben moeten zetten om hem hier weer in volle glorie te kunnen laten ontdooien. De additieve methode is vaak alleen gerechtvaardigd als zij samengaat met de compensatieve methode (een woord invoegen dat je ergens anders, bij voorkeur dicht in de buurt, niet geheel of geheel niet kwijt kon). Tevens is het hier een mooie overgang naar het Nederlands dat volgt.

13 de om de oren-methode: ‘wacht even! - bussave a sec!’ Er staat op FW 76.23 plotseling ‘Wacht even!’ in onvervalst Nederlands. Daarop kunnen we ook veel methodes loslaten, zoals we hebben uiteengezet in de Gnantwerp Gazette nr. 7 van 2001. Maar we hebben uiteindelijk een nieuwe methode uit de grond gestampt waarbij we de auteur als het ware ‘met zijn eigen woorden’ ‘om de oren slaan’. Op FW 17.17 hadden we aangetroffen het betekenisverwante ‘Bussave a sec’. Bingo! Maar zie ook de pendant, methode 14. 

14 de andere wang-methode: ‘bussave a sec! - weet een minuut!’ Het oorspronkelijke ‘bussave a sec’ van FW 17.17 hebben we niet met ‘wacht even’ vertaald, wat misschien wel logisch en consequent zou zijn, maar daarom niet minder verkeerd, want Finnegans Wake vraagt helemaal niet om dagelijke, ja alledaagse logica en rigiditeit, maar met ‘weet een minuut’. In McHugh staat bij ‘wacht even’: ‘wait a minute’, en daarvan zijn we, met gebruikmaking van de associatieve transsonantie-methode (17) en de idiotomatische methode (15), uitgegaan. Deze variant noemen wij de andere wang-methode, omdat wij de auteur als het ware ‘de andere wang’ toekeren, namelijk zijn idiomatische Engelse uitdrukkingen letterlijk en figuurlijk letterlijk vertalen.

15 de foute, of ook wel idiotomatische methode: Finnegans Wake is wellicht het enige boek waarin je ongestraft ‘what sauce is for the goose is sauce for the gander’ kan vertalen met ‘wat saus is voor de gans is saus voor de ganzerik’, zonder veroordeeld te worden tot varianten van ‘gelijke monniken gelijke kappen’. Zie ook de, verwante, verdisconterende methode (7) en andere wang-methode (14). Als je wel wat met ‘gelijke monniken gelijke kappen’ doet, wat ook heel goed mogelijk is, en wat we dus ook toegepast hebben, valt dat onder de benaderende methode (1), de equivalente methode (19) en/of de woordenboekmethode (5). Finnegans Wake dwingt tot vrijheid. 

16 de bottenmethode: ‘larcenlads - laarzenlichters’. Is Engels het Nederlands voor Nederlandse en Vlaamse oren? Nee natuurlijk. Voor een Engelstalige is Nederlands veel vreemder dan Engels voor een Nederlandstalige. Dus andere keren hebben we van het verbaasterde Nederlands van Joyce normaal Nederlands gemaakt, zoals laarzenlichters van larcenlads, om dicht in de buurt van de hoteltaal te blijven die Joyce heeft opgepikt, kamermeisjes, fooi fooi, zeepiezoppie e.d. Dit is de zogeheten bottenmethode, om te laten zien dat je af en toe ‘de botten’ er wel eens doorheen mag zien steken, dan vertalen wij eigenlijk waar Joyce van uit is gegaan, in de preportmanteaufase als het ware.

17 de associatieve transsonantiemethode: ‘Come on, fool porterfull, hosiered women blown monk sewer - Komaan vul portievol koosjer wier man blom mond zaaier’ (FW 16.04-05). Immers, Joyce transsoneert hier ook associatief vanuit het Franse ‘comment vous portez aujourd’hui mon blond monsieur’. Dit is voor een normale vertaler echt onvertaalbaar, want probeer het maar volgens de Engelse grondvorm, zeg maar de woordenboekmethode: ‘Kom op gek vol porter, beondergoede vrouwen gepijpte monnik riool’. En dan hiervan uitgaan om de woorden te vervormen en terug te komen op iets wat klinkt als Comment vous portez-vou, mon blond monsieur. Dan is Finnegans Wake vertalen inderdaad onmogelijk. Wij moeten roeien met de riemen die ons zijn ontnomen, we blijven schipperen naast God. 

18 de anachronistische methode: ‘peacewave - vredesproces’ (FW 23.13). We hebben onszelf twee anachronismes per hoofdstuk toegestaan, maar dat aantal hebben we bij lange na niet gehaald. Onze rechtvaardiging is dat Joyce zelf een profeet was, en dat een anachronisme evengoed een stijlfiguur als de anakoloet, de hendiadys of hoe die literaire huisdieren ook mogen heten. Ooit waren het wilde stijlfouten totdat ze werden getemd door de grammatici en andere leden van schoonheidcommissies. Stelling: vrede is een voortzetting van de oorlog met andere middelen, en vertalen is het omzetten van een boek met dezelfde middelen.

19 de equivalente, geografische methode, het aanpassen van Ierse toestanden, liedjes of historische gegevenheden aan Groot-Brabantse: ‘connemaras - konnemaras’. Er komt veel Antwerps en Amsterdams in de vertaling voor, maar een voorbeeld hier is een Friese stamboekverwijzing: de ‘connemaras’ zijn Ierse schapen die we overgezet hebben in het Iers-Friese ‘konnemaras’ door slechts één lettertje te veranderen. De rechtvaardiging voor de geografische omzetting vonden wij bij Joyce zelf, die ook veel Italiaanse verwijzingen onderbrengt in zijn eigen vertaling van Anna Livia Plurabelle. En in een brief aan zijn Franse vertaler stelt hij voor om de uitspraak van Cardinal Newman, Lead Kindly Light (bij Joyce Lead Kindly Fowl), te vervangen door een vervorming van een uitspraak van een andere apostaat, maar dan in omgekeerde richting. Ook Ernest Renan namelijk werd bekeerd, niet tot het katholicisme, maar tot het hellenisme. Dus Joyce stelde voor, in een brief van 15 juli 1931: ‘Précède et prie pour nous, bénigne acropoule!’ Gillet nam het niet over, maar wij gaan wel aan de haal met de suggestie van Joyce, en hebben onze eigen Hollandse bekeerling van estheet tot socialist, Herman Gorter, tot voorbeeld genomen: ‘voorgegaan, hand in hand brandend’ (uit de sectie socialistische verzen in De dag gaat open als een gouden roos (Bert Bakker 1956), waarvan wij maken: ‘Voorgegaan, hoen in zand brandend!’ (met additief een bekend Nederlands liedje en verwijzend naar de storthoop waar de kip de brief opsnavelt in Finnegans Wake). Het was daar en bovendien goed dat Gorter al voorkomt in de vertaling (‘ja, ja gorter!’ op FW 108.21) en dat Gorter het voortdurend had over de Nieuwe Mens. Welke Nieuwe Mens? Newman natuurlijk! (zodat het cirkeltje weer mooi vierkant gezaagd is.)

20 de anagrammatische methode: de letterverhusseling. We hebben bijvoorbeeld het struikgewas, de ‘shaw’ (FW 41.08), vertaald met ‘struikgewash’ met een h, om in elk geval anagrammatisch recht te doen aan de verwijzing naar George Bernard Shaw.

21 de genetische methode: een laatste methode die we willen belichten en kunnen aanstippen en die ons van Antwerpse zijde is aangereikt en die ook in zekere zin de redding van onze vertaling is geweest, is de genetische methode. Dankzij Dirk Van Hulle en Geert Lernout zijn wij in contact gekomen met de Wondere Wereld van de Tekstgenese. Zonder de James Joyce Archives (JJA) was menige crux voor ons een gesloten boek gebleven. In deze passage zitten vier zeer mooie voorbeelden van de in totaal 1293 zogenaamde transmissional departures in heel Finnegans Wake. Twee woorden die Joyce oorspronkelijk wel heeft opgeschreven maar die in de zeventienjarige loop van het schrijfproces zijn verdwenen, zijn opgediept en van de ondergang gered. En behalve dat hebben we een aantal zinnen die grammaticaal doodliepen een vrije doortocht gegeven.

a) Joyce schreef ‘petrified’ voor ‘within’ op JJA 46:31, maar het is later verloren geworden. Jammer, want het verstenen past heel goed bij de langzame verandering van HCE’s kamer in een ondergrondse mijn.

b) Helemaal op het end van het schrijfproces in wording, bij het besproeien van de tekst met Armeense en Nederlandse pokon, vergeet de typist het woordje ‘ouxtrador’ op JJA 49:395 over te nemen, een woord als ‘ouxdador’ afkomstig uit het Armeens dat ‘pelgrim’ betekent. Ook een verhelderende toevoeging, want het blijkt dan nog duidelijker te gaan over de buitenlandse gast Herr Betreffender, de vijand en belager van Humphrey Kimpden. Zonder dat je weet dat het woord in het Armeens pelgrim betekent kun je er ook nog wel ‘extra-door’, buitendeurs van maken, hetgeen ook in de richting van Herr Betreffender wijst als de vermoedelijke woordverwonder van de veelgeplaagde hoofdpersoon aan gene zijde van de buitendeur.

c) Essentiële grammaticale en syntactische vergissingen zijn er door de typisten gemaakt in het geval van ‘prayed and bred’. Die kwestie hebben wij gelukkig kunnen oplossen. Het woordje ‘bred’ blijkt op de verkeerde plek te zijn terechtgekomen, wat ons noopte tot het ter hand nemen van de Engels als vreemde taal-methode (zie ook JJA 46:31, 46:161, 46:191).

d) Verder is er ooit op FW 76.06 een heel stuk zin weggevallen, zodat hij nu totaal onbegrijpelijk is en op de klippen loopt, omdat het overgankelijke werkwoord ‘eliminating’ zonder lijdend voorwerp is komen te zitten (‘much desultory delinquency’), toen de galeienzetter kennelijk is overgesprongen van het ene ‘from’ naar het vervolg op het ‘from’ in de volgende regel (zie JJA 46:193). Dit is al in 1944 opgemerkt door Campbell en Robinson in hun Skeleton Key, maar als je die er niet bij hebt blijft de zin een gesloten boek en niet te begrijpen, laat staan vertalen, met of zonder Nederlandse of Engelse grondwoorden, grondvormen en grondnormen. We hebben in onze vertaling de weggevallen woorden vertaald alsof ze er wel stonden. 

Kort samengevat: als Christine d’Haen in De Standaard der Letteren van 25 april jongstleden in haar bespreking van onze vertaling van ‘commodius vicus’ zegt dat ‘de vertalers vergeten zijn dat elk Engels grondwoord in de tekst door een Nederlands grondwoord moet worden vertaald’ dan verbazen wij ons nog het meest over het woordje MOET. Literatuur is voor ons sowieso en tout court het rijk van de vrijheid en voor Finnegans Wake geldt dat helemaal in extremo en extremis. De enige vertaalmethode die wij dogmatisch en stelselmatig hebben moeten afleren door haar te verwerpen is de dogmatische methode. Daar is Finnegans Wake te vrij voor, en te ongrijpbaar, maar (en juist daardoor) niet onvertaalbaar. Immers: ['Onvertaalbaar toch vertaalbaar'] (zie volgend artikel van de hand van Jack van der Weide, red.)