Uw deel is ’t beter deel    31-37

Janneke van der Meulen

Twee dichters gaan al het grootste deel van mijn hele leven met me mee. De ene is een Belg, die pats-boem-toverslag de duizelruimte van zijn universum voor me ontsluierde met Music-Hall, de Ooievaarpocket waarvan ik op een stormachtige aprildag in 1969 een nagenoeg ongestempeld exemplaar aantrof in de plaatselijke bibliotheek. Een jaar eerder was mijn vader overleden, en ik kon wel een ander universum gebruiken. In mijn meisjeskamer scheurde ik een wit laken aan stukken, en met een dikke groene viltstift (die heerlijk stinkende nieuwe vinding) schreef ik daarop onder andere dit wiegeliedje van Paul van Ostaijen:

De sjimpansee doet niet mee
Waarom doet de sjimpansee niet mee
                    De sjimpansee
                                       is
                    ziek van de zee
Er gaat zoveel water in de zee
Meent de sjimpansee

Een paar jaar later kreeg ik van mijn moeder de Complete Works of William Shakespeare, die mijn vader blijkens zijn aantekening in april 1947 kocht (of kreeg?) op het Molukse eiland Morotai. Zowel de meeste toneelstukken als de sonnetten dragen de sporen van zijn intensieve leeswerk: met potlood gemarkeerde passages en hier en daar een kritische noot (bijv.: ‘Angelo is een schoft, onbegrijpelijk dat Mariana nog aan hem vasthoudt’, aan het eind van Measure for Measure).

Lees verder in de papieren Filter