Reis door mijn boekenkast    17-22

Vicky Francken

In een herfstachtige maand, zo ongeveer een half leven geleden, kreeg ik de opdracht een leesautobiografie te schrijven. Leesautobiografie, dat woord had mijn middelbareschooldocent goed gekozen: door te vertellen over wat je graag of minder graag gelezen had, wat je koortsig uitlas zonder het ook maar even weg te kunnen leggen of waar je, ondanks alle hooggespannen verwachtingen, juist niet doorheen kwam, lichtte je een tipje van de sluier op over jezelf. Die leesautobiografie was eigenlijk een zelfportret, een silhouet geschetst aan de hand van de thema’s die je interesseren, de stijlen die je aanspreken, de genres waarvoor je openstaat.

Deze zomer, jaren later, versta ik de vraag naar mijn favoriete vertaling maar als een variatie op dat thema: welke vertalingen zijn me dierbaar? Staand voor mijn boekenkast zoek ik dan ook niet naar de beste vertaling, de mooiste, de knapste, de moeilijkste of de indrukwekkendste (ik heb ook geen idee naar welke maatstaven zoiets te beoordelen zou zijn), maar naar de vertalingen die bij me zijn gaan horen. Omdat ze me soms door de douane loodsten van een gebied waarvan ik de taal zelf niet machtig ben en me lieten kennismaken met personages die ik anders nooit zou hebben verstaan. Of omdat ze van invloed waren op de keuzes die ik maakte en me voor korte of langere tijd uit het drijfzand van mijn eigen gedachten trokken. Omdat ze vrienden waren met wie ik een gesprek aanging, ook in de periodes dat ik met niemand kon praten.

Lees verder in de papieren Filter