Een stilletje, een kriel en een pot vol blomme    51-54

Over De huisgenoten van Sarah Waters

Anne van Buul

 

Ik wist te veel voor ik dit boek ging lezen. Ik kende bijvoorbeeld de eerdere romans van Sarah Waters en wist dat lesbische relaties daarin een prominente rol spelen. Ook had ik op bibliotheek.nl/welkboek wat schuifjes verzet om me een boek te laten aanraden, en daarbij een van die schuifjes op ‘een beetje seks’ gezet (ergens tussen 5 en 8 op een schaal van 10). Toen kwam De huisgenoten boven drijven. En wat ik ook niet had moeten doen, was vooraf de verantwoording achter in het boek lezen. Daarin noemt Waters namelijk een aantal boektitels die verraden wat er in het boek staat te gebeuren… Mocht u dat ook niet willen weten, dan raad ik u aan niet verder te lezen.

Ik had dus verwachtingen, te veel verwachtingen. Want dan lees je vijftig, honderd, tweehonderd pagina’s, en als dan nóg niet is gebeurd wat je denkt dat gaat gebeuren, word je ongeduldig, ook al zit die lange aanloop misschien wel ingebakken in Waters dickensiaanse manier van vertellen – een grootheid met wie zij niet zelden wordt vergeleken – en had ik dus ook die kunnen verwachten. 

En dan heb ik het nog niet over de vertaling gehad. Want ook het feit dat het boek door drie vertalers is vertaald, schept bepaalde verwachtingen. De uitgever zal wel haast hebben willen maken met de vertaling om zoveel mogelijk geld te kunnen verdienen aan deze (potentiële) bestseller. Maarten Steenmeijer schrijft in zijn boek Schrijven als een ander over groepsvertalingen:

Eén vertaler kan de klus godsonmogelijk in een paar weken klaren. Daarom worden er meerdere vertalers ingezet, die niet alleen veel meer haast hebben dan goed is voor hun tekst, maar die ieder ook nog eens een eigen stijl hebben. De vertaling is het kind van de rekening. (Steenmeijer 2015: 157)

Ik verwachtte dat ik in De huisgenoten stijlverschillen zou ontdekken die zouden verraden hoe de tekst over de drie vertalers was verdeeld, dat ik inconsequenties zou vinden als gevolg van die verdeling en dat er slordigheden in het boek zouden staan als gevolg van de snelheid waarmee vertaald moest worden. Inderdaad, ik was bevooroordeeld. 

En toch heeft De huisgenoten mij aangenaam verrast. Niet alleen het verhaal, maar ook de vertaling. Op een gegeven moment neemt het boek een onverwachte wending. Na tweehonderd pagina’s krijgen de twee geliefden elkaar en komt dat ‘beetje seks’ waar je op zat te wachten. Daarna vraag je je af wat er verder nog zal gebeuren. Maar op het moment dat het verhaal dreigt te verzanden en alleen nog draait om de vraag hoe de geliefden samen kunnen zijn en blijven, wordt er zomaar ineens een moord gepleegd. Zo plotseling en onverwacht is het. En in die cruciale, ultraspannende passage had ik geen moment het idee dat ik een vertaling las. 

Op de website boekvertalers.nl hebben de drie vertalers van De huisgenoten, Nico Groen, Sjaak de Jong en Marijke Versluys – alle drie ervaren vertalers, van wie Versluys en Groen al eerder samen een roman vertaalden – bij verschijning van de vertaling een artikel gepubliceerd over hun werkwijze. Daarin schrijven ze dat het de uitgever er inderdaad om te doen was weinig verkoop mis te lopen als gevolg van goedkope Engelse importedities, maar dat het met de tijdsdruk aardig meeviel en dat vooraf ruim tijd was om afspraken te maken over de vertaalaanpak en hun vertalingen te ‘ijken’. De vertaling bevat goede vondsten, en stijlverschillen of inconsequenties springen nauwelijks in het oog. Toch zijn er wel wat slordigheden en vreemde stijlkeuzes aan te wijzen die er ondanks de nauwe samenwerking tussen de vertalers in zijn geslopen.

In De huisgenoten betrekt een jong echtpaar kamers in het herenhuis van een weduwe en haar dochter. Het huis is in verval geraakt doordat het familiekapitaal is verkwanseld en de twee hoofdbewoners hebben ernstig geldtekort. Geheel beneden haar stand stort de dochter des huizes, Frances, zich op het huishouden. Tegelijkertijd houdt zij de ‘huisgenoten’ nauwlettend in de gaten, en dan met name de vrouw, Lilian, voor wie ze een vurige liefde voelt.

Voor de vertalers lag een behoorlijke uitdaging in het vertalen van al het huiselijk en huishoudelijk jargon: het ‘poetswerk’, het ‘ruwe werk’, ‘ het strijkje’, ‘het stilletje’… Aan dit soort woorden is te merken dat de vertalers hun woordkeuzes op elkaar hebben afgestemd. Wat ik ook leuk vond om te merken, is dat moeite is gedaan om de spreektaal van de jaren twintig in het Nederlands na te bootsen. Die taal van toen proef je in ‘brave’ scheldwoorden zoals ‘potvolblomme’ (19) (als vertaling voor de uitroep ‘Blimey O’Reilly!’), in het venijnige koosnaampje ‘kriel’ (15), dat huisgenote Lilian voor haar echtgenoot gebruikt (als vertaling voor ‘Isn’t he puny?’ (9)), en in het gebruik van de term ‘jongmens’ (41) voor ‘chap’ (35). 

Vindingrijk zijn de vertalers bovendien geweest in het vertalen van taalspelletjes en taalgrapjes. Op een bord op de rug van een werkloze staat geschreven: ‘Willing to grind! Will you employ me?’ (44). Deze woordspeling wordt even dubbelzinnig vertaald met: ‘Ik zoek werk! Kan uren draaien!’ (49). Een ander voorbeeld vinden we in de passage waarin Frances een jongen de krantenkoppen hoort oplezen en ze hem niet goed kan verstaan:

The boy was drawing nearer. ‘Champion Hill Murder!’ he was calling; Frances had been right. But there was another word – what was it? Was it ‘Latest’? […] And once the sash was lifted the call came clear as anything: ‘Champion Hill Murder! Arrest!’ (457)

De jongen kwam dichterbij. ‘De moord in Champion Hill!’ schreeuwde hij. Frances had het goed gehoord. Maar er kwam iets achteraan. Wat? ‘Ander licht?’ […] En toen het raam eenmaal van de knip was, was het zo helder als wat: ‘De moord in Champion Hill! Aanhouding verricht!’ (452)

Hoewel de vertalers in hun blog-artikel over de vertaling de nadruk leggen op het feit dat ze tot op het laatste moment verbeteringen in de vertaling hebben doorgevoerd, zijn er toch wel wat slordigheden blijven staan. Zo vind ik ‘verdrietelijkheden’ (274) als vertaling voor ‘griefs’ nogal archaïsch klinken, en in ‘ze draaide er haar hand niet voor om om’ (108) is de herhaling van ‘om’ niet elegant. Verder vraag ik me af of ‘cake’ en ‘krentencake’ (44) goede vertalingen zijn voor ‘cake’ en ‘currant loaf’ (39) – in het boek twee aanduidingen voor hetzelfde baksel. ‘Cake’ is in Engeland een verzamelnaam voor ‘gebak’, en dus niet per se cake zoals wij die voor ons zien. In het boek heeft de ‘krentencake’ een glanzende bruine korst en roosteren ze plakken in het haardvuur om deze vervolgens te besmeren met boter. Dat klinkt meer als krentenbrood, lijkend op de Yorkshire teacakes die ik in mijn bakboek van The Great British Bake Off vind. En om in de afternoon-sfeer te blijven: ‘Ze zorgde voor de aangeklede thee’ (304) vind ik als vertaling voor ‘She made the tea’ (304) wel erg onduidelijk. Er is vast een elegantere manier te verzinnen om duidelijk te maken dat ‘the tea’ in Engeland meer behelst dan een pot zwarte thee.

En zo zijn er meer plaatsen waar het lijkt of er in de vertaling voor de gemakkelijke weg is gekozen. Bijvoorbeeld in de regel ‘jammer genoeg is het uitzicht niet zo veel’ (15) als vertaling voor ‘I’m afraid there isn’t much in the way of a view’ (9). Het Nederlands lijkt hier onaf. Hetzelfde geldt voor de zin ‘Op de brede overloop was het opnieuw even wachten’ (14) als vertaling voor ‘Up on the wide landing they had to pause again’ (8).

In dezelfde categorie vallen zinnen waarin de betekenis onduidelijk is geworden doordat de vertalers niet precies genoeg hebben vertaald. In onderstaand voorbeeld is het in het origineel wel duidelijk dat de laatste drie zinnen de mening van de moeder en zussen van Lilian verwoorden, maar in de vertaling niet, doordat de woorden ‘They didn’t want her…’ niet vertaald zijn:

Lilian was ready in a smart hat and coat – but so were her sisters and her mother. They didn’t want her to go without them. It wasn’t right. What was she thinking? Say she was to be taken ill? (524)

Lilian stond klaar in een nette jas en met een mooie hoed op, en dat gold ook voor haar moeder en zussen. Lilian mocht niet zonder hen weg. Geen sprake van. Wat haalde ze zich in het hoofd! Stel dat ze niet goed werd? (517)

Naast deze geïsoleerde gevallen, trekt ook een aantal consequente stijlkeuzes ongewild de aandacht in deze vertaling. Zo worden nevenschikkingen vaak uitgebreid met bepaalde woordherhalingen waardoor anaforen ontstaan. De tekst krijgt daardoor een poëtisch karakter dat het origineel geheel niet heeft. Enkele voorbeelden (cursiveringen zijn van mij): 

But seeing Mrs Barber going about, taking possession, determining which of her things would go here, which there, she felt oddly redundant […] (10)

Maar nu ze mevrouw Barber al redderend bezit zag nemen van de ruimte, zag bepalen wat waar moest komen, voelde ze zich vreemd overbodig […] (16)

They had dressed for it, and for the occasion, in their soberest coats and hats. (60)

Omdat de gelegenheid erom vroeg, hadden ze hun stemmigste jas aangetrokken, hun stemmigste hoed opgezet. (65) 

[…] and then she saw his pink bank-manager’s lips and chin, his steel glasses. (388)

Maar toen hij vanuit de tuin omhoogkeek, zag ze de roze bankdirecteursmond, zag ze de kin, de stalen bril; […] (385)

Een tweede stijlkeuze die opvalt tijdens het lezen van De huisgenoten is dat veel woorden een accent hebben gekregen om duidelijk te maken waar de nadruk ligt. Ik vond dit nogal onnatuurlijk overkomen, dus ik was benieuwd naar het Engelse equivalent. Accenten of cursiveringen blijken in het origineel niet voor te komen. Twee voorbeelden: ‘aangezien ze geen van tweeën aan eten moesten dénken’ (381) is de vertaling van ‘since neither of them could face breakfast’ (384). Ik vermoed dat het accent op ‘denken’ is toegevoegd omdat face zo’n sterke lading heeft (iets niet kunnen aanzien). De Nederlandse zin was echter ook zonder accent volkomen duidelijk geweest. Een pagina verder vinden we de zinnetjes ‘Tja, wat denkt u? Ze voelt zich híer thuis’ (382) als vertaling voor ‘Well, why do you think? It’s her home’ (385). Als hier al een accent nodig is, dan zou dat mijns inziens niet op ‘hier’, maar op ‘thuis’ moeten staan.

Door deze en soortgelijke oneffenheden had ik af en toe de behoefte om het Engelse origineel te raadplegen. Op sommige plaatsen zijn de zinnen in het Nederlands slordiger geformuleerd, op andere juist meer gestileerd dan in het origineel. Over het algemeen is het boek echter treffend en sfeervol vertaald. Sarah Waters schrijft verhalen die je zo voor je ziet, als een romantische film of een Engelse detective. Ook van The Paying Guests zal met gemak weer een smakelijke film of serie gemaakt kunnen worden. De Nederlandse vertaling doet aan dat beeldende karakter nauwelijks iets af. 

Sarah Waters, De huisgenoten. Vertaald door Nico Groen, Sjaak de Jong & Marijke Versluys. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar, 2014.

Sarah Waters, The Paying Guests. London: Virago Press, 2014.

 

Bibliografie
Groen, Nico, Sjaak de Jong & Marijke Versluys. 2014. ‘Net uit: De huisgenoten, 29 december 2014.

Steenmeijer, Maarten. 2015. Schrijven als een anderOver het vertalen van literatuur. Amsterdam: Wereldbibliotheek. 

www.bibliotheek.nl/welkboek