Reactie op 'Vertalers zijn ongezellige mensen' van Sylvia Heimans    14

Nelleke van Maaren

Bij ‘Vertalers zijn ongezellige mensen’ (Filter 3:1):

Het interview met Tinke Davids in het laatste nummer van Filter heb ik met plezier gelezen. Het is aardig eens opvattingen te lezen van een vertaler die het vertalen als een soort (verslavend) ambacht beschouwt.

Toch blijkt die instelling tot een zekere wereldvreemdheid te leiden, gezien de opmerking over het vertaalhonorarium ‒ door vertalers gewoonlijk het minimumtarief, en door uitgevers bij voorkeur het standaardtarief genoemd. ‘Per jaar stelt het ministerie van OC&W het bedrag vast’, luidt de volstrekt onjuiste mededeling, waarvan niet helemaal duidelijk is of zij van de geïnterviewde of de interviewer afkomstig is, maar die in elk geval getuigt van een grote naïviteit.

Het vertaalhonorarium ‒ hoe dan ook betiteld ‒ komt tot stand in langdurige en vaak uiterst moeizame periodieke onderhandelingsbesprekingen tussen de Vereniging van Letterkundigen (VvL) enerzijds en de Groep Algemene Uitgevers (GAU) anderzijds, en wordt natuurlijk niet ‘door het ministerie (...) vastgesteld’.

Het zou te gemakkelijk zijn om in dit verband wat ironische opmerkingen te maken over onwetend de vruchten van de inspanningen van anderen plukken. Dat zal ik dan ook niet doen. Wel zou ik graag een rechtzetting van de boven geciteerde onjuiste mededeling zien, in de eerste plaats om te voorkomen dat zulke misverstanden gemeengoed worden en voorts om recht te doen aan de moeite die sommigen zich getroosten om de belangen van velen te behartigen.

Nelleke van Maaren
Amsterdam, 3 juni 1996