Drie vertalerslevens kan iemand dus zomaar hebben als je haar of hem nader bekijkt. En misschien hebben alle vertalers dat: want welke kant van hun januskop vertelt het juiste verhaal? Een vertaler heeft nu eenmaal een meervoudige persoonlijkheid en als hij in de spiegel kijkt wordt hij geconfronteerd met zijn gespletenheid. Hij is voor zijn computer ook steeds meer een machine aan het worden – iemand die nergens anders thuis is dan in de ruimte tussen de talen. Daar zweeft-ie dan, gelukkig en wel, op z’n computer, slechts gekleed in een Picardie-string, volop genietend van wel vier umami’s.