Het geluid van basistrauma's    33-34

Stine Jensen

In kort bestek weet Stine Jensen in een recensie over de Nederlandse vertaling van Den stille pige van de Deen Peter Høeg veel voorkomende vertaalproblemen op te roepen en tegelijk te laten zien dat er geen eenduidige keuzes te maken zijn. Vertalen is steeds opnieuw een kwestie van de juiste balans. Wat gaat er verloren bij de aanpassing van de oorspronkelijke titel? Bij welke zinnen schrik je als lezer op en wil je weten wat er in de brontekst stond? Wat doe je als vertaler met realia en culturele referenties? Hoe ver ga je om zaken te verduidelijken waardoor je het risico loopt te veel te expliciteren? Jensen werpt ten slotte ook een intrigerende vraag op waardoor je gaat nadenken over cultuurverschil: zou stilte in het Deens anders klinken dan in het Nederlands?

Zelden een schrijver zo van zijn stuk gebracht gezien toen ik hem tijdens een interview en passant vertelde dat de Nederlandse vertaling van de titel van zijn boek enigszins afweek van zijn origineel. Den stille pige (letterlijk: Het stille meisje), zo heet het laatste boek van Peter Høeg, in het Nederlands vertaald als: De stilte en het meisje. ‘Maar zo heb ik het boek niet genoemd,’ zei de auteur geschrokken. ‘Als ik het boek zo had willen noemen, had ik dat gedaan. Wat kan de reden zijn? Hoe klinkt stilte in het Nederlands?’

Een mooie vraag vond ik dat, en het zette me aan het denken over de titelkeuze van de vertalers. Al op andere punten had de Nederlandse vertaling van Den stille pige mijn aandacht getrokken, niet per se omdat zij in het oog sprong als zeer goed of zeer slecht, maar omdat ik tijdens het lezen vaak dacht: wat moet dit een helse klus zijn geweest (of wat een zalige uitdaging, het is maar hoe je het bekijkt) – een boek vertalen dat weliswaar intrigeert, maar niet op alle punten geslaagd te noemen is. De stilte en het meisje is namelijk niet bepaald de lekkere bestseller à la Høegs Smilla’s gevoel voor sneeuw. Behalve abstract filosofische passages over stilte, mediteren, het mannelijke en het vrouwelijke, is de verhaallijn gelaagd in de zin dat de filosofische en psychologische denkwijze van het hoofdpersonage Kasper Krone in de beschrijving van zijn concrete handelingen terugkeert. Wie de Nederlandse vertaling leest, fronst zijn wenkbrauwen: ‘Hij stak de Strandvej over en passeerde het geluid van zijn basistrauma’s.’ Het geluid van zijn basistrauma’s? Ja, zo staat het er, ook in het Deens. Of: ‘Ze was een projectie van dat deel van het archetype van de Boze Moeder, dat hij nog niet had geïntegreerd.’

Dan de talloze ogenschijnlijk eenvoudig vertaalbare geografische duidingen, die nogal in het oog springen. Het wemelt van de Deense locaties, straatnamen, zeeën, parken, havens. Strandvej wordt geen Strandweg maar blijft Strandvej, maar het Sint-Jørgensmeer krijgt het Nederlandse ‘meer’ toegevoegd, zodat de lezer snapt dat het hier om water gaat. Dan zijn er vele details die onbegrijpelijk zouden zijn in het Nederlands als je ze niet aanpast: ‘De verlichting was PH’ staat er in het Deens; PH, dat is een merk, en daar maken de vertalers terecht van: ‘de verlichting was Danish Design’. Soms laten de vertalers het (vele) Engels staan dat in het Deens gebruikt wordt, maar dat ziet er, vind ik, wat vreemd uit in het Nederlands, als er ineens woorden als frontoffice, care of, of display opduiken. Andere dingen klinken ook wat vreemd, zoals ‘dreigende enveloppen’(‘Dystert udseende kuverter’ – duister uitziende enveloppen) of ‘heidense wedstrijdbekers’. Je ziet het verlangen van de vertalers om de tekst zo ver als mogelijk begrijpelijker te maken of begrijpelijk te houden – je voelt die worsteling voortdurend door de Nederlandse tekst heen schemeren. Zo voegen ze soms ook iets toe ter verduidelijking, bijvoorbeeld een tafel. ‘Han lod det hele falde’ (‘hij liet alles vallen’) wordt: ‘Hij liet alles op tafel vallen.’

Die titelverandering heeft mij het meest gefascineerd, omdat die juist haaks staat op de (mijns inziens terechte) voortdurende pogingen de Deense tekst te verduidelijken. Het stille meisje klinkt toegankelijk en plotachtig, terwijl De stilte en het meisje meer abstract klinkt, en meer ‘verhandelingsachtig’. Het omgekeerde meen ik vaker te zien: een versimpeling of ‘verplotting’ van de titel. Werd Black Swan Green van David Mitchell vertaald als Dertien omdat het boek zo herkenbaar is als een roman over een dertienjarige jongen? Of wat te denken van De brief in Berlijn van Ian McEwan, dat oorspronkelijk The Innocent heet? Dergelijke grote ingrepen betreur ik soms, omdat de titel een belangrijke interpretatiesuggestie voor de roman kan geven die zo verloren gaat. Zeker bij het werk van Ian McEwan zijn titels belangrijk (denk aan Atonement). En zelfs als je dicht bij het origineel wil blijven, moet je dubben. Zo noemde McEwan een bundel In Between the Sheets, naar een geestig verhaal over een schrijfster die een writer’s block heeft en met een aap het bed induikt. In het Engels betekent ‘sheet’ zowel ‘papier’ als ‘laken’, een slaapkamerattribuut. De dubbelzinnigheid van de titel van de bundel waarin ‘Reflections of a Kept Ape’ is opgenomen, In Between the Sheets, gaat in de Nederlandse vertaling van de titel, Tussen de lakens, verloren.

Wat De stilte en het meisje betreft: de vertalers (en/of de uitgever) hebben, vind ik, in dit geval een mooiere, betere titel bedacht, een titel die zelfs beter bij het boek past. Hadden ze zichzelf ook maar nog iets meer vrijheid gegund bij de tekst, dacht ik soms, maar dan begeef je je, zo besef ik terdege, op glad ijs. Want waar begint de tekst van vertalers en houdt de oorspronkelijke tekst van de auteur op? Tegen Høeg kon ik in ieder geval volmondig zeggen: ‘De stilte? Ja, dat klinkt heel mooi in het Nederlands.’

Peter Høeg, De stilte en het meisje. Vertaald door Edith Koenders, Jytte Kronig en Lucy Pijttersen. Amsterdam: Meulenhoff, 2006.