Abstract: Het vertaalbedrijf Meta language Engineering met vestigingen in verscheidene landen heeft maar één opdrachtgever, een Zweedse autofabriek. De Nederlandse afdeling vertaalt alle documentatie daarvoor uit het Engels in het Nederlands, Spaans, Frans en Duits. Doordat het materiaal zo eenvormig is, wordt vrijwel uitsluitend automatisch vertaald, met behulp van het programma Trados dat alle zinnen uit het origineel gekoppeld aan hun vertalingen opslaat.
Het bedrijf heet Meta Language Engineering Ltd. en is gehuisvest op de zevende verdieping van een kantoortoren vlakbij het Leidseplein. Een ruim kantoor, een aantal grote beukenhouten bureaus, woordenboeken verspreid over de tafels, een keukenblok en een vliegtuigkist met het opschrift ‘original car parts’. ‘Daarin krijgen we de documentatie opgestuurd uit Zweden.’
Dat Francisca van Veen office manager is van dit ‘productiebedrijf voor vertalingen’, zoals ze het noemt, is puur toeval. Als bedrijfsleider van een restaurant in Amsterdam raakte ze aan de praat met drie dinerende heren. Zij informeerden naar haar talenkennis, of ze ook Italiaans sprak, en hoe het kwam dat zij die talen sprak. Zij vertelde dat ze eigenlijk vertaalster was en Vertaalwetenschap in Amsterdam had gestudeerd. Toen begonnen ze allemaal hard te lachen. Zij waren namelijk bezig met de oprichting van een Amsterdams kantoor dat vertalingen voor hun ene grote klant, een autofabriek uit Zweden, zou gaan verzorgen en zochten een office manager. Ze vroegen haar een cv op te sturen en niet lang daarna stond ze aan het hoofd van een vertaalbureau. Een van de directeuren bleef nog een halfjaar in Nederland om haar in te werken, maar daarna stond ze er alleen voor, met een bedrijf dat in de tussentijd was uitgegroeid van twee naar acht werknemers.
Meta Language Engineering werd begin 1997 opgericht door drie vertaalbureaus uit Spanje, Engeland en Zweden die besloten hun krachten te bundelen toen de Zweedse autofabriek de documentatie van de geproduceerde auto’s en motoren voortaan behalve op papier ook op cd-rom wilde gaan verspreiden. De Zweedse partij in deze samenwerking, Draupner, is de belangrijkste eigenaar van Meta Language Engineering. Alle opdrachten van de klant lopen via Draupner, die een totaalpakket aanbiedt van teksten, vertalingen en documentopmaak, en zorg draagt voor de kwaliteitsbewaking. De in het Zweeds geschreven documentatie wordt in Zweden in het Engels vertaald. De vertalingen uit het Engels in 22 andere talen worden door Draupner uitbesteed aan vertaalbureaus over de hele wereld. Meta Language Engineering neemt daarvan het Nederlands, Spaans, Frans en Duits voor zijn rekening, en mogelijk binnenkort ook Portugees en Italiaans. Omdat de autofabriek vooralsnog de enige klant van Draupner is, bestaat het vertaalwerk bij Meta Language Engineering uitsluitend uit documentatie van deze fabriek.
Het werken voor één klant, met een beperkt scala aan producten (behalve voor auto’s, wordt ook documentatie voor vrachtwagens, bussen en bootmotoren verzorgd), heeft zowel voor- als nadelen.
De eenvormigheid van het aangeboden materiaal maakt het werken met een vertaalprogramma erg aantrekkelijk. Alle documentatie wordt met de Workbench van Trados vertaald. Dit programma slaat tijdens het vertalen met behulp van codes zinnen uit het origineel gekoppeld aan hun vertaling op. Voor elke nieuwe tekst die wordt aangeboden, zoekt het programma welke zinnen al in het geheugen staan en biedt daar de vertaling van. Hoe meer er is vertaald, hoe groter het geheugen. ‘Met één klant groeit het geheugen enorm snel. Met meer klanten zou het veel langer duren voordat het programma vrucht zou afwerpen.’
Een nadeel is dat er moeilijk een tijdsplanning te maken valt. ‘Het werk komt vrij onregelmatig. Als er een nieuw model uitkomt krijgen we een golf aan vertaalwerk en werken we soms wel zestig uur of meer per week; op andere momenten hebben we bijna niks te vertalen en houden we ons bezig met het opschonen van de vertaalgeheugens en de terminologiebestanden.’ Francisca zou dan ook best graag eigen klanten willen kunnen zoeken, en wat minder afhankelijk zijn van de toevoer van Draupner.
Geautomatiseerde aanpak
Automatisch vertalen is volgens Francisca een logisch gevolg van de veranderende vertaalmarkt. ‘Er wordt zoveel technische documentatie geproduceerd dat je niet meer toe kunt met een vertaler achter een PC.’ Draupner is volgens haar een van de weinige bedrijven die dat tot nu toe begrepen hebben. ‘Wij zijn ervan overtuigd dat vertaalwerk veel meer moet zijn dan alleen het aanleveren van een platte tekst in een andere taal. Het lijkt erop dat veel klanten nog niet klaar zijn voor het dienstenpakket dat wij aanbieden. Voor veel bedrijven is het produceren van informatie toch een bijkomstigheid waar ze niet erg hard over willen nadenken, laat staan veel geld aan willen besteden. Het duurt dus lang voordat ze begrijpen dat met een vertaalprogramma vertalingen op den duur goedkoper worden vanwege de herhalingen in de teksten. Bovendien verhoogt het de consistentie van de teksten, en dat heeft alleen maar een positieve uitwerking op het imago van zo’n bedrijf. Dat er vooralsnog maar één klant is komt doordat het Draupner moeite kost bedrijven over de streep te trekken.’
Meta Language Engineering werkt niet met freelance vertalers. ‘Een licentie voor Trados is erg duur, dat is een reden, maar de belangrijkste reden is wel dat we die vertaalgeheugens in de loop van jaren hebben opgebouwd. Dat is ons bedrijfskapitaal: vertrouwelijke informatie die we niet zomaar gaan verspreiden.’
‘We hebben ook geen editors of proofreaders. Dat is niet te verwezenlijken met de manier waarop we werken. Doordat het herhalingsgehalte in de teksten vrij hoog is, kunnen we met Trados een enorme productie halen, tot wel 50.000 woorden per dag, met controleren van de vertalingen zou je dan langer bezig zijn dan met het vertalen zelf. Wel hebben we een uitgebreid quality assurance-pakket, wat inhoudt dat een aantal checks standaard op alle vertalingen worden uitgevoerd die wij terugsturen. Bijvoorbeeld controle op dubbele spaties, leestekens en spelling, maar ook wordt er gecontroleerd of alle nummers en getallen correct in de vertaling zijn overgenomen en of er geen Engels meer in de doeltekst staat. Het gaat dan dus om problemen in de tekst die je op een macro-achtige manier kunt aanpakken, zonder dat je de hele tekst hoeft te lezen.’
Francisca vertelt dat de vertalers in haar bedrijf soms niet meer echt het gevoel hebben met vertalen bezig te zijn. Creativiteit in het vertalen wordt niet op prijs gesteld, enerzijds omdat dat de opbouw van een functioneel vertaalgeheugen hindert, anderzijds omdat de aard van de teksten zich daarvoor niet leent. Om het werk interessant te houden probeert Francisca haar vertalers te motiveren om hun creativiteit los te laten op het vertaalprogramma en naar manieren te zoeken om de glossaries en de geheugenbestanden te verbeteren en te vergroten. ‘Daar werken we constant aan, want die geheugens zijn onze kwaliteitsgarantie. Als die goed zijn, zijn onze vertalingen ook goed.’
Hoe hoger het herhalingsgehalte in de documentatie van de klant, hoe meer profijt er is van het vertaalprogramma. ‘Het gebeurt wel eens dat er nog gesleuteld wordt aan teksten die al vertaald zijn. Het vertalen van volgende versies gaat dan enorm snel omdat het meeste al in het geheugen zit en we in no-time op de veranderingen stuiten. Eigenlijk zou het ideaal zijn als tekstschrijvers, net als vertalers, consistent waren in hun manier van schrijven. Helaas is het nog niet zo ver.’
Technische documentatie
‘Van alle teksten die we vertalen maken instructieboekjes maar 1% uit. Die boekjes zijn een soort visitekaartje, die moeten klantvriendelijk zijn, en ze vergen dan ook een heel andere aanpak dan de rest. We doen dat wel met Trados, maar we besteden veel meer aandacht aan de inhoud en stijl en dan lijkt het werk erg op het ‘traditionele’ vertalen. Voor deze teksten hebben we dan ook een gescheiden Trados-geheugen aangemaakt, zodat die teksten er echt heel anders uit komen.’
‘De rest is technische documentatie, met name bedoeld voor monteurs in de garages. Het gaat vaak om korte teksten, bijvoorbeeld service manuals over vervanging of onderhoud van bepaalde onderdelen van een type auto, of installatie-instructies voor nieuwe accessoires. De langste teksten krijgen we als er een nieuwe auto uitkomt: alle technische documentatie over de motor, de carrosserie, het interieur. Verder is er nu een nieuw storingsdiagnosesysteem: de monteur sluit een computer op de auto aan en krijgt van het programma instructies om bepaalde metingen te verrichten. Hij voert die gegevens in en op grond daarvan analyseert het programma de toestand van de verschillende onderdelen van de auto. De interfaces voor dat programma vertalen wij ook.’
‘De teksten zijn bedoeld voor monteurs in de werkplaatsen, dus de stijlinstructies zijn: hou het simpel, duidelijk en vooral eenduidig en consistent met wat er al eerder gedaan is. Probeer niet creatief en leuk te schrijven, maar gebruik formuleringen die al in het geheugen staan. Die monteurs zitten niet per se te wachten op een goedgeschreven tekst met variatie en mooie vondsten, die willen gewoon weten hoe ze een bepaald probleem moeten oplossen. Onderdelen moeten altijd hetzelfde benoemd worden. (...) Overigens is het voor ons wel aardig te weten dat de teksten nu gelezen worden. Omdat er steeds meer elektronica, computergestuurde elementen en ingewikkelde apparatuur in auto’s zit, zijn monteurs nu meer dan vroeger afhankelijk van de bijgeleverde informatie. Ze kunnen niet meer zoals vroeger teren op hun autotechnische kennis waarbij ze met goed kijken en luisteren een heel eind kwamen, en de technische documentatie links lieten liggen. Dat maakt het werk ook verantwoordelijker.’
Vertaalkwaliteit wordt bij Meta Language Engineering vooral bewerkstelligd door het vertaalgeheugen van Trados zo betrouwbaar mogelijk te maken en te houden. ‘In de meeste geheugens zitten nu 200.000 segmenten. Het is geen doen om die door te lezen op zoek naar fouten; daar ontwerpen we macro’s voor. Ook tijdens het werk kijken vertalers naar de computervertalingen en halen ze fouten eruit. Toen we nog trage computers hadden, was daar genoeg tijd voor. Met de snelle computers die we nu hebben lukt dat soms niet meer. Je kunt de snelheid van het automatisch vertalen instellen. Bij een langzame stand kun je ingrijpen als het niet goed is. Maar als er een strakke deadline ligt, is het op hoop van zegen en dan zetten we hem op z’n snelst. Dat betekent overigens niet dat vertalers met hun armen over elkaar kunnen gaan zitten wachten totdat er een keer een zinnetje vertaald moet worden. Ten eerste werkt die computer zo snel dat het bijna geen tijd kost voordat hij een (gedeeltelijk) onvertaald segment tegenkomt. Bovendien blijft er steeds genoeg te vertalen, omdat tekstschrijvers ook niet altijd dezelfde formuleringen gebruiken. Of er is een nieuw product, dan moet bijna alles handmatig gedaan worden. Gemiddeld zo’n 30% van wat we hier vertalen is al eens vertaald en staat in het geheugen.’
Snoepreisjes
Het vinden van geschikte vertalers kost Francisca erg veel moeite, met name voor de talen Spaans, Italiaans en Portugees. Het liefst heeft ze vertalers die gespecialiseerd zijn in autotechniek, maar die zijn al helemaal niet te vinden voor die talen. Erg is dat niet: ‘omdat onze vertaalgeheugens al zo groot zijn en de terminologiebestanden uitgebreid, kunnen vertalers vrij makkelijk al doende leren over auto’s.’ Naast de computergeheugens en de in het kantoor aanwezige technische documentatie, krijgen de vertalers alle ruimte om te bellen en op Internet te zoeken naar informatie. Bovendien zit er soms een educatief bedrijfsuitje in. ‘Vorige week zijn we naar de NedCar-fabriek in Born, Limburg, geweest. Na een rondleiding mochten we in de werkplaats in en om een auto spelen en alles vragen aan de monteurs. Dan merk je wel dat mensen ontzettend veel vragen hebben naar aanleiding van wat ze vertalen.’
‘Met mijn vertaalwetenschap-achtergrond doe ik hier niet zoveel, en het vertalen zelf mis ik ook niet. Mijn talenkennis is natuurlijk wel een voordeel voor dit werk, omdat ik zo weet waar de vertalers mee bezig zijn. Maar de theorie staat ongelooflijk ver van me af. Ik kan me zelfs niet meer herinneren waarmee ik me bij het schrijven van mijn scriptie heb beziggehouden. Hier ben ik alleen maar bezig met het opschroeven van de productie en het verbeteren van de kwaliteit. Verder probeer ik iedereen blij te houden en onderhoud ik de nodige contacten.’ Dat vergt heel andere kwaliteiten dan die zij tijdens haar studie heeft opgedaan: ‘ik leer veel over Human Resource Management.’
‘Het leukste wat we hier gedaan hebben was een tripje naar Zuid-Afrika met zijn allen, voor een bedrijfsconferentie die om geheel opportunistische redenen in Zuid-Afrika werd georganiseerd. ’s Morgens vergaderen en ’s middags buiten spelen. Daarna is er serieus gepraat over het openen van een kantoor in Zuid-Afrika, en zijn meningen gepeild over wie wel en wie niet daarheen zou willen. Dat is zo leuk hier: elk idee wordt op zijn minst overwogen, hoe wild het ook is. Lang niet alles gebeurt natuurlijk, maar als uitgangspunt wordt niks bij voorbaat afgewezen. Die Zweden zijn ook leuke lui, ze komen regelmatig hier en dan gaan we met zijn allen eten en “uiteraard” drinken, dat is altijd ontzettend gezellig. Ook in dit kantoor is de sfeer prima. We lunchen samen en gaan heel gemoedelijk met elkaar om.’
Het gesprek met Francisca van Veen vond plaats op 26 oktober jl. in Amsterdam.