In 2013 ontving ik een e-mail met de vraag of ik wilde deelnemen aan het Crossing Border Festival. Het kwam niet helemaal uit de lucht vallen; een jaar eerder was ik door het festival uitgenodigd om mee te doen met het project The Chronicles, maar die e-mail was in mijn spambox terechtgekomen en tegen de tijd dat ik hem had opgemerkt, was het al te laat. Toen ik die tweede kans kreeg, wist ik dat ik hem moest grijpen. Ik had op dat moment mijn studie Duits en Nederlands aan de universiteit van Sheffield afgerond, twee jaar voor een vertaalbureau in Northumberland gewerkt, een seizoen als ski-instructeur doorgebracht in Oostenrijk en ik was recentelijk naar Luxemburg verhuisd, waar ik productbeschrijvingen uit het Duits in het Engels vertaalde voor een e-commercebedrijf. Mijn werk draaide rond woordaantallen en trefwoorden; we hadden geen tijd om stil te staan bij woorden, betekenissen of het vertaalproces. We waren anoniem, als machines, efficiënt. Die e-mail gaf me de kans om uit mijn comfortabele, maar niet erg bevredigende negen-tot-vijfbaan te ontsnappen, al was het maar voor even.