Iets over Kafka in beeld en vertaling    35-39

Ton Naaijkens

Niemand minder dan ’s werelds beroemdste undergroundtekenaar Robert Crumb boog zich over Kafka, de persoon en zijn werk. Oog & Blik publiceerde diens Kafka samen met uitgeverij De Harmonie in 2005 in het Nederlands. Er wordt druk in gearceerd, het is onmiskenbaar Crumb (www.crumbproducts.com).

De tekst van het boek, dat oorspronkelijk Introducing Kafka heette en al in 1993 verschenen was, is van de Amerikaanse auteur David Zane Mairowitz, Pieter van Oudheusden zorgde voor de vertaling. Het boek stapt met zevenmijlslaarzen door Kafka’s wereld en de toon is er ook naar. ‘Wat moest hij met dit lichaam dat hij zelf te mager vond, slungelig, onhandig, onaangenaam om te zien en bovendien een obstakel voor iedereen? Het moest verkleind worden, zichzelf uithongeren, ergens onderduiken of zich eenvoudigweg veranderen in een beest, liefst een dat met zijn buik de grond raakte en dat kon wegkruipen zonder de wereld al te veel aanstoot te geven.’ Daarna volgt de verbeelding van Die Verwandlung, inclusief het ondier waarin Gregor Samsa al in zin één verandert: Crumb beeldt af wat Franz Kafka (1883–1924) zelf welbewust in het midden houdt (hij wilde ook niet dat het insect op het omslag te zien was, ‘zelfs niet in de verte’). Wat in het oog springt bij Crumb is dat tal van mannelijke figuren uit Kafka’s verhalen (beroemdheden als genoemde Samsa, K., Josef K. etc.) het uiterlijk hebben van de auteur zelf. Datzelfde gebeurt ook bij een andere beeldroman van dezelfde Mairowitz: Kafka’s Het proces.

De tekeningen in Het proces zijn van de Française Chantal Montellier, bekend van haar werk voor verschillende grote Franse kranten (www.montellier.org). Gert Jan Pos vertaalde deze Kafka, via het Engels van Mairowitz (oorspronkelijke titel: The trial, Uitgeverij Atlas 2010), maar met op de achtergrond uiteraard het Duits van Kafka en de manier waarop andere Nederlanders het boek ooit vertaalden. De befaamde openingszin, die het begrip ‘spoiler alert’ ad absurdum voert, luidt bij hem: ‘Iemand moest Josef K. hebben belasterd, want op een ochtend, zonder dat hij iets kwaads had gedaan, werd hij zomaar gearresteerd.’ Die vertaling verschilt van alle tot dusver verschenen Nederlandse vertalingen. Het zijn er vijf, op de laatste (een particulier uitgegeven versie) heb ik niet de hand kunnen leggen, maar de eerste vier zijn de moeite van het bekijken en vergelijken waard. Ze zijn als tekst per definitie verfijnder en subtieler en uitgebreider dan deze beeldroman, maar anderzijds ook weer niet onproblematisch vergelijkbaar met de intersemiotische vertaling die een beeldroman is. Wat direct opvalt is de grote aandacht die Montellier besteedt aan de vrouwen die in Het proces voorkomen. Vrouwen zijn misschien aantrekkelijker tekenbaar? Het kan ook, wat ik vermoed, aan Mairowitz liggen, iemand die niet wars is van een wat smeuïger kijk op Kafka en hoe de wereld in elkaar zit. Anderzijds zijn de vrouwen in Het proces wel degelijk een speciaal geval, al vervullen ze eerder bijrollen. Anderzijds twee: Josef K. is me er ook eentje en het is best interessant om in deze #metoo-tijden ook eens een romanfiguur langs de seksistische meetlat te leggen.


Passage uit: Franz Kafka's Het proces. Een beeldroman van David Zane Mariowitz (2010)

Ik denk aan Josef K. als die laat op de avond de thuiskomst afwacht van zijn buurvrouw in het pension, Fräulein Bürstner, een ietwat naïeve, in ieder geval onschuldige vrouw. Hij wacht haar op om zich te verontschuldigen voor het bezoek van twee mysterieuze bezoekers die zijn arrestatie onderzoeken en ook in haar spullen gewoeld hebben. Josef K. betreedt haar kamer, vertelt het een en ander en stort zich op een gegeven moment onverhoeds op haar. Hoe wordt dat geformuleerd of verbeeld? Je zou er natuurlijk de verfilming van de roman door Orson Welles (1962) voor kunnen bekijken, de stripversie door de Italiaan Guido Crepax (1999) kunnen raadplegen, de opera van Gottfried von Einem (uit 1953) en zelfs een toneelvoorstelling van niemand minder dan Ingmar Bergman (1975) op basis van een bewerking door niemand minder dan Peter Weiss (1916–1982) kunnen bezoeken, maar die worden in de kleine stad waar ik woon niet elke dag opgevoerd. Ik beperk me – beeldmatig – tot hoe Montellier en Mairowitz het moment suprême verbeelden dat afhankelijk van het perspectief evengoed moment basse moet heten.

De scène is ook bij Kafka – woordmatig – heftig. Ik citeer de vier vertalingen:

‘Ik kom al,’ zei K., liep snel op haar toe, greep haar, kuste haar op haar mond en toen over haar gehele gezicht, zoals een dorstig dier met zijn tong over het eindelijk gevonden bronwater heentast. Tenslotte kuste hij haar in haar hals waar de keel zit, en daar liet hij lang zijn lippen liggen.’ (Alice van Nahuys, 1947)

‘Ik kom al,’ zei K., liep door, greep haar, kuste haar op de mond en daarna over haar hele gezicht, zoals een dorstig dier met zijn tong over het eindelijk gevonden bronwater heenjaagt. Tenslotte kust hij haar op de hals, waar de strot is, en daar liet hij zijn lippen lange tijd liggen.’ (Ruth Wolf, 1982)

‘Ik kom al,’ zei K., liep snel naar voren, pakte haar vast, kuste haar op de mond en toen over het hele gezicht, zoals een dorstig dier zijn tong over het eindelijk gevonden bronwater laat vliegen. Ten slotte kuste hij haar op de hals, ter hoogte van de keel, en daar liet hij zijn lippen lang liggen.’ (Thomas Graftdijk, 1989)

‘Ik kom al,’ zei K., liep naar haar toe, pakte haar beet, kuste haar op haar mond en toen over haar hele gezicht, zoals een dorstig dier met zijn tong over het eindelijk gevonden bronwater jaagt. Ten slotte kuste hij haar hals, waar de keel zit, en daar liet hij zijn lippen lang rusten.’ (Willem van Toorn, 2012)

De vier vertalingen lijken erg op elkaar. Ik schrijf dat toe aan het feit dat ze allemaal vanuit een vergelijkbare vertaalopvatting zijn vertaald, een die uitgaat van letterlijkheid en lexicale precisie. Toch zijn er wel degelijk enkele verschillen te zien als je uitgaat van een ander criterium: de verbeelding van de situatie, wat misschien de manier samenvat waarop Hein van Dolen Aristofanes en andere Grieken wilde vertalen.1 Voor deze vertaalstrategie – exclusief de door Van Dolen rijkelijk toegevoegde strategie van veel uitleg en explicatie – hanteer ik de term situationeel of beeldend vertalen, vertalen uitgaande van hoe je je dat wat zich afspeelt voorstelt. Dat betekent in dit geval vertalen met speciale aandacht voor de handelingen (vooral de diepgang van de werkwoorden hier) en voor de emoties die een overheersende rol spelen, het invoelen van de felheid waarmee figuren elkaar bestoken. Josef K. vergrijpt zich aan juffrouw Bürstner en al zijn bewegingen, hoe nuchter ook verwoord, zijn allesbehalve onschuldig. Mij dunkt dat de twee vrouwelijke vertalers de zaak beter hebben aangevoeld. Hierbij de brontekst, ook van belang:

»Ich komme schon«, sagte K., lief vor, faßte sie, küßte sie auf den Mund und dann über das ganze Gesicht, wie ein durstiges Tier mit der Zunge über das endlich gefundene Quellwasser hinjagt. Schließlich küßte er sie auf den Hals, wo die Gurgel ist, und dort ließ er die Lippen lange liegen.« (Franz Kafka, 1925)

Mijn commentaar: door de opgeroepen situatie betekent dat ‘vorlaufen’ hier ‘een bewuste stap in een bepaalde richting zetten’; ‘doorlopen’ is vreemd, ‘liep snel naar voren’ eveneens omdat het zich in een niet al te grote kamer afspeelt; ‘liep naar haar toe’ is wat zwakjes, ‘snel op haar toelopen’ heeft wel wat – Josef K. maakt echt een avance nadat hij haar eerder al bij de pols heeft gegrepen. Ook dat ‘fassen’ is interessant: ‘grijpen’ is gewelddadiger dan ‘vastpakken’, dat net een fractie onschuldiger is; ‘beetpakken’ zit daar tussenin. ‘Ließ die Lippen lange liegen’ is voor de Nederlandse vertaler een godsgeschenk, want de alliteratie is met gemak te handhaven: de lateralen verlengen wat beschreven wordt en verhogen dus hier de dreiging. De dreiging is er al door dat ‘hinjagen’ ‘mit der Zunge’. Daar stuit ik op ‘over water heentasten’ en ‘heenjagen’, wat misschien wel kan, maar je tong laten ‘vliegen’ vind ik moeilijker; en kan er bij een keuze voor ‘jagen’ ook sprake zijn van één enkele haal? 

Dat je iets van anatomie moet kennen, is zowel van belang voor de tekenaar als voor de vertaler, zeker bij het woord ‘Gurgel’, een woord dat over het algemeen vooral negatieve, agressieve connotaties heeft.2 Daar hebben we ‘waar de keel zit’ (iets te anatomisch en wat koel beschrijvend), ‘waar de strot is’ (klinkt gevaarlijk, en dat is goed); ‘ter hoogte van de keel’ is nog anatomischer, iets minder bedreigend. En ja, moet er nu gekust worden ‘in of op haar hals’? (‘auf den Hals’), of is gewoon ‘de hals kussen’ genoeg. Het Nederlands is geen eenvoudige taal, we weten niet altijd waar keel, hals of strot zitten, of zelfs ‘de gorgel’, een woord dat Van Dale opvoert in de betekenis die hier cruciaal is: strottenhoofd. Volgens mij moeten we daar zijn, en niet alleen omdat Kafka zelf aan kanker van het strottenhoofd is overleden. ‘Gurgel’ is een cruciaal woord in de roman, getuige de slotzin, die vanuit het #metoo-perspectief dat mevrouw Bürstner avant la lettre had kunnen hanteren, veelzeggend is:

Aber an K.s Gurgel legten sich die Hände des einen Herrn, während der andere das Messer ihm tief ins Herz stieß und zweimal dort drehte. Mit brechenden Augen sah noch K., wie die Herren, nahe vor seinem Gesicht, Wange an Wange aneinandergelehnt, die Entscheidung beobachteten. »Wie ein Hund!« sagte er, es war, als sollte die Scham ihn überleben.

Graftdijk en Van Toorn handhaven daar hun ‘om K.’s keel’, bij Alice van Nahuys komen de associaties van vampieren en andere aanranders een fractie eerder boven drijven (‘tegen K.’s keel’), maar Ruth Wolf is al even consequent en concordant en bovendien nog eens het heftigst: ‘om K.’s strot’. Bij haar is het geweld, de overmeestering, het indringendst geformuleerd, ook in haar vertaling van de werkwoorden ‘fassen’ en ‘hinjagen’. Toch kan het nog anders, kan het beeld dat de woorden oproepen anders worden vormgegeven – zowel in taal als in beeld of welke andere kunstvorm dan ook. Je kunt als je tekent je gang gaan, een vertaler moet binnen de lijnen blijven en daar zijn creativiteit uitspelen. Is arceren en fantaseren een stuk makkelijker? Dat zal toch niet waar zijn?

 

Noten
1 Vgl. bijvoorbeeld deze uitspraak uit 1995, in de Volkskrant van 17 maart, uit een interview door Nicoline Baartman: ‘Kijk’, doceert hij, ‘je kunt op twee manier vertalen. Ofwel je bekijkt de oudheid als een onaantastbare grootheid en zet de woorden letterlijk om in het Nederlands, denkend dat je daarmee het taalgebruik weergeeft. Ofwel je vertaalt gevoelsmatig, je kruipt in de huid van de schrijver en denkt: wat bedoelt hij hiermee?’ Hìj hoort bij de tweede stroming. ‘Gerard Koolschijn heeft die trend voor de klassieken eigenlijk geïntroduceerd in Nederland. Een heel goeie vertaler. Marietje d'Hane-Scheltema is ook zo’n goeie.’ Klagen wil hij niet, maar het is ook monnikenwerk. ‘Het is meer dan wachten totdat de muze voorbijvliegt. Ik weet niet hoe andere vertalers dat doen, maar ik kan er niets anders naast doen. Monomaan word je ervan.’ 
2 Ik beroep me hier ook op mederedactrice Christiane Kuby, die bij Gurgel meteen denkt aan ‘jem. an die Gurgel fliegen’ of ‘jem. die Gurgel zudrücken’, waarbij wij doorgaans iemand naar de strot vliegen, maar dan wel weer iemands keel dichtknijpen.

Bibliografie
Crumb, Robert & David Mairowitz. 2003. Kafka. Amsterdam: Oog & Blik / De Harmonie.

Kafka, Franz. 2002. Der Process [1925]. Herausgegeben von Malcolm Pasley. Frankfurt am Main: Fischer Verlag.

Kafka, Franz. 1947. Het proces. Roman. Vertaald door Alice van Nahuys. Amsterdam: Amsterdamsche Boek- en Courantmij N.V.

Kafka, Franz. [1982] 1991. Het proces. Vertaald door Ruth Wolf. Verzameld werk. Amsterdam: Querido.

Kafka, Franz. 1989. Het proces. Uit het Duits vertaald door Thomas Graftdijk. Met tekeningen van Jan Vlasveld. Amsterdam: Amber.

Kafka, Franz. [2012], 2017. Het proces. Vertaald en van een nawoord voorzien door Willem van Toorn. Amsterdam: Athenaeum – Polak & Van Gennep.

Mairowitz, David Zane. 2010. Franz Kafka’s Het proces. Een beeldroman. Geïllustreerd door Chantal Montellier. Vertaald door Gert Jan Pos. Amsterdam/Antwerpen: Atlas.