Het doet de uitgever en de redactie van Filter groot genoegen om dit jaar voor het eerst de Filter Vertaalprijs te kunnen toekennen. De prijs wordt, aldus het statuut, ‘gegeven voor vertalingen in de ruimste zin van dat woord, wat wil zeggen dat opvallende of vrije vertaalopvattingen evengoed gerespecteerd worden als traditionele, letterlijke. Een belangrijk criterium voor bekroning is de creativiteit van de vertaler bij het oplossen van vertaalproblemen die ofwel voortvloeien uit de eigen, bijzondere aard van het te vertalen werk ofwel los van het origineel is vrijgekomen bij het vertalen.’
Gezien de enorme hoeveelheid vertaalde boeken die in een jaar uitkomt, zag de jury zichzelf met een schier onmogelijke taak opgezadeld. Een systematisch overzicht van al deze boeken heeft zij niet gehad. Bij het bepalen van haar keuze is de jury afgegaan op verschillende bronnen: particuliere jaaroverzichten, bibliotheekcatalogi, vertaaljaarnominaties voor Filter, maar vooral ook eigen impressies, eigen documentatie en suggesties van ‘betrouwbare informanten’. Dat de jury bij haar beraadslagingen uiteindelijk is uitgegaan van een shortlist van een negental volkomen onvergelijkbare boeken (fictie, non-fictie, literair, niet-literair, uit en in het Nederlands vertaald) heeft haar taak nauwelijks lichter gemaakt, maar wel op een aangename manier gecompliceerd.
Bij die beraadslagingen is voornamelijk gelet op drie criteria: de culturele waarde van de vertaling, de mate waarin sprake is van een bijzondere uitgave en de moeilijkheidsgraad van de vertaling.
Van de besproken vertalingen willen wij graag de volgende nominaties eervol vermelden:
De Filter Vertaalprijs 2007 voor de meest opvallende vertaling uit het jaar 2006 is toegekend aan de vertaling uit het Engels van Samuel Becketts roman Watt, gemaakt door Onno Kosters en uitgegeven door Uitgeverij IJzer.
Wat de eerste twee van bovengenoemde criteria betreft: het lijdt geen twijfel dat we met een bijzonder boek te maken hebben, met een moedige uitgave. De aanleiding voor de uitgave is prozaïsch genoeg, de honderdste geboortedag van de schrijver, maar dat met deze vertaling een lacune in de Nederlandstalige uitgave van Becketts werk is opgevuld is een groot goed. Dat er in een tijdperk waarin commercialisering en marketing steeds bepalender worden voor het beeld van de literatuur een dergelijk boek wordt uitgebracht, een geestig boek dat veel van zijn lezers eist, maar dat een buitengewoon hoge literaire waarde heeft, is toe te juichen. Hiervoor willen wij ook graag onze complimenten aan de uitgever overbrengen.
Dat er sprake is van een boek dat ook veel van zijn vertaler eist, daarover is iedereen het wel eens. In de pers is de vertaling unaniem geprezen. Om de bijdrage te citeren van Dirk Van Hulle aan ons eigen Filter-overzicht van het vertaaljaar (een bespreking waar de jury zich bij haar keuze mede door heeft laten leiden, maar die niet doorslaggevend was): ‘De hoge moeilijkheidsgraad van de vertaling hangt samen met de centrale paradox van het boek: de tekst stelt door middel van een virtuoos taalgebruik voortdurend de gebreken van de taal ter discussie.’ Om met Kosters’ Beckett te spreken: ‘omdat wat we weten in niet geringe mate deel uitmaakt van wat met zo gelukkig gekozen bewoordingen het onuitsprekelijke of het onuitdrukbare is genoemd, zodat iedere poging het uit te spreken of uit te drukken gedoemd is te mislukken, gedoemd, gedoemd is te mislukken.’ De spanning die deze paradox veroorzaakt, blijft in deze schitterende vertaling even sterk.
Op meer lokaal niveau ligt de moeilijkheid van deze vertaling ook in wat Michaël Zeeman de genadeloze consequentie van de stijl heeft genoemd, die zich onder meer uit in de tot in het absurde doorgevoerde opsommingen van bijvoorbeeld de oneindige mogelijkheden van het in combinatie dragen van een sok en een schoen en een kous en een laars en een slof. In de peristaltiek van het ritme: de eindeloze reeks tussenzinnetjes, die de afloop van de zin ophouden en die grammaticaal maar nauwelijks aan elkaar blijven zitten. In het klankspel en de absurde humor. Om voor één keer de lust tot citeren niet te onderdrukken: wie Becketts ‘These were sounds that at first, though we walked belly to belly, were so much wind to me’ en ‘These were sounds that at first, though we walked pubis to pubis, seemed so much balls to me’ vergelijkt met ‘Van deze klanken kon ik aanvankelijk, al liepen we buik aan buik, geen chocola maken’ en ‘Van deze klanken begreep ik aanvankelijk, al liepen we kruis aan kruis, de ballen’, ziet met welke inventiviteit, creativiteit en durf Onno Kosters te werk is gegaan bij het oplossen van de vele problemen waarvoor hij stond.
Aan de prijs is een geldbedrag van € 1000 verbonden, beschikbaar gesteld door uitgeverij Vantilt. De jury voor de Filter Vertaalprijs 2007 bestond uit Cees Koster, Ilse Logie en Ton Naaijkens.