Pogingen om een taal te beheersen    57-62

Nikki Dekker

Schrijven
Ik houd van feitjes, daar begint het mee. Van een goed weetje blijf ik nog zeker een uur vrolijk — waarbij ik nog wil opmerken dat de term ‘weetje’ van anderen komt. Dat zeggen ze vaak, wanneer ik mijn nieuwvergaarde kennis met ze deel: ‘Leuk weetje.’ Persoonlijk vind ik het een nogal kleinerende term voor een kortstondige blik achter de schermen van de dagelijkse werkelijkheid, een inkijkje in het onderliggende weefsel waaruit alles is opgebouwd. Heel even lijkt de wereld een harmonieus geheel met heldere regels en structuren.

Laatst weer, op de Onze Taal-scheurkalender, ging het over zogenaamde ‘causatieven’, de relatie tussen woorden als liggen en leggen, waken en wekken, zuigen en zogen. Het is geen toeval dat die woorden op elkaar lijken: de laatste variant veroorzaakt de eerste. Wie iets legt, zorgt ervoor dat het ligt. Wanneer je iemand wekt, is diegene daarna wakker (ze waakt) en een zogende moeder doet haar baby zuigen. Prachtig.

Wat mij betreft is het eenvoudig: ik houd van schrijven en lezen, dus houd ik van taal, dus houd ik van alle talen, met al hun gekkigheden (de Spaanse subjuntivo, het Franse vier-twintig-tien-negen-telsysteem, en hoe er in het Engels vaak twee woorden zijn voor hetzelfde ding, één Germaans (room, stool) en één Romaans (chamber, chair). Twee talen kunnen nooit één taal worden en toch is dat precies wat vertalingen proberen te doen, een onmogelijke opdracht die nooit goed of fout is, maar wel altijd interessant. Wie wordt daar niet enthousiast van?

Lees verder in de papieren Filter