Dunne enkels en spillebenen, vonkscheuren en waterzonnen, bloemen bij een fakkel: een bont en bruisend vertaaljaar was het met talloze ups – prachtvertalingen – en aardig wat downs: oorlogen om maar iets te noemen, en oprukkende kunstmatige vertaalintelligentie.
We leven met en in het geweld dat overal ter wereld is losgebroken. Maar het is tegelijk ook simpel en reëel: in een oase leven we hier, we werken en vertalen in een volstrekt paradijs. Vooralsnog. Wat niet wil zeggen dat we de woestijn – het kwaad – niet in de ogen moeten kijken. Is het desondanks gerechtvaardigd te kniesoren over een onderwatercabaret, een lover die een lover gebleven is, of over verfomfaaide Siciliaanse maffiosi? We denken van wel.